De feiten
Bpf is een bedrijfstakpensioenfonds als bedoeld in de Pensioenwet. Bpf voert pensioenregelingen uit voor ondernemingen die zich bezighouden met het beroepsvervoer over de weg. De DHL-ondernemingen houden zich bezig met beroepsvervoer over de weg.
De DHL-ondernemingen zijn op grond van de bij hen geldende cao’s (cao DHL Express en cao DHL Logistics) gehouden aan hun werknemers een Toeslag Onregelmatig Werken (hierna: TOW) te betalen.
Artikel 35 lid 2 van de cao DHL Express bepaalt dat “
onregelmatigheidstoeslag wordt toegekend voor het feitelijk werken op de volgende onregelmatige tijden”.
Artikel 35 lid 6 luidt als volgt: “
Uitbetaling van de onregelmatigheidstoeslag vindt eenmaal per maand plaats.”
4. Artikel 16 lid 2 van de cao DHL Logistics luidt, voor zover hier relevant, als volgt:
“
De TOW wordt toegekend voor het feitelijk werken op de volgende onregelmatige tijden: […] De betaling van de TOW zal plaats vinden met de salarisbetaling over de maand volgend op die waarin zij werd verworven.”
5. De DHL-ondernemingen zijn met hun werknemers overeengekomen dat over de TOW geen pensioenpremie wordt afgedragen.
6. Tot 1 januari 2006 was de pensioenregeling van de DHL-ondernemingen ondergebracht bij de Pensioenstichting Transport (hierna: PST). DHL droeg tot die datum geen pensioenpremie aan PST af over de TOW.
7. Sinds 1 januari 2006 zijn de DHL-ondernemingen aangesloten bij Bpf, de onder 1 t/m 4 en 7 t/m 10 genoemde DHL-ondernemingen op basis van de verplichte deelneming op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds (hierna:
Wet Bpf 2000) en de onder 6 en 7 genoemde DHL-ondernemingen op basis van op
9 december 2009 gesloten uitvoeringsovereenkomsten.
8. In een verslag van 24 mei 2007 van een beleidswerkgroep van vertegenwoordigers van (onder meer) Bpf en DHL - hierna: de Beleidswerkgroep - is het volgende opgenomen: “
DHL dient het pensioengevend loon op te geven aan Pensioenfonds Vervoer.” In artikel 2.3.1 van de handleiding PLATO Goederenvervoer & Kraanvervoer 2006 (hierna: PLATO) is vermeld welke gegevens dit betreft, te weten:
9. DHL dient ingevolge het door Bpf gehanteerde Pensioenreglement I (hierna:
het Pensioenreglement) over de zogenoemde pensioengrondslag voorschotpremies aan Bpf te betalen voor de bij haar in dienst zijnde werknemers.
10. Artikel 2.1 van het Pensioenreglement bepaalt dat onder pensioengrondslag dient te worden verstaan: “
het […] tot een jaarbedrag herleide loon […] met een maximum en verminderd met een franchise”. Artikel 2.2 lid 1 van het Pensioenreglement geldend vanaf 1 januari 2006,
bepaalt dat onder loon voor de deelnemer wordt verstaan: “
het op datum van vaststelling van de pensioengrondslag voor de deelnemer geldende functieloon vermeerderd met de vakantietoeslag, de toeslag voor de gewerkte overuren […] en eventuele ploegen- en onregelmatigheidstoeslag.” en in artikel 2.2 van het vanaf 1 januari 2013 geldende Pensioenreglement is bepaald dat onder loon wordt verstaan:
“
a. (…)
e. eventuele ploegen- en onregelmatigheidstoeslag”.
11. Volgens artikel 1.1 van het door Bpf gehanteerde Uitvoeringsreglement wordt onder pensioenovereenkomst verstaan “
Hetgeen tussen CAO-partijen is overeengekomen met betrekking tot pensioen zoals kan blijken uit een cao, een protocol, of het pensioenreglement”.
12. Ingevolge het Uitvoeringsreglement dient de werkgever de premienota te voldoen binnen 14 dagen na ontvangst daarvan (art. 3.1 lid 4) en is wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW daarover verschuldigd vanaf de vervaldatum van de premie (art. 3.2 lid 1 j° lid 2). Op grond van artikel 3.2 lid 2 is de werkgever bij uitblijven van betaling buitengerechtelijke kosten verschuldigd, waarvan de hoogte is gerelateerd aan de verschuldigde premie.
13. Tot 2010 werd de administratie van Bpf gevoerd door Syntrus Achmea (hierna: Syntrus). Vanaf 2010 voert TKP Pensioen B.V. (hierna: TKP) de administratie.
