Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beoordeling van de cassatiemiddelen voor het overige
5.Beslissing
7 februari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft een klaagschrift van de klager, die in verband met verdenking van hennepteelt beslag had laten leggen op een geldbedrag van € 1.080 en een autosleutel. De klager stelde dat de beslissing van de rechtbank niet in het openbaar was uitgesproken, wat door de Hoge Raad werd bevestigd. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank niet de juiste maatstaf had aangelegd bij de beoordeling van het voortduren van het beslag. De rechtbank had geoordeeld dat het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vorderde, omdat het geldbedrag mogelijk kon dienen voor het aantonen van wederrechtelijk verkregen voordeel. De Hoge Raad oordeelde echter dat deze motivering ontoereikend was, omdat niet duidelijk was hoe het beslag zou bijdragen aan het aantonen van dit voordeel. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de rechtbank, maar alleen voor zover het de ongegrondverklaring van het klaagschrift ten aanzien van het geldbedrag betrof. De zaak werd terugverwezen naar de rechtbank Midden-Nederland voor een nieuwe beoordeling.