Uitspraak
1.Het arrest in dit geding
2.Beslissing
11 oktober 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 oktober 2024 een arrest gewezen in een incident, geregistreerd onder ECLI:NL:HR:2024:1367. In dit arrest was een foutieve weergave van de partijen in het incident opgenomen, waarbij [eisers] ten onrechte als verweerders en [verweerders] als eisers werden aangeduid. Dit was een kennelijke verschrijving, aangezien [eisers] het incident hadden geopend door de schorsing van het geding in te roepen. Daarnaast bevatte het arrest een fout in rechtsoverweging 3.5, waar 'overgewogen' in plaats van 'overwogen' stond.
De advocaat van [eisers] heeft de Hoge Raad verzocht om deze fouten te rectificeren, en de advocaat van [verweerders] heeft geen bezwaar gemaakt tegen dit verzoek. De Hoge Raad heeft besloten om de fouten, die eenvoudig te herstellen zijn, te verbeteren op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
De correcties zijn als volgt doorgevoerd: de kop van het arrest is aangepast zodat de juiste partijen worden weergegeven, en de geciteerde zin in rechtsoverweging 3.5 is gecorrigeerd. De Hoge Raad heeft op 11 oktober 2024 de verbeteringen officieel vastgesteld en deze zijn op de minuut van het eerdere arrest genoteerd.