Uitspraak
gevestigd te Sint Maarten,
zetelende te Philipsburg, Sint Maarten,
gevestigd te Philipsburg, Sint Maarten,
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
9 april 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 april 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door Resort of the World N.V. (ROTW) tegen het Land Sint Maarten en de Ontvanger van het Land Sint Maarten. De zaak betreft een verzet tegen de invordering van speelvergunningsrechten door de Ontvanger. ROTW stelde dat de aanslagen in strijd waren met een toezegging van de rechtsvoorganger van het Land. De Hoge Raad diende te beoordelen of de Ontvanger exclusieve procesbevoegdheid had in deze geschil, en of de burgerlijke rechter of de administratieve LAR-rechter bevoegd was in het geval dat de belastingrechter niet bevoegd was.
De Hoge Raad oordeelde dat de Ontvanger niet de exclusieve procesbevoegdheid had, en dat er geen wettelijke grondslag bestond voor de bevoegdheid van de belastingrechter in Sint Maarten. De Hoge Raad bevestigde dat de LAR-rechter bevoegd was om te oordelen over de aanslagen speelvergunningsrecht, en dat ROTW niet-ontvankelijk was in haar vordering tegen het Land en de Ontvanger. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep van ROTW en veroordeelde haar in de kosten van het geding in cassatie.
Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de procesbevoegdheid in belastingzaken in Sint Maarten, en benadrukt de rol van de administratieve rechter in geschillen over belastingaanslagen waar geen beroep openstaat bij de belastingrechter.