Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
zetelende te Den Haag,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
- i) Op 15 mei 2017 heeft de officier van justitie bij het arrondissementsparket Noord-Nederland de rechtbank verzocht een machtiging tot voortgezet verblijf te verlenen ten aanzien van betrokkene. Betrokkene verbleef toen in het psychiatrisch ziekenhuis Trajectum Hoeve Boschoord (hierna: Trajectum) met een rechterlijke machtiging die afliep op 25 mei 2017. Bij het verzoekschrift waren gevoegd een geneeskundige verklaring, een zorgplan en wettelijke aantekeningen als bedoeld in art. 37a Wet Bopz.
- ii) De op 31 mei 2017 geplande zitting is niet doorgegaan omdat betrokkene toen ongeoorloofd afwezig was. Op 15 juni 2017 is het verzoek alsnog ter zitting behandeld. Uit het proces-verbaal van die zitting blijkt dat de advocaat van betrokkene heeft opgemerkt:
- iii) Trajectum heeft vervolgens op 21 juni 2017 de verzochte nadere gegevens ingediend. De advocaat van betrokkene heeft daarop op 26 juni 2017 schriftelijk gereageerd.
- iv) De advocaat van betrokkene heeft op 28 juni 2017 bij de rechtbank geïnformeerd of er al een beslissing was.
- v) Bij beschikking van 13 juli 2017 heeft de rechtbank de verzochte machtiging verleend voor de periode tot en met 24 mei 2018.
4.Beslissing
22 maart 2019.