Uitspraak
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
gevestigd te [vestigingsplaats],
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
wonende te Venlo,
2.Uitgangspunten en feiten
- i) Verweerders in cassatie 2 en 3 (hierna: [verweerders 2 en 3]) zijn de (indirecte) bestuurders en aandeelhouders van verweerster in cassatie 1 (hierna: [verweerster 1]).
- ii) [verweerster 1] legde zich in de periode van 2008 tot in 2012 toe op het (doen) aanbieden van opleidingen en trainingen door middel van een door haar opgezette franchiseorganisatie. In die periode zijn de franchisenemers door het sluiten van franchiseovereenkomsten met [verweerster 1] tot de franchiseorganisatie van [verweerster 1] toegetreden.
- iii) Tussen [verweerster 1] en de franchisenemers zijn geschillen ontstaan over de franchiseovereenkomsten.
3.Beoordeling van het middel
,en niet op de voet van art. 29 Fw ter verificatie in het faillissement kan worden ingediend. Art. 28 lid 1 Fw bepaalt dat de eiser dan bevoegd is om schorsing van het geding te verzoeken teneinde de curator in het geding te roepen. Art. 28 lid 2 Fw bepaalt dat als de curator door in het geding te verschijnen de procedure overneemt, de gefailleerde van rechtswege buiten het geding is. Verschijnt de curator niet, dan wordt de procedure tegen de gefailleerde voortgezet. Uit art. 28 lid 4 Fw volgt dat indien de curator niet in het geding verschijnt, art. 25 lid 2 Fw op het tegen de gefailleerde te verkrijgen vonnis niet van toepassing is.
4.Beslissing
6 december 2019.