ECLI:NL:HR:2023:1381

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 oktober 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
22/04697
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel aan ouder tot terugverhuizing in het kader van personen- en familierecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de moeder, die zonder bekende woon- of verblijfplaats is. De moeder verzocht om cassatie tegen een beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, die op 15 september 2022 was gegeven. De vader, die woonachtig is op een bepaalde woonplaats, heeft verzocht om het cassatieberoep te verwerpen. De Stichting Samen Veilig Midden-Nederland, hierna de GI, was als belanghebbende betrokken, maar is niet verschenen in de procedure.

De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere uitspraken, waaronder de beschikking van 15 oktober 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1513) en de beschikking van het gerechtshof. De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas was dat het cassatieberoep verworpen moest worden. De advocaat van de moeder heeft schriftelijk gereageerd op deze conclusie.

Na beoordeling van de klachten over de beschikking van het hof, heeft de Hoge Raad geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/04697
Datum6 oktober 2023
BESCHIKKING
In de zaak van
[de moeder],
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: de moeder,
advocaat: N.C. van Steijn,
tegen
[de vader],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de vader,
advocaat: K. Aantjes,
Belanghebbende
STICHTING SAMEN VEILIG MIDDEN-NEDERLAND,
gevestigd te Utrecht,
hierna: de GI,
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar:
a. zijn beschikking in de zaak 20/03640 (ECLI:NL:HR:2021:1513) van 15 oktober 2021;
b. de beschikking in de zaak 200.304.233/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 15 september 2022.
De moeder heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De vader heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De GI heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de moeder heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren C.H. Sieburgh en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
6 oktober 2023.