In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) [verweerster 1] treedt in dit geding voor zichzelf op en, tezamen met [verweerder 2], namens [betrokkene 1].
(ii) [betrokkene 1] en [verweerster 1] (hierna gezamenlijk in enkelvoud aangeduid als [verweerster 1]) waren eigenaar van een perceel grond in [plaats]. In 2004 hebben zij het perceel verkocht aan [eiseres] met het oog op de bouw door [eiseres] van een appartementencomplex op het perceel en de verwerving door [verweerster 1] van een winkelruimte op de begane grond van het te realiseren appartementencomplex (hierna: de winkelruimte).
(iii) De tussen [eiseres] en [verweerster 1] gemaakte afspraken zijn vastgelegd in een onderhandse akte van 30 juni 2004 die – voor zover van belang – het volgende inhoudt:
“1. [betrokkene 1] verkoopt het perceel (…) aan [eiseres].
2. De koopprijs van het perceel wordt vastgesteld op € 50.000,00 kosten koper (...)
3. [eiseres] ontwikkelt de locatie en verkoopt de appartementsrechten voor haar rekening en risico, met in acht name van hetgeen verderop is gesteld
4. De koopprijs van het perceel zal worden voldaan door het leveren aan [betrokkene 1] van een winkel en het bijbehorende appartementsrecht. Deze levering zal plaatsvinden na onherroepelijke bouwvergunning.
5. De waarde van het appartementsrecht van de winkel en de bouw van de winkel tezamen wordt vastgesteld op € 50.000,00 excl. BTW.
6. Deze laatstgenoemde waarde is voorwaardelijk. Hij geldt alleen als de volgende uitgangspunten stand houden en de volgende bedragen excl. BTW gehandhaafd kunnen worden:
a. Vertragingscompensatie € 20.000,00
b. Parkeerplaatscompensatie € 40.000,00
c. Makelaarskosten, verkoopboekjes en advertenties (…) € 9.000,00
d. Leges € 12.000,00
e. Aansluitkosten alle nutsvoorzieningen € 6.000,00
f. Opbrengst app. 1 v.o.n. € 182.000,00
g. Opbrengst app. 2 v.o.n. € 182.000,00
h. Opbrengst app. 3 v.o.n. € 182.000,00
i. Opbrengst app. 4 v.o.n. € 182.000,00
j. Opbrengst app. 5 v.o.n. € 257.000,00
k. Realisatie en oplevering in 2005
l. Fundering op staal is mogelijk
m. De winkel wordt in casco uitvoering opgeleverd conform aangehechte tekening d.d. 21 augustus 2003 (…) en eventuele wijzigingen daarop die voor het verkrijgen van een onherroepelijke bouwvergunning nodig zijn.
7. Als bovenstaande uitgangspunten geen stand houden en/of de genoemde bedragen niet gehandhaafd kunnen worden, zal het verschil, positief zowel als negatief, gedeeld worden door [betrokkene 1] voor 50% enerzijds en [eiseres] voor 50% anderzijds.
8. De uitgangspunten die uitsluitend voor risico van [betrokkene 1] komen zijn die, genoemd bij bovenstaande punten k, l, en m, (…).”
(iv) [verweerster 1] heeft het perceel op 15 maart 2005 aan [eiseres] geleverd.
(v) Het appartementencomplex was eind 2007 (nagenoeg) gereed. [eiseres] heeft de winkelruimte niet aan [verweerster 1] geleverd.
(vi) Vanaf 15 januari 2010 is de winkelruimte met instemming van [verweerster 1] door [eiseres] aan een derde verhuurd. De huurprijs bedroeg de eerste achttien maanden nihil en daarna € 1.487,50 inclusief btw per maand. Vanaf 2015 wordt de huurprijs jaarlijks geïndexeerd. Daaraan voorafgaand, in 2008, hebben partijen afgesproken dat de huuropbrengst van de winkelruimte na aftrek van de kosten van verhuur gelijkelijk tussen hen zal worden gedeeld.