Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
6 oktober 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de moeder, die zonder bekende woon- of verblijfplaats is. De moeder verzocht om cassatie tegen een beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, die op 15 september 2022 was gegeven. De vader, die woonachtig is op een bepaalde woonplaats, heeft verzocht om het cassatieberoep te verwerpen. De Stichting Samen Veilig Midden-Nederland, hierna de GI, was als belanghebbende betrokken, maar is niet verschenen in de procedure.
De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere uitspraken, waaronder de beschikking van 15 oktober 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1513) en de beschikking van het gerechtshof. De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas was dat het cassatieberoep verworpen moest worden. De advocaat van de moeder heeft schriftelijk gereageerd op deze conclusie.
Na beoordeling van de klachten over de beschikking van het hof, heeft de Hoge Raad geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.