In deze zaak heeft ABC Wonen B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De Hoge Raad heeft de klachten van ABC beoordeeld, die betrekking hadden op de toepassing van beslag- en executierecht in het kader van een gesloten koopovereenkomst. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. Dit oordeel werd gegeven zonder verdere motivering, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vastgelegd in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft het beroep van ABC verworpen en ABC veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten aan de zijde van de verweerders zijn begroot op € 2.177,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien ABC deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak voldoet. De uitspraak vond plaats op 10 juni 2022, waarbij de beslissing openbaar werd uitgesproken door raadsheer H.M. Wattendorff.
De zaak is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van beslag- en executierecht, vooral in relatie tot de gevolgen van een koopovereenkomst en de risicoaansprakelijkheid die daarmee gepaard gaat. De Hoge Raad heeft hiermee een belangrijke uitspraak gedaan die de rechtspraktijk kan beïnvloeden.