Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Uitgangspunten in cassatie
’onmogelijk om op het platform in te loggen. De ‘agents’ zijn, wegens het ontbreken van een gezagsrelatie, niet in dienstbetrekking bij belanghebbende.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 mei 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door de Staatssecretaris van Financiën tegen [X] B.V. De zaak betreft de vraag of de freelance werkende vrouwen, die via een digitaal platform erotische diensten aanbieden, als werknemers kunnen worden aangemerkt en dus verzekerd zijn op grond van de werknemersverzekeringen. De Staatssecretaris had eerder beschikkingen afgegeven waarin werd gesteld dat deze 'agents' verzekerd zijn. Het Gerechtshof Amsterdam had echter geoordeeld dat de arbeidsverhouding tussen de 'agents' en [X] B.V. niet gelijk kan worden gesteld aan een dienstbetrekking. Dit oordeel was gebaseerd op de tekst van de relevante wetgeving en de totstandkomingsgeschiedenis van het Rariteitenbesluit, waarin sekswerkers specifiek worden gedefinieerd als prostituees. De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof bevestigd en het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Tevens is de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 2.277. Dit arrest benadrukt de noodzaak om de juridische status van freelancers in de context van digitale platformen te verduidelijken, vooral in sectoren met een hoge mate van flexibiliteit en variabiliteit in arbeidsrelaties.