ECLI:NL:OGEABES:2024:45

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
17 juni 2024
Zaaknummer
SAB202400018
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake eigendom en verdeling van de Cattle Plantation op Saba

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, betreft het een verzoekschrift van de erven van de Cattle Plantation op Saba. De verzoekers, bestaande uit de erven van Henry Hassell, Allan Peterson en Ronald Johnson, hebben een verzoek ingediend om te beslissen over de eigendom van een perceel van 478.935 m2, geregistreerd op naam van 'Owner Unknown'. De zaak is behandeld op de oude boedelzitting van 29 mei 2024, waarbij de verzoekers en de gemachtigde van het Openbaar Lichaam Saba (OLS) aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog niet voldaan is aan de wettelijk voorgeschreven openbare oproeping van belanghebbenden, zoals vereist door de wet. De voorlopige beoordeling van de rechtbank is dat het verzoek van de erven kan worden toegewezen, maar dat de eigendom niet kan worden toegekend aan een groot aantal personen om nieuwe problematische gemeenschappen te voorkomen. De rechtbank heeft besloten dat de grond voor de openbare weg aan het OLS kan worden toegewezen, terwijl het restant van het perceel in eigendom toekomt aan de verzoekers. De kosten van de toekenning en de notariële kosten voor de afsplitsing komen voor rekening van het OLS. De griffier is gelast om alle belanghebbenden op te roepen voor een rolzitting op 28 juni 2024.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Saba

Zaaknummer: SAB202400018
Datum uitspraak: 7 juni 2024
Beschikking in de zaak met betrekking tot het perceel:
THE CATTLE PLANTATION(478.935 m2)
een perceel te St. John op Saba, groot 478.935 m2, geregisterd op naam van ‘Owner Unknown (1/1)’ omschreven in meetbrief 5 van 1993, register C deel 0 nummer 0,
van:
DE ERVEN HENDRY JOHNSON HASSELL, zijnde […]
DE ERVEN ALLEN PETERSON,zijnde […];
DE ERVEN KENNETH PETERSON, zijnde […];
DE ERVEN RONALD JOHNSON, zijnde […],
verzoekers,
vertegenwoordigd achtereenvolgens door […],
gemachtigde: mr. G. Simmons-De Jong,
met als in het geding verschenen belanghebbende:
HET OPENBAAR LICHAAM SABA,
zetelend te Saba, hierna: het OLS,
gemachtigde: mr. M.R. Hammoud.

1.Het procesverloop

1.1.
Verzoekers hebben een verzoekschrift met bijlagen ingediend. De zaak is behandeld op de oude boedelzitting van 29 mei 2024 in het Courthouse Saba. Een aantal verzoekers is verschenen. Ook de gemachtigde van OLS is verschenen. Als informanten zijn gehoord de notaris van Saba en een vertegenwoordiger van het kadaster.
1.2.
Nadat uitspraak was bepaald op 5 juni 2024, is door een administratieve fout op 4 juni 2024 een beschikking/vonnis naar partijen gestuurd, gedateerd 5 juni 2024, die niet voor uitspraak bedoeld was. Partijen hebben er desgevraagd mee ingestemd dat bedoelde beschikking/vonnis als een tussenuitspraak met een voorlopig oordeel wordt beschouwd en dat alsnog wordt beslist zoals hierna vermeld.

2.De beoordeling

Oproep belanghebbenden
2.1.
Gebleken is dat nog niet is voldaan aan de wettelijk voorgeschreven openbare oproeping als bedoeld in artikel 3:27 lid 4 BW en 3:200f lid 5 BW. Dat zal alsnog geschieden.
Voorlopig oordeel
2.2.
Afgaand op hetgeen door verzoekers en door het OLS naar voren is gebracht, is het Gerecht tot de volgende voorlopige beoordeling gekomen:
Het verzoek
2.1.
