2.2Bij de beantwoording van de prejudiciële vragen gaat de Hoge Raad uit van de feiten en omstandigheden vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 2.2-2.18. Deze komen, samengevat, op het volgende neer:
(i) Alegre c.s. zijn eigenaar van onder meer onroerend goed te Lelystad en te Brummen (hierna ook: de panden van Alegre c.s.). F. van Lanschot Bankiers N.V. (hierna: Van Lanschot) heeft in 2006 krediet verstrekt aan Alegre c.s. Dit betreft een rekening-courantkrediet en een lening die afloopt per 31 oktober 2031. In januari 2015 was in totaal € 1.718.250,-- verschuldigd. De kredieten dienden onder meer ter financiering van commercieel onroerend goed, waaronder de panden van Alegre c.s. Tot zekerheid voor de nakoming van deze kredieten is ten behoeve van Van Lanschot een recht van hypotheek gevestigd op de panden van Alegre c.s. Voorts zijn ten behoeve van Van Lanschot pandrechten gevestigd op de huuropbrengst van deze panden.
(ii) Op de kredietrelatie tussen Alegre c.s. en Van Lanschot zijn van toepassing algemene voorwaarden van Van Lanschot die gelijkluidend zijn aan de Algemene Bankvoorwaarden van de Nederlandse Vereniging voor Banken (hierna: ABV). Art. 2 ABV luidt:
“Zorgplicht bank en cliënt
1. De bank neemt bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht en houdt daarbij naar beste vermogen rekening met de belangen van de cliënt. Geen van de bepalingen van deze algemene bankvoorwaarden of van de door de bank gebruikte bijzondere voorwaarden kan aan dit beginsel afbreuk doen.”
(iii) Promontoria behoort tot het concern van Cerberus Capital Management. Zij beschikt niet over een vergunning voor het verlenen of beheren van kredieten.
(iv) Op 6 augustus 2015 bracht Van Lanschot een persbericht uit waarin zij mededeelde:
“Van Lanschot heeft een overeenkomst bereikt met een dochter van Cerberus Capital Management LP [HR: Promontoria] over de verkoop van een deel van de portefeuille met zakelijke vastgoedleningen. Cerberus neemt een portefeuille met non-performing vastgoedleningen over met een nominale waarde van ruim € 400 miljoen. Met deze stap versnelt Van Lanschot de in 2013 aangekondigde afbouw van de zakelijke kredietportefeuille, die niet langer tot de kernactiviteiten behoort. (...) ”
(v) De hiervoor onder (iv) genoemde overname door Promontoria van de zakelijke vastgoedleningen van Van Lanschot is neergelegd in een tussen Van Lanschot en Promontoria opgemaakte notariële akte getiteld “Deed of Transfer of Contract and Assignment” (akte van contractsoverneming en cessie) van 30 september 2015.
(vi) In een uittreksel van een overzicht van “the Transferred Assets” staat Alegre Beheer B.V. vermeld met twee kredieten: een rekening-courant krediet en een lening met een looptijd tot 31 oktober 2031.
(vii) Namens Promontoria worden de overgenomen leningen geadministreerd en beheerd, aanvankelijk door Capita Banking and Debt Solutions (Netherlands) B.V. en thans door Link Asset Services B.V. (hierna gezamenlijk: Link).
Link heeft bij brief van 6 oktober 2015 aan Alegre c.s. onder meer bericht dat Van Lanschot bij brief van 6 augustus 2015 aan Alegre de verkoop van de leningen van Alegre aan Promontoria heeft medegedeeld. In de brief staat voorts dat deze verkoop mede omvat de kredietbrieven, borgtochten, garanties en alle andere aanverwante rechten.
(viii) Bij brieven van 7 oktober 2015 heeft Van Lanschot aan Alegre c.s. bericht dat per 30 september 2015 door middel van contractsoverneming en cessie is overgedragen aan Promontoria:
- met betrekking tot Tregobad: het krediet in rekening-courant (tezamen met de bijbehorende leningsovereenkomst en zekerheidsrechten) met een uitstaand saldo per 30 september 2015 van € 78.682,12 negatief;
- met betrekking tot Rennoc: het krediet in rekening-courant met een uitstaand saldo per 30 september 2015 van € 51.801,42 negatief;
- met betrekking tot Alegre: de geldlening met een uitstaand saldo per 30 september 2015 van € 1.462.500,00 negatief en het krediet in rekening-courant met een uitstaand saldo per 30 september 2015 van € 109.310,10 negatief.
