ECLI:NL:HR:2022:1395
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen navorderingsaanslag inkomstenbelasting en heffingsrente
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 oktober 2022 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] te [Z] tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2009, die eerder door de Rechtbank Noord-Nederland was opgelegd. De belanghebbende, vertegenwoordigd door J. Sierts, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 9 november 2021. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat het beroep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is openbaar uitgesproken en is gewezen door vice-president R.J. Koopman, samen met de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in aanwezigheid van waarnemend griffier F. Treuren.