Verzoekers verzoeken dat het gerecht beslist over de eigendom van het perceel.
2.2.
Het verzoek is mede gebaseerd op de wettelijke regeling voor langdurig onverdeeld gebleven nalatenschappen (artikel 3:200a Burgerlijk Wetboek BES). Deze regeling is bedoeld om een oplossing te bieden voor terreinen met een onduidelijke eigendomssituatie en geeft de rechter de mogelijkheid grond aan ‘gebruikers’ toe te wijzen. Ook afstammelingen van de oorspronkelijk eigenaar kunnen als ‘gebruiker’ worden aangemerkt. De rechter kan ook grond toewijzen aan de overheid, die het vervolgens aan ‘gebruikers’ moet uitgeven in koop, erfpacht of huur, alles voor zover dat redelijk is.
2.3.
Het verzoek is in het verzoekschrift aldus geformuleerd:
om bij vonnis dan wel beschikking voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
- op basis van artikel 3:27 BW BES te bepalen dat de Henry Hassell Erven, de Allan Peterson Erven, de Eddie Peterson Erven en de Ronald Johnson Erven het eigendom hebben althans een aandeel hebben in de Cattle Plantation, en tot een verdeling over te gaan, althans om een door uw Gerecht in goede justitie nodig geachte beslissing te nemen opdat zal worden vastgesteld dat de (Gezamenlijke) Erven rechthebbenden zijn van de Cattle Plantation;
- de verzoekers […] te machtigen om namens de (Gezamenlijke) Erven de grond voor de openbare weg zoals aangegeven in productie 14 af te splitsen en aan het OLS te verkopen en leveren voor het symbolische bedrag van USD 1, dan wel te bepalen dat (alleen) de grond benodigd voor de aanleg van de weg op grond van artikel 3:200a BW BES aan het OLS in eigendom zal worden toegekend tegen een redelijke vergoeding van USD 1, waarbij de kadastrale kosten voor deze overdracht alsmede de notariskosten en de kosten voor belasting in verband met deze afsplitsing en overdracht van de grond voor de weg voor rekening van het OLS zullen zijn en te bepalen dat de Verzoekers als vertegenwoordigers van de (Gezamenlijke) Erven daarvoor alle (rechts)handelingen zullen kunnen (doen) verrichten die daarvoor nodig zijn, inclusief de inschrijving van uw uitspraak in de Openbare Registers van Saba, zodat deze uitspraak in de plaats treedt van de notariële (verdelings)akte en direct in de Openbare Registers van Saba kan worden ingeschreven op basis van artikel 3:301 BW BES met als gevolg dat de openbare weg door de inschrijving van de uitspraak door de Hypotheekbewaarder direct ten name kan worden gesteld van het Openbaar Lichaam Saba en het restant van de Cattle Plantation kan worden geregistreerd op een wijze dat hieruit zal blijken dat de (Gezamenlijke) Erven rechthebbenden zijn en over de Cattle Plantation kunnen beschikken.
- de verzoekers […] te machtigen om namens de (Gezamenlijke) Erven over te gaan tot verkoop en levering van de Cattle Plantation en te bepalen dat de Verzoekers als vertegenwoordigers van de (Gezamenlijke) Erven daarvoor alle (rechts)handelingen zullen kunnen (doen) verrichten die daarvoor nodig zijn.
- Te bepalen dat een door uw Gerecht vast te stellen redelijk deel van de koopprijs bij verkoop van de Cattle Plantation (minus de grond voor de weg) door de notaris zal worden gehouden als zekerheid voor de geldelijke aanspraken de Overige Erven die niet in de verdeling zijn betrokken, met bepaling dat de aanspraken van de mogelijke Overige Erven, bekend of onbekend, opeisbaar worden op het tijdstip dat deze
beschikking in kracht van gewijsde gaat en vervallen nadat vijf jaren nadien zijn verstreken, na ommekomst van welke periode het eventueel resterende bedrag door de notaris zoveel mogelijk zal worden verdeeld overeenkomstig de door uw Gerecht vastgestelde verdeling.