Voorts is in de brieven medegedeeld dat met betrekking tot de kredietproducten Promontoria per 30 september 2015 de contractuele wederpartij en hypotheek-/pandhouder is en dat met betrekking tot de rekening-courantkredieten de uitstaande vordering uit hoofde hiervan is overgedragen aan Promontoria.
(ix) Bij brieven van 26 juli 2016 en 16 september 2016 is Alegre door Link gesommeerd achterstallige rente en aflossingen te voldoen, bij gebreke waarvan rechtsmaatregelen zijn aangekondigd.
(x) Bij brieven van 17 januari 2017 heeft Link aan Alegre c.s. bericht dat Alegre c.s. niet aan haar verplichtingen jegens Promontoria voldoen, zodat Promontoria de kredieten van Alegre c.s. opzegt, als gevolg waarvan de vorderingen van Promontoria op Alegre c.s. onmiddellijk opeisbaar zijn. Tevens zijn Alegre c.s. gesommeerd het openstaande bedrag van € 1.724.039,08 uiterlijk op 17 maart 2017 te voldoen, bij gebreke waarvan zekerheden zullen worden uitgewonnen. Voorts schrijft Link op grond van art. 27 van de ABV, art. 16 van de Algemene Voorwaarden voor Geldleningen Zakelijk en art. 5 van de Algemene Voorwaarden Rekening-Courant voor niet-consumenten, bevoegd te zijn om het krediet op te zeggen wanneer sprake is van een tekortkoming.
2.3.1In deze procedure vorderen Alegre c.s. onder meer de cessie en de contractsoverneming waarbij Van Lanschot haar vorderingen en rechtsbetrekkingen aan Promontoria heeft overgedragen, nietig te verklaren, subsidiair deze cessie en contractsoverneming te vernietigen, en meer subsidiair een verklaring voor recht dat deze cessie en contractsoverneming onrechtmatig zijn.
2.3.2Alegre c.s. hebben, voor zover het gaat om de cessie, aan deze vordering respectievelijk het verweer tegen de vordering van Promontoria in reconventie onder meer ten grondslag gelegd dat geen geldige cessie kan hebben plaatsgevonden, omdat de vordering niet overdraagbaar is wegens de persoonlijke relatie tussen Alegre c.s. en Van Lanschot. Alegre c.s. hebben in dit kader aangevoerd dat de aard van het recht zich kan verzetten tegen overdracht indien dat recht zozeer aan de persoon van de schuldeiser verbonden is dat het slechts door deze kan worden uitgeoefend. Daarvan is volgens Alegre c.s. in dit geval sprake omdat de relatie tussen Alegre c.s. en Van Lanschot het karakter heeft van “
private banking”, aldus dat kredietconstructies op maat worden gemaakt voor de cliënt, terwijl een “langlopende lening” met een looptijd van 25 jaar was aangegaan.
2.3.3Voor zover de rechtbank van oordeel zou zijn dat geen sprake is van een rechtsgeldige contractsoverneming, vordert Promontoria in reconventie onder meer een verklaring voor recht dat Van Lanschot haar vorderingen op Alegre c.s. rechtsgeldig aan Promontoria heeft gecedeerd.
2.4.1In haar tussenvonnis van 29 mei 2019heeft de rechtbank geoordeeld dat de vraag of contractsoverneming heeft plaatsgevonden in de verhouding tussen Van Lanschot, Promontoria en Alegre c.s., afhangt van de vraag of het beroep van Alegre c.s. op dwaling slaagt (rov. 4.5-4.20). Voor het geval het beroep op dwaling slaagt en geen contractsoverneming heeft plaatsgevonden, heeft de rechtbank het nuttig geacht te bespreken of het beroep van Promontoria op cessie slaagt (rov. 4.21). Ten aanzien daarvan heeft de rechtbank de onoverdraagbaarheid van de vordering op grond van de door Alegre c.s. gestelde persoonlijke bancaire relatie afgewezen (rov. 4.30). Daarna heeft de rechtbank onderzocht of het vorderingsrecht gezien zijn aard onoverdraagbaar is. In dat verband heeft zij als volgt overwogen:
“4.33. Voor zover het gaat om verbintenissen tot betaling van een geldsom lijkt de aard van het recht zich niet tegen overdracht te verzetten, omdat het voor het betalen van een geldsom in de regel niet uitmaakt aan wie de betaling moet worden gedaan. Maar de overdracht van de vordering betekent ook dat de schuldeiser de nevenrechten kan uitoefenen waarover de schuldeiser beschikte, bijvoorbeeld uit hoofde van zekerheidsrechten of een bevoegdheid de rente te wijzigen. Het is nu de vraag of dat betekent dat de aard van het recht zich tegen overdracht verzet. Daarvoor is van belang welk verschil er is tussen banken en niet-banken.