Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
Opmerkingen vooraf
persoonsgegevens” zijn in de zin van art. 4 aanhef en onderdeel 1 AVG. De waarderingen en/of beoordelingen van de in het arbeidsgeschil bestaande feiten en omstandigheden die deze stukken bevatten passen bij de ruime uitleg die de AVG beoogt te geven aan dat begrip [HR: voetnoot weggelaten]. [verzoekster] heeft om die reden in beginsel recht op inzage in deze stukken.
de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen”. Onder “
anderen” dient ook de verwerkingsverantwoordelijke te worden verstaan.
equality of arms” [HR: voetnoot weggelaten].
3.Beoordeling van het middel
equality of armsvan art. 6 EVRM, omdat voor een beperking van het in art. 15 AVG vervatte inzagerecht een wettelijke grondslag is vereist en art. 6 EVRM niet als een dergelijke wettelijke grondslag heeft te gelden, althans art. 6 EVRM in dit geval toepassing mist nu de onderhandelingen over het arbeidsgeschil tussen [verzoekster] en de rechtbank Noord-Holland buiten rechte hebben plaatsgevonden en dit geschil al is beëindigd.
equality of arms. De onderdelen II.1 en II.2 missen derhalve feitelijke grondslag.
4.Beslissing
4 oktober 2024.