- Met benoeming van een onzijdig persoon als bedoeld in artikel 3:181 BW die onbekende deelgenoten vertegenwoordigt alsmede de personen wier medewerking is vereist maar die medewerking tot de verdeling weigeren;
- Op grond van artikel 3:200 e.v. BW BES de Cattle Plantation aan te merken als langdurig onverdeelde boedel en de Gezamenlijke Erven aan te merken als deelgenoten;
- De grond benodigd voor de weg toe te kennen aan het OLS dan wel machtiging te verlenen aan Verzoekers als vertegenwoordigers van de (Gezamenlijke) Erven om gezamenlijk tot verkoop en levering van de grond benodigd voor de weg (conform productie 14) aan het Openbaar Lichaam Saba over te gaan voor USD 1 ten overstaan van notaris mr. Marcia Bouterse.
- Machtiging te verlenen aan Verzoekers als vertegenwoordigers van de Gezamenlijke Erven om gezamenlijk tot verkoop en levering van de overige grond van de Cattle Plantation (na afsplitsing of toekenning van de grond voor de weg aan OLS) over te gaan.
- Met benoeming van een onzijdig persoon als bedoeld in artikel 3:181 BW die onbekende deelgenoten vertegenwoordigt alsmede de personen wier medewerking is vereist maar die medewerking tot de verdeling weigeren.
2.4.
Ter zitting is namens verzoekers en ook namens het OLS benadrukt dat er wat hen betreft geen rangorde is in de aangevoerde wettelijke grondslagen van het verzoek: als het doel maar bereikt wordt.
Het perceel
2.5.
Het verzoek ziet op het perceel omschreven in de kop van deze beschikking. Het perceel is in de openbare registers niet geregistreerd op iemands naam.
De grondslag van het verzoek
2.6.
Verzoekers leggen het volgende aan het verzoek ten grondslag.
2.7.
Verzoekers vormen tezamen alle erfgenamen die in beeld zijn van de oorspronkelijk rechthebbenden op het perceel. De eigendom van het perceel is niet in de openbare registers geregistreerd, maar de oorspronkelijk rechthebbenden en hun erfgenamen zijn altijd en alom als eigenaren van het perceel beschouwd.
2.8.
Het OLS zal binnenkort een aangrenzend perceel verkrijgen waarop volgens plan een zonneweide (een terrein met zonnepanelen) zal worden aangelegd. De geplande zonneweide zal alleen bereikbaar zijn via het perceel. Het OLB wenst een weg aan te leggen op het perceel en hiervoor is ongeveer 5000 m2 daarvan nodig.
2.9.
De gezamenlijke erven zijn bereid om de benodigde grond aan het OLS te verkopen, althans eraan mee te werken dat die grond aan het OLS wordt toegekend, voor een bedrag van USD 1, zodat het OLS de weg naar de zonneweide kan realiseren.
2.10.
Door de gezamenlijke erven en het OLS zijn in dit kader twee vaststellingsovereenkomsten gesloten (prod 15 en 16). Voorafgaand aan het sluiten daarvan zijn alle erfgenamen en belanghebbenden door publicaties opgeroepen.
2.11.
Verzoekers hebben de volgende uitleg gegeven bij hun aanspraken op het perceel:
3.2
De Henry Hassell Erven hadden voor de hierna in randnummer 3.3.3 genoemde verkoop een 18/32e aandeel in de Cattle Plantation.
3.2.1
Op 15 april 1889 is een notariële boedelbeschrijving opgemaakt door notaris Engle H. Simmons op Saba voor de boedelbeschrijving van de erfgenamen van de heer John William Hassell en zijn vrouw Anne Elizabeth Hassell. Beiden waren overleden en hadden een gezamenlijk testament achtergelaten. De datum van het gezamenlijk testament was 15 juli 1863. Onderdeel nummer 27 van de boedel was het onverdeelde aandeel van 9/16 deel (gelijk aan 18/32) van een groot perceel land lokaal bekend als de Cattle Plantation gesitueerd in Giles Quarter. De nalatenschap had een schuld van ANG 1,799.45 (productie 23a).
