Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Naheffingsaanslagen
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
Kosten bezwaarfase
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 3 juni 2024 uitspraak gedaan over de naheffingsaanslagen winstbelasting en de daarbij opgelegde verzuimboetes aan belanghebbende voor de jaren 2016 en 2017. De belanghebbende, een onderneming gevestigd in Aruba, had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen en verzuimboetes die op 21 december 2020 waren opgelegd. De Inspecteur der Belastingen had de bezwaren ongegrond verklaard, waarna belanghebbende beroep instelde. Het Gerecht oordeelde dat de naheffingsaanslagen ten onrechte waren opgelegd, omdat de verschuldigde belasting op het moment van oplegging volledig was betaald. Het Gerecht benadrukte dat een fout in het interne systeem van de Belastingdienst niet kan leiden tot het in stand houden van een onterecht opgelegde belastingaanslag. De verzuimboetes werden als terecht opgelegd beschouwd, maar het Gerecht besloot tot matiging van de boete voor het jaar 2017, gezien de omstandigheden van de zaak, waaronder de korte termijn van één dag te laat betalen. Uiteindelijk werden de verzuimboetes voor de jaren 2016 en 2017 verminderd tot respectievelijk Afl. 850 en Afl. 425. Het Gerecht veroordeelde de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende en droeg op het betaalde griffierecht te vergoeden.