ECLI:NL:HR:1991:AA5300
Hoge Raad
- Cassatie
- A. van der Linde
- J. Baardman
- M. Bellaart
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem inzake navorderingsaanslag vennootschapsbelasting
Op 25 september 1991 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een cassatiezaak waarbij de Staatssecretaris van Financiën in beroep ging tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 9 maart 1990. Deze zaak betrof een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting die was opgelegd aan X A.G. te Z (Zwitserland). De belanghebbende was aanvankelijk niet aangeslagen voor de vennootschapsbelasting voor het jaar 1979, maar kreeg een navorderingsaanslag opgelegd van f 1.700.000,--, met een verhoging van de nagevorderde belasting met 100 procent. De Inspecteur verleende geen kwijtschelding voor deze verhoging. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de aanslag vernietigde.
De Staatssecretaris van Financiën stelde cassatie in tegen de uitspraak van het Hof. In het cassatieberoep werd door de Staatssecretaris gesteld dat het beroep uitsluitend was ingesteld voor het geval dat in een ander aanhangig geding, onder nummer 26.853, zou worden beslist dat de door belanghebbende gemaakte winst niet als beloning voor de door A verrichte werkzaamheden was uitbetaald. De Hoge Raad had echter in dat andere geding beslist dat de winst wel als beloning aan A was uitbetaald. Hierdoor ging de voorwaarde waaronder het cassatieberoep was ingesteld niet in vervulling, wat leidde tot de verwerping van het beroep.
De Hoge Raad concludeerde dat het cassatieberoep van de Staatssecretaris niet kon slagen, en verwierp het beroep. Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van het Gerechtshof en onderstreept de voorwaarden waaronder cassatie kan worden ingesteld.