3.2.2
Op 22 mei 1889 is een notariële akte opgemaakt door notaris Engle H. Simmons op Saba voor de heren James Benjamin Hassell, Abram Hassell en Richard Hassell. Deze drie heren waren persoonlijk bekend bij de notaris als zijnde de drie erfgenamen van de nalatenschap van John William Hassell en zijn vrouw Anne Elizabeth Hassell. Om aan de schulden van de nalatenschap van in totaal ANG 1,799.45 te kunnen voldoen hebben de erfgenamen gezamenlijk besloten om delen van de boedel te verkopen (productie 23b). Op de tweede pagina van de notariële akte wordt beschreven dat onderdelen 14, 15, 16, 18, 22 en 23 van de boedel verkocht was voor in totaal ANG 365.00. De openstaande schuld was daarna nog ANG 1,434.45. James Benjamin Hassell en Abram Hassell verklaren vervolgens op pagina 2 van deze notariële akte: 'to sell transfer make over and deliver in free and perfect ownership according to the law unto the third named appearer Richard Hassell'.
3.2.3
Richard Hassell heeft daarmee de volgende zaken gekocht:
a.
tien stukken vee voor ANG 212,
b.
onderdeel nummer 13 met daarop een woning voor ANG 1,000.00,
c.
onderdeel nummer 25 zijnde het onverdeelde aandeel van 1/2 van drie kleine percelen land die naast elkaar liggen lokaal ook bekend als ''The Wash'',
d.
onderdeel nummer 21, gesitueerd in het ''Giles Quarter'' gebied, een perceel lokaal ook bekend als ''Jeru's Ground'',
e.
onderdeel nummer 26, zijnde het onverdeelde aandeel van 1/2 van een perceel lokaal ook bekend als ''Shunney's Ground'',
f.
onderdeel nummer 24, gesitueerd in Savannah Hill Side,
g.
onderdeel nummer 19, bestaande uit het onverdeelde aandeel van 1/4 van een perceel in Giles Quarter, onderdeel nummer 21, bestaande uit het onverdeelde aandeel van 1/8 van een perceel in Giles Quarter,
3.2.4
Op 25 mei 1889 is een notariële akte opgemaakt door notaris Engle H. Simmons op Saba voor de heren James Benjamin Hassell, Abram Hassell en Richard Hassell. Deze drie heren waren persoonlijk bekend bij de notaris als zijnde de drie erfgenamen van de nalatenschap van John William Hassell en zijn vrouw Anne Elizabeth Hassell. Vanaf onderaan pagina 2 van deze notariële akte, wordt vastgesteld dat Richard Hassell het onverdeelde 1/4 aandeel overneemt van onderdeel nummer 27, hetgeen bestaat uit het onverdeelde van 9/16 deel (gelijk aan 18/32) van een groot perceel land lokaal bekend als de Cattle Plantation gesitueerd in Giles Quarter voor een bedrag van ANG 281.25 (productie 23c).
3.2.5
Op 24 juni 1892 is een notariële boedelbeschrijving opgemaakt door notaris Engle H. Simmons op Saba voor Henry Johnson Hassell in zijn hoedanigheid als wettelijk voogd van de drie minderjarige kinderen van Richard Hassell die eerder was overleden op zee op 25 augustus 1891 en zijn vrouw Ann Rebecca Hassell die was overleden op 24 februari 1892. Op basis van onderdeel nummer 24 van deze akte op pagina 5 is de 13/64 van het onverdeelde perceel Cattle Plantation (productie 23d).
