ECLI:NL:HR:2024:1134

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 september 2024
Publicatiedatum
5 september 2024
Zaaknummer
22/01364
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen navorderingsaanslag vennootschapsbelasting en ontvankelijkheid bezwaar

In deze zaak heeft [B], vertegenwoordigd door P.J. van Amersfoort en R. van Scharrenburg, beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 2 maart 2022, nr. BK-19/00475. Dit hoger beroep volgde op een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 18/1079) betreffende een aan [X2] Ltd opgelegde navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting over het jaar 2011. De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend, waarop [B] een conclusie van repliek heeft ingediend, gevolgd door een conclusie van dupliek van de Staatssecretaris. De Advocaat-Generaal M.R.T. Pauwels heeft op 30 juni 2023 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het faalt op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest (ECLI:NL:HR:2024:1080). De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 6 september 2024.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer22/01364
Datum6 september 2024
ARREST
op het door [B] ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 2 maart 2022, nr. BK-19/00475 [1] , op het hoger beroep tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 18/1079) betreffende een aan [X2] Ltd over het jaar 2011 opgelegde navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting.

1.Geding in cassatie

1.1
[B], vertegenwoordigd door P.J. van Amersfoort en R. van Scharrenburg, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld op naam van [X2] Ltd. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
[B] heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Staatssecretaris heeft een conclusie van dupliek ingediend.
1.2
De Advocaat-Generaal M.R.T. Pauwels heeft op 30 juni 2023 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie. [2] [B] heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

Het middel faalt op de gronden die zijn vermeld in onderdeel 4 van het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak met nummer 22/01363 (ECLI:NL:HR:2024:1080).

3.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren M.W.C. Feteris, M.A. Fierstra, J. Wortel en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2024.