14. Partijen hebben vanaf 2010 discussie gevoerd over de vraag of de TOW behoort tot het pensioengevend loon in de zin van het Pensioenreglement. Bij brief van 15 september 2010 heeft DHL het volgende aan Bpf meegedeeld: “
In de discussie over het al of niet pensioengevend zijn van de onregelmatigheidstoeslag […] handhaven wij ons standpunt dat deze toeslag niet pensioengevend is. […] Tot 1 januari 2006 was deze toeslag niet pensioengevend volgens de tot dat moment geldende ondernemingspensioenregeling bij Pensioenstichting Transport. […] In verband met de genoemde overgang per 1 januari 2006 naar het Bpf heeft intensief overleg plaatsgevonden met het Bpf/Syntrus. […] Dit overleg heeft geresulteerd in de goedkeuring van de toenmalige uitvoerder dat de DHL ondernemingen de pensioengevende bestanddelen konden worden aangeleverd op de wijze zoals deze voor de overgang naar het Bpf gebruikelijk was.”
15. Eveneens op 15 september 2010 heeft Syntrus onder meer het volgende aan Bpf geschreven: “
Syntrus Achmea heeft aan DHL geen goedkeuring verleend […] om de onregelmatigheidstoeslag bij het bepalen van de pensioengrondslag buiten beschouwing te laten.”
16. In een notitie over de “Onregelmatigheidstoeslag DHL”, opgesteld door TKP ten behoeve van de vergadering van het Algemeen Bestuur van Bpf op 4 oktober 2010 is het volgende opgenomen:
“
Reactie op de brief van DHL van 15 september 2010
Het hanteren van de eigen CAO’s en daarin geldende afspraken zijn niet maatgevend voor de toepassing van de reglementen van het Pensioenfonds Vervoer. Bepalend voor hetgeen tussen DHL en het fonds geldt is het uitvoeringsreglement en de uitvoeringsovereenkomst […] Vanaf 1-1-2006 had dus de voor DHL geldende onregelmatigheidstoeslag (TOW […]) pensioengevend moeten zijn. Uit het schrijven van DHL van 15 september 2010 geldt niet dat er door het Pensioenfonds Vervoer of haar uitvoerder formeel toestemming is gegeven om de onregelmatigheidstoeslag (TOW […]) niet op te geven voor de vaststelling van de pensioenopbouw.”
17. Partijen hebben in 2011 overleg gepleegd over het met ingang van 1 januari 2011 pensioengevend maken van de TOW.
18. Bij facturen van 8 april 2013 heeft Bpf aan de DHL-ondernemingen de volgende bedragen in rekening gebracht aan premies, berekend vanaf 1 januari 2006 op basis van de door deze ondernemingen respectievelijk opgegeven loongegevens:
- DHL EXPRESS (NETHERLANDS) B.V.: € 2.907.220,50
- DHL INTERNATIONAL B.V.: € 235.905,06
- DHL AVIATION (NETHERLANDS) B.V.: € 145.208,20
- DHL SUPPLY CHAIN (NETHERLANDS) B.V.: € 729.148,89
- EXEL GROUP HOLDINGS NEDERLAND B.V.: € 8.040,75
- DHL FREIGHT (NETHERLANDS) B.V.: € 172.229,93
- DANZAS FASHION SERVICES B.V.: € 39.687,84
- DANZAS FASHION B.V.: € 669,13
- DANZAS OSS SERVICES B.V.: € 41.149,16
- DHL FREIGHT SERVICES (NETHERLANDS) B.V.: € 51,70
- DHL SPECIAL SERVICES (NETHERLANDS) B.V.: € 15.553,77
- EXEL ROADFREIGHT SERVICES B.V.: € 321,90
- DHL WAREHOUSING (NETHERLANDS) B.V.: € 0,00
- EXEL NEDERLAND B.V.: € 6.328,60
De vervaldatum van alle nota’s was 22 april 2013.
Danzas Fashion Services B.V. is op 29 juni 2007 gefuseerd met DHL Supply Chain. Danzas Oss Services B.V. is op 4 januari 2010 gefuseerd met DHL Freight (Netherlands) B.V. en DHL Special Services (Netherlands) B.V. is gefuseerd met
DHL Express (Netherlands) B.V.
19. Op 5 en 19 september 2013 heeft Bpf herinneringsnota’s aan de DHL-ondernemingen gestuurd voor de openstaande premiebedragen. De DHL-ondernemingen hebben de nota’s onbetaald gelaten.