3.2.6
Op 26 augustus 1892 heeft Henry Johnson Hassell een verzoek ingediend bij de rechtbank om het 13/64 deel van het onverdeelde perceel Cattle Plantation te kopen uit de boedel (productie 23e).
3.2.7
Op 3 september 1895 heeft de rechtbank vonnis gewezen en op basis daarvan is het verzoek van Henry Johnson Hassell ingewilligd om het 13/64 deel van het onverdeelde perceel Cattle Plantation te kopen uit de boedel (productie 23f).
3.2.8
Op 16 juni 1898 heeft Henry Johnson Hassell vervolgens via onderhandse akte 4/16 aandeel in het onverdeelde perceel Cattle Plantation van John L. Johnson voor ANG 250.00 (productie 23g).
3.2.9
Op 10 januari 1902 heeft Henry Johnson Hassell vervolgens via onderhandse akte 1/16 in het onverdeelde perceel Cattle Plantation van Peter J. Hassell voor ANG 175.00 ( productie 23h).
3.3
De Allan Peterson Erven hadden voor de hierna in randnummer 3.3.3 genoemde verkoop een aandeel van 11/32 aandeel in de Cattle Plantation.
3.3.1
Op 1 maart 1902 is een notariële akte opgemaakt door notaris Engle H. Simmons op Saba. Op basis van deze notariële akte heeft mevrouw Ann Catherine Hassell, weduwe van Richard Lovelace Hassell 11/32 aandeel in het onverdeelde perceel Cattle Plantation verkocht en geleverd aan de heer Allan Hassell Peterson voor een bedrag van ANG 100,00 (productie 24).
3.3.2
De Allan Peterson Erven bestaan inmiddels uit verschillende grote families die verspreid wonen op de verschillende eilanden in Caribisch Nederland, in Nederland, in de Verenigde Staten van Amerika en elders. De erfgenamen van de achterkleinzoon van Allan Hassell Peterson, de heer Kenneth Peterson, worden vertegenwoordigd door verzoeker Roy Poeteray, en alle overige erfgenamen van de heer Allan Hassell Peterson worden vertegenwoordigd door verzoeker Stanley Peterson. Hieronder vallen ook de heren David Peterson en Eddie Peterson.
3.3.3
Op 13 maart 1999 heeft één van de Allan Peterson Erven, de heer Harris Peterson, zijn aandeel verkocht. Hij besloot hiertoe zonder overeenstemming van alle Erven om een perceel op te meten aan de kustgrens van de Cattle Plantation en om dit vervolgens te verkopen en te leveren aan de heer Alf Hakan Bergman en mevrouw Isabel Katarina Gill. De levering hiervan aan hen heeft ook plaatsgevonden waardoor dit perceel geen onderdeel meer uitmaakt van de Cattle Plantation (productie 25). Sinds deze afsplitsing, verkoop en levering, zijn geen verdere afsplitsingen, en verkopen en leveringen gerealiseerd. Er hebben in daaropvolgende jaren nog wel een aantal onderhandse verkopen plaatsgevonden waarbij erfgenamen aan elkaar of aan derden hun aandeel of delen van hun aandeel verkochten maar tot leveringen heeft het niet kunnen komen. Via de Interne Vaststelling hebben alle Gezamenlijke Erven samen vastgesteld dat zij akkoord zijn met alle bekende onderhandse verkopen zoals nader omschreven in de Interne Vaststelling en dit verzoekschrift.
Het standpunt van het OLS
2.12.
Artikel 3:200f BW bepaalt dat het OLS in dit soort zaken belanghebbende is en moet worden opgeroepen. Artikel 3:200c lid 4 bepaalt dat de rechter het gevoelen inwint van het OLS over de eventueel noodzakelijke ontwikkeling van de onroerende zaak waarop het verzoek betrekking heeft.
2.13.
