In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) BPF is een bedrijfstakpensioenfonds als bedoeld in de Pensioenwet. BPF voert pensioenregelingen uit voor ondernemingen die zich bezighouden met het beroepsvervoer over de weg.
(ii) DHL c.s. (hierna ook: de DHL-ondernemingen) houden zich bezig met beroepsvervoer over de weg.
(iii) Tot 1 januari 2006 was de pensioenregeling van DHL c.s. ondergebracht bij de Pensioenstichting Transport (hierna: PST). Vanaf die datum zijn de onder 1 tot en met 3 en 7 tot en met 10 genoemde DHL-ondernemingen op basis van de verplichte deelneming op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds aangesloten bij BPF.
(iv) De onder 4 tot en met 6 genoemde DHL-ondernemingen zijn vanaf 1 januari 2006 op basis van uitvoeringsovereenkomsten aangesloten bij BPF.
(v) DHL c.s. zijn op grond van de bij hen geldende cao’s gehouden aan hun werknemers een toeslag onregelmatig werken (hierna ook: TOW) te betalen.
(vi) DHL c.s. zijn met hun werknemers overeengekomen dat over de TOW geen pensioenpremie wordt afgedragen.
(vii) DHL c.s. hebben noch aan PST noch aan BPF pensioenpremie over de TOW afgedragen.
(viii) Het bij BPF in de periode 2006 tot 1 januari 2013, respectievelijk vanaf 1 januari 2013 geldende pensioenreglement (hierna: het Pensioenreglement) bepaalt in art. 2.2 onder 1 dat onder (pensioendragend) loon onder meer wordt verstaan “eventuele ploegen- en onregelmatigheidstoeslag”.
(ix) Tot 2010 werd de administratie van BPF gevoerd door Syntrus Achmea (hierna: Syntrus). Vanaf 2010 voert TKP Pensioen B.V. de administratie.
(x) Partijen hebben vanaf 2010 gediscussieerd over de vraag of de TOW al dan niet tot het pensioengevend loon in de zin van het Pensioenreglement behoort, maar zijn niet tot overeenstemming gekomen.
(xi) In april 2013 heeft BPF aan DHL c.s. facturen gestuurd met betrekking tot “premiecorrectie onregelmatigheidstoeslag 01 januari 2006 t/m 31 december 2011”. DHL c.s. hebben de facturen onbetaald gelaten.