2.1In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) [eiser] en [verweerder 2] zijn in 1996 op huwelijkse voorwaarden gehuwd. Dit huwelijk is in 2012 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand.
(ii) [de moeder], de moeder van [verweerder 2], was tot haar overlijden in 2016 eigenares van een perceel landbouwgrond (hierna: het perceel).
(iii) [de moeder], [verweerder 2] en [eiser] zijn in 2007 voor onbepaalde tijd de vennootschap aangegaan met [eiser] en [verweerder 2] als beherende vennoten en [de moeder] als commanditaire vennoot. Zij hebben daartoe een “Akte van commanditaire vennootschap” (hierna: de C.V.-akte) ondertekend. Deze akte bevat, voor zover in cassatie van belang, de volgende bepalingen:
“(…)
In aanmerking nemende:
- dat partijen met ingang van 1 januari 2007 met elkaar een commanditaire vennootschap zijn aangegaan teneinde voor gezamenlijke rekening en risico en onder gemeenschappelijke naam het landbouwbedrijf te gaan uitoefenen (...)
Artikel 5 Inbreng, vermogen van de vennootschap
(...)
1. b Partij Z [HR: [de moeder]] brengt bij aanvang in de vennootschap in landbouwgronden met een waarde van € 517.000 (...)
(…)
3. Ieder der partijen wordt voor zijn inbreng in geld of goederen in de boeken der vennootschap gecrediteerd ten belope van het bedrag of de waarde daarvan.
4. Partij X en partij Y [HR: [verweerder 2] en [eiser]] genieten ten laste van de winst- en verliesrekening een rentevergoeding gelijk aan vier procent (4%) per jaar, over het bedrag waarvoor hij en zij in de boeken der vennootschap bij de aanvang van het boekjaar staan gecrediteerd.
5. Partij Z geniet ten laste van de winst- en verliesrekening een rentevergoeding gelijk aan negen procent (9%) per jaar, over het bedrag waarvoor zij in de boeken der vennootschap bij de aanvang van het boekjaar staat gecrediteerd. (...)
Artikel 10 Winstverdeling
1. Aan de beherende vennoten zal eerst in onderling overleg een arbeidsbeloning worden toegekend.
2. De resterende Winst of verlies, nadat het resultaat is verminderd met de rente zoals bedoeld in artikel 5 lid 4 en met de in lid 1 van dit artikel genoemde arbeidsbeloning, zal door partijen, indien niet anders is of wordt overeengekomen, gelijkelijk worden genoten of gedragen met dien verstande dat het kapitaal van de commanditaire vennoot nooit minder kan bedragen dan € 517.000 (...)
3. Onder de winst of het verlies wordt verstaan: de bruto-exploitatiewinst, verminderd met alle exploitatiekosten ten behoeve van het bedrijf der vennootschap gemaakt en alle lasten op het bedrijf rustende.
4. Onder exploitatiekosten zijn mede te begrijpen de in het bedrijfsleven gebruikelijke afschrijvingen, alsmede de rente aan de vennoten te vergoeden over hun kapitaalrekening.
5. Geen winst zal worden geacht te zijn gemaakt, indien enig verlies over vorige jaren nog niet zal zijn ingehaald.
Artikel 12 Einde vennootschap
De vennootschap eindigt:
(...)
g. Ingeval van duurzame ontwrichting van de affectieve relatie tussen de partijen X en Y, welke situatie in ieder geval aanwezig geacht wordt bij het metterwoon verlaten door een van de vennoten van de gezamenlijke woning. In dat geval, heeft partij X als enige het recht de commanditaire vennootschap in zijn geheel voort te zetten met partij Z.
Artikel 13 Uitbetaling aandeel gewezen beherend vennoot
1. Wanneer de vennootschap eindigt en de andere partijen de zaken der vennootschap al dan niet met derden voortzetten, dan zullen de voortzettende partijen bevoegd zijn de tegenwaarde van het aandeel van de gedefungeerde vennoot aan hem of zijn rechthebbende(n) uit te betalen in vijf gelijke jaarlijkse termijnen (...).”
(iv) [eiser] heeft in 2009 de gezamenlijke woning definitief verlaten. [verweerder 2] heeft de vennootschap aanvankelijk voortgezet met [de moeder]. Na het overlijden van [de moeder] heeft [verweerder 2] de onderneming als eenmanszaak voortgezet.