Ter zitting is namens het OLS, met verwijzing naar het op voorhand ingediende verweerschrift, het standpunt ingenomen dat het verzoek van verzoekers kan worden toegewezen. Het OLS acht toewijzing van het verzoek in het algemeen belang, omdat daarmee zal kunnen worden bereikt dat een weg naar de gepland zonneweide kan worden aangelegd en daardoor het project van de zonneweide doorgang kan vinden. Daarbij is haast geboden, met het oog de beschikbaarheid van Europese gelden voor dit project. Zonder de beoogde weg, kan het project niet doorgaan. Het OLS heeft geen interesse in de rest van het perceel en heeft geen bezwaar tegen toekenning daarvan aan verzoekers.
Kan de regeling inzake langdurig onverdeeld gebleven gemeenschappen worden toegepast?
2.14.
Na de inbezitneming door de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was alle grond van de overheid (Gemeenschappelijk Hof 16 november 2018, ECLI:NL:OGHACMB:2018:214,
Henson v. Sint Maarten). Men spreekt wel van het domeinbeginsel.
2.15.
In het onderhavige geval heeft het Openbaar Lichaam het domeinbeginsel niet ingeroepen. In tegendeel, het is het Gerecht bekend, zoals ter zitting besproken, dat het streven van ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en het Openbaar Lichaam is om de problematiek van de onverdeelde gronden op Saba en Sint Eustatius op te lossen. Kenmerkend voor deze eilanden is dat er relatief veel gronden zijn, zelfs gronden met daarop een woning gebouwd, zonder enige inschrijving in de openbare registers.
2.16.
In de onderhavige zaak is geen eigenaar van het perceel ingeschreven in de openbare registers. Onjuist is dat door de werking van artikel 5:24 BW BES de onroerende zaak toebehoort aan het Openbaar Lichaam. Op 4 mei 2018 heeft de Hoge Raad in een Sint Maartense zaak overwogen (ECLI:NL:HR:2018:696, rov. 3.3.3):
Voor het intreden van het door art. 5:24 BWSM in het leven geroepen rechtsgevolg dat de onroerende zaak toebehoort aan het Land, is niet voldoende dat onbekend is wie de eigenaar ervan is, maar is vereist dat de onroerende zaak geen (andere) eigenaar heeft. Hetzelfde moet worden aangenomen voor de voorafgaand aan art. 5:24 BWSM geldende bepalingen art. 5:24 BWNA en art. 572 (oud) BWNA. Indien het Land zich erop beroept eigenaar van een stuk grond te zijn omdat die grond geen andere eigenaar had, rusten stelplicht en bewijslast daarvan op het Land.
2.17.
Naar vaste rechtspraak van het Gemeenschappelijk Hof wordt een persoon die overheidsgrond in gebruik neemt, in beginsel naar verkeersopvattingen, vermoed houder voor de overheid te zijn. Zie de gegevens in de conclusie van de Advocaat-Generaal, ECLI:NL:PHR:2021:980, bij de artikel 81-uitspraak van de Hoge Raad van 25 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:308. Op dit beginsel zijn echter uitzonderingen mogelijk.
2.18.
Een houder kan nooit door verjaring verkrijgen. Daarvoor is bezit nodig. Voor een interversie van houderschap in bezit gelden strenge eisen (artikel 3:111 BW BES).
2.19.
Een inschrijving in de openbare registers wordt door het Gemeenschappelijk Hof wel, naar verkeersopvattingen, als bezitsdaad gezien, zodat verjaring mogelijk is. Denkbaar ook is dat uit het bestaan van oude notariële akten, naar verkeersopvattingen, bezit wordt afgeleid.
2.20.
Overigens is een beroep op verjaring door een bezitter niet zonder complicaties. Het leidt tot een inschrijving in het register van voorlopige aantekeningen, bedoeld in artikel 3:20 BW BES. Men zie de (zware) vereisten van artikel 43 lid 1 onder a of b Kadasterwet BES waaraan door de notaris moet worden getoetst. Pas na twintig jaren is, door de werking van de verjaring, er volledig zekerheid omtrent de eigendom.
