ECLI:NL:HR:2019:1938

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 december 2019
Publicatiedatum
10 december 2019
Zaaknummer
19/01327
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over partneralimentatie en echtscheidingsconvenant met afwijking van wettelijke maatstaven

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 december 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende partneralimentatie en een echtscheidingsconvenant. De man, verzoeker tot cassatie, heeft beroep ingesteld tegen een beschikking van het hof. De vrouw, verweerder in cassatie, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De advocaat-generaal M.L.C.C. Lückers heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Zeeland-West-Brabant en het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De rechtbank had op 23 augustus 2017 een beschikking gegeven en het hof op 13 december 2018. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de man. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze, waarbij de andere raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, C.H. Sieburgh en F.J.P. Lock betrokken waren.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/01327
Datum13 december 2019
BESCHIKKING
In de zaak van
[de man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: de man,
advocaat: mr. C.G.A. van Stratum,
tegen
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de vrouw,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de beschikking in de zaak C/02/325975 FA RK 17-330 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 23 augustus 2017;
de beschikking in de zaak 200.228.178/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 13 december 2018.
De man heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.H. Sieburgh en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
13 december 2019.