Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] , pro se en als gezamenlijk gevolmachtigde van [volmachtgever] ,
[geïntimeerde 2], als gezamenlijk gevolmachtigde van
[volmachtgever],
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/308451 / HA ZA 16-377)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 19 juni 2017;
- de memorie van grieven van [appellante] van19 september 2017 met producties;
- de akte rectificatie van [appellante] van 31 oktober 2017;
- de memorie van antwoord in het principaal appel tevens memorie van grieven in het incidenteel appel van [geintimeerden c.s.] van 28 november 2017 met producties;
- de memorie van antwoord in het incidenteel appel van [appellante] van 13 februari 2018 met producties;
- de akte van [geintimeerden c.s.] van 27 maart 2018 met een productie;
- de antwoordakte van [appellante] van 24 april 2018.
3.De beoordeling
- Dat dhr. [volmachtgever] eigenaar is van de locatie [adres] te [plaats] (perceel kadastraal gem. Veghel, sectie [sectieletter] , nummer [sectienummer 1] ) en
- Dat dhr. [volmachtgever] die locatie wenst te verkopen aan [appellante] voor herontwikkeling en
- Dat dhr. [volmachtgever] na de realisatie een ruimte (verder te nomen: winkel) van ± 112 m2 op de begane grond van het te ontwikkelen complex wil hebben en
- Dat dit tegen minimale bijbetaling dient te gebeuren en daartoe
- Dat dhr. [volmachtgever] de verdere ontwikkelingsmogelijkheid van de locatie, waaronder het splitsen in appartementsrechten daarvan en het eigendom van die appartementsrechten, wil laten aan [appellante] ,
Vertragingscompensatie € 20.000,00
Parkeerplaatscompensatie € 40.000,00
Makelaarskosten, verkoopboekjes en advertenties, totaal € 9.000,00
Leges € 12.000,00
Aansluitkosten alle nutsvoorzieningen € 6.000,00
Opbrengst app. 1 v.o.n. € 182.000,00
Opbrengst app. 2 v.o.n. € 182.000,00
Opbrengst app. 3 v.o.n. € 182.000,00
Opbrengst app. 4 v.o.n. € 182.000,00
Opbrengst app. 5 v.o.n. € 257.000,00
Realisatie en oplevering in 2005
Fundering op staal is mogelijk
De winkel wordt in casco uitvoering opgeleverd conform aangehechte tekening d.d. 21 augustus 2003 met nummer [nummer] van [architecten] architecten BV en eventuele wijzigingen daarop die voor het verkrijgen van een onherroepelijke bouwvergunning nodig zijn.
Als bovenstaande uitgangspunten geen stand houden en/of de genoemde bedragen niet gehandhaafd kunnen worden, zal het verschil, positief zowel als negatief, gedeeld worden door dhr. [volmachtgever] voor 50% enerzijds en [appellante] voor 50% anderzijds.
De uitgangspunten die uitsluitend voor risico van dhr. [volmachtgever] komen zijn die, genoemd bij bovenstaande punten k, l, en m, dat het perceel en de ondergrond geheel schoon, niet vervuild is en dat de belastingdienst bovengenoemde afspraken en uitgangspunten accepteert.”
- dat [volmachtgever] en [appellante] op 30 juni 2004 een overeenkomst sloten m.b.t. herontwikkeling van de locatie [adres] te [plaats] ,
- dat uit de overeenkomst volgt dat [volmachtgever] een aanzienlijke schuld (€ 91.084,27 per 24 mei 2011, exclusief verplichtingen inzake het niet-verkochte appartement (art. 6j), verder gezamenlijk te noemen: de schuld) heeft aan [appellante] ,
- dat door omstandigheden bij [volmachtgever] de nakoming van zijn verplichtingen en daardoor ook de levering van de winkel zijn uitgesteld,
- dat minstens € 60.000,00 van de schuld voldaan moet zijn alvorens tot levering van de winkel wordt overgegaan (…),
- dat [volmachtgever] een beginkapitaal van €[bedrag]
, verder te noemen: de lening, nodig heeft om een onderneming (handel in huishoudelijke goederen) op te zetten van waaruit hij de schuld zal voldoen,
en [volmachtgever] verklaart dit bedrag heden in contanten te hebben ontvangen (...).”
- [appellante] te veroordelen mee te werken aan de levering, vrij van hypotheken en beslagen, van de onroerende zaak, de commerciële ruimte, gelegen te [postcode] [plaats] aan het [adres] , kadastraal bekend Veghel [sectieletter] [sectienummer 2] , door binnen veertien dagen na betekening van het in dezen te wijzen arrest de notariële leveringsakte te tekenen en bij gebreke van ondertekening uiterlijk op de veertiende dag na betekening [appellante] te veroordelen tot betaling van een dwangsom aan [geintimeerden c.s.] van € 10.000,00, voor iedere dag dat [appellante] niet aan de veroordeling voldoet;
- [appellante] te veroordelen om aan [geintimeerden c.s.] te betalen een bedrag van € 76.593,80, te vermeerderen met een bedrag van € 567,04 voor iedere maand vanaf 1 januari 2018 tot aan de dag van levering toe, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 76.593,80 vanaf 14 december 2016 tot aan de dag der algehele voldoening toe en over € 567,04 telkens wanneer een maandtermijn opeisbaar is geworden;
- te verklaren voor recht dat de geldleningsovereenkomsten tussen [volmachtgever] enerzijds en [appellante] anderzijds van 2 januari 2012, van 5 juli 2012, van 12 december 2012 en van 12 december 2013, voor zover nog existerend, vernietigd zijn door de buitengerechtelijke verklaring, subsidiair, te verklaren dat aan [geintimeerden c.s.] het verwerend beroep toekomt ex art. 3:51 lid 3 BW,