ECLI:NL:HR:2022:855

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juni 2022
Publicatiedatum
8 juni 2022
Zaaknummer
21/00855
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over beslag- en executierecht en de gevolgen van een koopovereenkomst

In deze zaak heeft ABC Wonen B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De Hoge Raad heeft de klachten van ABC beoordeeld, die betrekking hadden op de toepassing van beslag- en executierecht in het kader van een gesloten koopovereenkomst. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. Dit oordeel werd gegeven zonder verdere motivering, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vastgelegd in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft het beroep van ABC verworpen en ABC veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten aan de zijde van de verweerders zijn begroot op € 2.177,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien ABC deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak voldoet. De uitspraak vond plaats op 10 juni 2022, waarbij de beslissing openbaar werd uitgesproken door raadsheer H.M. Wattendorff.

De zaak is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van beslag- en executierecht, vooral in relatie tot de gevolgen van een koopovereenkomst en de risicoaansprakelijkheid die daarmee gepaard gaat. De Hoge Raad heeft hiermee een belangrijke uitspraak gedaan die de rechtspraktijk kan beïnvloeden.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/00855
Datum10 juni 2022
ARREST
In de zaak van
ABC WONEN B.V.,
gevestigd te Wanssum, gemeente Venray,
EISERES tot cassatie,
hierna: ABC,
advocaat: J.P. van den Berg,
tegen
1. [verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
2. [verweerster 2],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders],
advocaat: R.T. Wiegerink.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/03/223552 / HA ZA 16-429 van de rechtbank Limburg van 23 november 2016, 5 april 2017 (rolbeslissing), 2 mei 2018 en 6 juni 2018;
het arrest in de zaak 200.241.205/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 1 december 2020.
ABC heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
[verweerders] hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G. Snijders strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van ABC heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt ABC in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerders] begroot op € 2.177,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien ABC deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
10 juni 2022.