2.21.
Het is niet uitgesloten dat in het verleden, door een concessie door de overheid of toch door verjaring na bezitsdaden (men denke aan het bestaan van oude notariële aktes), er een particuliere eigenaar is geweest. Aannemelijk is dat van deze persoon er vervolgens talloze nakomelingen zijn. Daarvan uitgaande en in aanmerking genomen dat het Openbaar Lichaam geen beroep op het domeinbeginsel heeft gedaan, kan, ook bij het ontbreken van een inschrijving van een eigenaar in de openbare registers, een langdurig onverdeeld gebleven gemeenschap worden aangenomen.
2.22.
Het verzoek wordt door alle in dit geding verschenen partijen gesteund. Allen vinden het van belang dat het OLS een weg naar de zonneweide zal kunnen aanleggen en dat de resterende grond kan worden geregistreerd op naam van de verzoekers. In deze zaak kan worden aangenomen dat het een langdurig onverdeeld gebleven gemeenschap in de zin van artikel 3:200a BW BES betreft. Toekenning van eigendom op basis van die regeling aan verzoekers is echter niet mogelijk. Deze regeling is bedoeld om problematische gemeenschappen op te lossen, niet om nieuwe potentieel problematische gemeenschappen te creëren. Dat laatste zou het geval zijn bij toekenning aan een groot aantal personen, zoals bij toekenning aan verzoekers het geval zou zijn.
2.23.
Op basis van de 3:200a- regeling kan wel toekenning plaatsvinden van het door partijen aangegeven gedeelte van het perceel aan het OLS, voor de aanleg van de weg naar de zonneweide. Dat gedeelte van het perceel dient, in het algemeen belang, te worden ontwikkeld. Gelet op hetgeen hiervoor en hierna wordt overwogen, is uitgifte van dat gedeelte ten behoeve van gebruikers niet aan de orde. Het gaat om de grond benodigd voor de geprojecteerde weg (productie 14 bij het verzoekschrift): […]
2.24.
Artikel 3:27 BW BES kan als grondslag dienen voor de door verzoekers gewenste eigendomsuitwijzing. Hun daarop gestoelde vordering zal worden toegewezen als hierna omschreven. Ook toewijsbaar zijn de overige – niet weersproken – verzoeken en vorderingen van verzoekers, zoals hierna omschreven. Dit geldt echter niet voor de
benoeming van een onzijdig persoon als bedoeld in artikel 3:181 BW BES. Daarbij bestaat vooralsnog onvoldoende belang.
2.25.
De notaris heeft ter zitting te kennen gegeven bereid te zijn de afwikkeling van deze beschikking te begeleiden. Zoals verzocht en uit het dictum van deze uitspraak blijkt, zal bij verkoop van het restant van het perceel een gedeelte van de opbrengst onder de notaris blijven. De aanspraken op die opbrengst verjaren na vijf jaar nadat deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan. Stuiting zal dienen plaats te vinden aan het kantoor van de notaris.
Voorlopige ontwerp-beslissingen
2.3.
Bovenstaand voorlopig oordeel zou voorshands leiden tot deze beslissingen:
3.1.
kent de grond bestemd voor een openbare weg zoals aangeduid in productie 14 bij het verzoekschrift in eigendom toe aan het OLS;
3.2.
verklaart dat het restant van het perceel, dus het perceel behoudens het onder 3.1 bedoelde gedeelte, in eigendom toekomt aan verzoekers;
3.3.
bepaalt dat de kosten verband houdende met de toekenning als onder 3.1 bedoeld en de notariële kosten voor de afsplitsing van het perceel van het gedeelte als onder 3.1 bedoeld voor rekening komen van het OLS;
3.4.
