ECLI:NL:HR:2020:479

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 april 2020
Publicatiedatum
19 maart 2020
Zaaknummer
18/04511
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Concernenquête naar beleid en gang van zaken van SNS Reaal en SNS Bank

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 april 2020 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van SNS Reaal c.s. tegen de beschikking van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. De ondernemingskamer had een concernenquête gelast naar het beleid en de gang van zaken van zowel SNS Reaal als haar dochtervennootschap SNS Bank. De maatstaf voor de concernenquête werd besproken, waarbij verwezen werd naar een eerder oordeel in een vergelijkbare zaak (ECLI:NL:HR:2020:478). SNS Reaal c.s. hebben beroep in cassatie ingesteld tegen deze beschikking, terwijl VEB c.s. en ROOS c.s. ieder afzonderlijk verzochten het beroep te verwerpen. De Staat c.s. steunden het cassatieberoep van SNS Reaal c.s. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman was om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van SNS Reaal c.s. niet tot cassatie konden leiden, en dat het niet nodig was om te motiveren waarom dit oordeel was gegeven. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en SNS Reaal c.s. veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van VEB c.s. en ROOS c.s. zijn begroot op respectievelijk € 862,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De beschikking is openbaar uitgesproken op 3 april 2020.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer18/04511
Datum3 april 2020
BESCHIKKING
1. SRH N.V., voorheen SNS REAAL N.V.,
gevestigd te Utrecht,
2. DE VOLKSBANK N.V., voorheen SNS Bank N.V.,
gevestigd te Utrecht,
VERZOEKSTERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: SNS Reaal c.s.,
advocaten: J. de Bie Leuveling Tjeenk en J.W.M.K. Meijer,
tegen
1. VERENIGING VAN EFFECTENBEZITTERS, voorheen VEB NCVB,
gevestigd te Den Haag,
2. [verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
3. [verweerder 3],
wonende te [woonplaats],
4. [verweerster 4] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
5. [verweerder 5],
wonende te [woonplaats],
6. [verweerder 6],
wonende te [woonplaats],
7. [verweerder 7],
wonende te [woonplaats],
8. [verweerder 8],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: VEB c.s.,
advocaten: R.P.J.L. Tjittes en P.J. Tanja,
voorheen J.W. de Jong,
en
9. DE STAAT DER NEDERLANDEN,
zetelende te Den Haag,
10. STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR BEHEER FINANCIËLE INSTELLINGEN,
gevestigd te Den Haag,
VERWEERDERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: de Staat c.s.,
advocaat: mr. J.W.H. van Wijk,
en
11. RESTITUTIE ONTEIGENDE OBLIGATIEHOUDERS SNS STICHTING,
gevestigd te Amsterdam,
12. [verweerder 12],
wonende te [woonplaats],
13. [verweerder 13],
wonende te [woonplaats], Thailand,
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: ROOS c.s.,
en
14. STICHTING BEHEER SNS REAAL,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: stichting Beheer,
niet verschenen,
15. [verweerder 15],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder 15],
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak 200.159.002/01 OK van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam van 26 juli 2018.
SNS Reaal c.s. hebben tegen de beschikking van de ondernemingskamer beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
VEB c.s. en ROOS c.s. hebben ieder afzonderlijk verzocht het beroep te verwerpen. Met betrekking tot onderdeel 2 van het middel concluderen VEB c.s. tot referte. De Staat c.s. ondersteunen het cassatieberoep van SNS Reaal c.s. Stichting Beheer en [verweerder 15] hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de Staat c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

2.1
Onderdeel 1 van het middel kan niet tot cassatie leiden op de gronden vermeld in de vandaag uitgesproken beschikking in de zaak met nummer 18/04509. [1]
2.2
Ook de overige klachten van het middel kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie art. 81 lid 1 RO).
2.3
De Staat c.s. hebben in hun verweerschrift het standpunt van SNS Reaal c.s. ondersteund en zijn dus in deze procedure niet in het gelijk gesteld. SNS Reaal c.s. zullen daarom niet in hun proceskosten worden veroordeeld.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt SNS Reaal c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak
aan de zijde van VEB c.s. en ROOS c.s. elk begroot op € 862,07 aan verschotten en
€ 2.200,-- voor salaris en aan de zijde van Stichting Beheer en [verweerder 15] op nihil.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident C.A. Streefkerk als voorzitter en de raadsheren M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze en F.J.P. Lock, en in het openbaar
uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op
3 april 2020.

Voetnoten

1.HR 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:478.