Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
gevestigd te Amersfoort, kantoorhoudende te Hoogland,
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
13 maart 2020.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 maart 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij [eiseres], voormalig burgemeester van de gemeente [plaats], een vordering tot rectificatie heeft ingesteld tegen BUREAU INTEGRITEIT B.V. (BING). De vordering was gericht op het rectificeren van publicaties die door BING op haar website waren geplaatst naar aanleiding van een onderzoek naar het handelen van [eiseres]. De rechtbank had de vordering afgewezen, waarna [eiseres] in hoger beroep ging. Echter, tijdens de procedure werd [eiseres] in staat van faillissement verklaard, en de curator nam het geding over. Het hof verklaarde [eiseres] niet-ontvankelijk in haar hoger beroep, omdat de curator de procedure had overgenomen en [eiseres] daardoor buiten het geding was komen te staan. De Hoge Raad bevestigde deze beslissing en oordeelde dat de rectificatievordering een hoogstpersoonlijk recht betreft dat niet tot de failliete boedel behoort. De curator was daarom niet bevoegd om deze vordering over te nemen. De Hoge Raad verwerpt het beroep van [eiseres] en legt de proceskosten op aan haar.