bepaalt dat […] als vertegenwoordigers van alle verzoekers alle rechtshandelingen zullen kunnen uitvoeren benodigd ter uitvoering van het bepaalde onder 3.1 en 3.2, inclusief het bewerkstelligen van de inschrijving van deze uitspraak in de Openbare Registers van Saba, en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de notariële (verdelings)akte en in de Openbare Registers kan worden ingeschreven op basis van artikel 3:301 BW BES en de openbare weg door de inschrijving van de uitspraak door de bewaarder der Openbare Registers direct ten name kan worden gesteld van het OLS en het restant van het perceel kan worden geregistreerd als eigendom van de verzoekers;
3.5.
machtigt […] om namens alle verzoekers over te gaan tot verkoop en levering van het restant van het perceel, met bepaling dat […] als vertegenwoordigers van alle verzoekers daarvoor de rechtshandelingen zullen kunnen (doen) verrichten die daarvoor nodig zijn;
3.6.
bepaalt dat 10% van de netto-verkoopprijs bij verkoop van het restant van het perceel door de notaris onder zich zal worden gehouden ten behoeve van de erven die niet in dit geding zijn verschenen, met bepaling dat de aanspraken van die erven, bekend of onbekend, opeisbaar worden op het tijdstip dat de netto-verkoopprijs bij de notaris is gestort en verjaren nadat vijf jaren nadien zijn verstreken, na ommekomst van welke periode het resterende bedrag door de notaris zoveel mogelijk zal worden verdeeld onder de alle deelgenoten, overeenkomstig ieders gerechtigdheid;
3.7.
bepaalt dat deze beschikking door toedoen van de griffier binnen twee weken na deze uitspraak openbaar bekend wordt gemaakt in de Staatscourant, de National Gazette en The Daily Herald en op de website van het Gemeenschappelijk Hof, door plaatsing van dit bericht: […]
3.8.
bepaalt dat de griffier nadat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan een afschrift van deze beschikking zendt aan de bewaarder van de openbare registers in Saba ter inschrijving; […]
Uitlating
2.4.
Partijen zullen zich over de voorlopige beoordeling en de voorlopige ontwerpbeslissingen kunnen uitlaten als hierna omschreven.

3.Beslissing

Het Gerecht:
3.1.
gelast de griffier alle belanghebbenden bij het perceel openbaar te doen oproepen overeenkomstig artikel 5 onder 7 tweede en derde volzin tegen de rolzitting in het gerechtsgebouw op Bonaire van vrijdag 28 juni 2024 om 13.30 uur, en gelast daarbij de plaatsing van onderstaand bericht in de Staatscourant, de National Gazette en The Daily Herald:
OPROEP
Bij het Gerecht in eerste Aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
is een zaak aanhangig die ziet op het perceel:
THE CATTLE PLANTATION
te St. John op Saba, groot 478.935 m2, geregisterd op naam van ‘Owner Unknown (1/1)’ omschreven in meetbrief 5 van 1993, register C deel 0 nummer 0,
Het verzoekschrift in deze zaak strekt ertoe om op de voet van artikel 3:27 BW BES en/of artikel 3:200a BW BES te beslissen dat de eigendom van het perceel aan de 63 verzoekers toekomt en gedeeltelijk aan het Openbaar Lichaam Saba.
Belanghebbenden worden hierbij opgeroepen om op de rolzitting in het gerechtsgebouw op Bonaire van vrijdag 28 juni 2024 om 13.30 uur een verweerschrift in te dienen. Dit kan ook tevoren via oudeboedels@caribjustitia.org, onder vermelding van SAB202400018 (Erven Hassell, Peterson en Johnson inzake boedel The Cattle Plantation).
3.2.
bepaalt dat verzoekers, het OLS en belanghebbenden op of voorafgaand aan bedoelde rolzitting desgewenst schriftelijk kunnen reageren op het voorlopig oordeel en de voorlopige ontwerp-beslissingen;
3.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter, en in het openbaar uitgesproken.