2.2In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan:
(i) Deliveroo onderhield in Nederland een digitaal platform waarop restaurants maaltijden aanboden die consumenten via dat platform konden bestellen. Sinds september 2015 bood Deliveroo aan de restaurants een bezorgservice. Deliveroo zorgde er dan voor dat de bestelde maaltijd per fiets bij de consument werd bezorgd.
(ii) Bpf Vervoer is een bedrijfstakpensioenfonds in de zin van de Pensioenwet en de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (hierna: Wet Bpf 2000). Bpf Vervoer is de uitvoerder van de pensioenregeling voor de bedrijfstak beroepsvervoer over de weg.
(iii) De deelneming in Bpf Vervoer is ingevolge de Wet Bpf 2000 verplicht gesteld, voor zover in dit geding van belang, bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) van 14 april 2014. Bij besluit van de Minister van SZW van 16 januari 2018is de verplichtstelling tot deelneming in Bpf Vervoer gewijzigd. Hierna wordt aan voornoemde besluiten gerefereerd als ‘het verplichtstellingsbesluit’.
(iv) Het verplichtstellingsbesluit bevat in art. I een werkingssfeerbepaling.
Deze luidt, voor zover relevant, als volgt:
“De deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer
over de Weg is verplicht gesteld voor:
- Werknemer A (...)
(...) waarbij verstaan wordt onder:
1. Werknemer A:
De persoon die krachtens arbeidsovereenkomst in dienst is van een onderneming in
het Beroepsvervoer over de Weg (...) met uitzondering van:
(...)
b. de werknemer die in een onderneming in het Beroepsvervoer over de Weg, waarin
anders dan uitsluitend of in hoofdzaak een of meer takken van bedrijf behorende tot
(...) het wegvervoer (...) worden uitgeoefend, niet werkzaam is in een afdeling waarin uitsluitend of in hoofdzaak een of meer der bedoelde takken van bedrijf worden uitgeoefend;
(...)
4. Onderneming in het Beroepsvervoer over de Weg:
De natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon die – al dan niet met winstoogmerk – in een in Nederland gevestigd bedrijf of in een afdeling van een zodanig bedrijf uitsluitend of in hoofdzaak werkzaamheden uitoefent, behorende tot
het wegvervoer (...)
5. Wegvervoer:
Het bedrijf van:
a. (...)
het tegen vergoeding vervoeren van goederen over de weg (...).”
(v) Bij brief van 13 oktober 2017 heeft Bpf Vervoer aan Deliveroo meegedeeld dat Bpf Vervoer Deliveroo heeft aangesloten bij het pensioenfonds en is door Bpf Vervoer aanspraak gemaakt op premiebetaling door Deliveroo. Daarbij heeft Bpf Vervoer bericht dat de aansluitplicht niet voor alle werknemers van Deliveroo geldt, maar alleen voor de werknemers die op de ‘vervoersafdeling’ werkzaam zijn, omdat uit omzetcijfers blijkt dat Deliveroo minder dan 50% van haar omzet genereert uit het bezorgen van maaltijden.
(vi) Deliveroo heeft bezwaar gemaakt tegen de aansluiting bij Bpf Vervoer.
(vii) Bpf Vervoer heeft op basis van de door Deliveroo onder protest aangeleverde werknemersgegevens premienota’s opgesteld die in de periode van december 2017 tot en met juli 2018 zijn toegezonden aan Deliveroo. Het totaal van deze premienota’s bedraagt € 639.372,98. Deliveroo heeft hiervan € 400,-- betaald.
(viii) Het hof Amsterdam heeft in een arrest van 16 februari 2021 in een procedure tussen Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) en Deliveroo geoordeeld dat de rechtsverhouding tussen Deliveroo en haar maaltijdbezorgers als een arbeidsovereenkomst is aan te merken. De Hoge Raad heeft het tegen dat arrest ingediende beroep in cassatie verworpen.
(ix) Op 21 december 2021 heeft het hof Amsterdamin een procedure tussen FNV en Deliveroo geoordeeld dat Deliveroo onder de cao voor beroepsgoederenvervoer valt. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep tegen die uitspraak vandaag verworpen.