ECLI:NL:HR:2021:1206
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam over douanerechten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 augustus 2021 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] LTD. tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft een uitnodiging tot betaling van douanerechten die aan de belanghebbende was uitgereikt. De belanghebbende had eerder al meerdere keren in cassatie beroep ingesteld, waarbij eerdere uitspraken van het Gerechtshof Amsterdam waren vernietigd en de zaken waren terugverwezen naar het hof voor verdere behandeling. De belanghebbende, vertegenwoordigd door R.M.P.G. Niessen-Cobben, heeft opnieuw beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Hof van 27 oktober 2020, nr. 19/00224. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, waarop de belanghebbende een conclusie van repliek heeft ingediend.
De Hoge Raad heeft het middel dat door de belanghebbende was voorgesteld beoordeeld. De uitkomst van deze beoordeling was dat het middel niet kon leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft in zijn oordeel geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om de Staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard.