ECLI:NL:HR:2019:1886

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 december 2019
Publicatiedatum
2 december 2019
Zaaknummer
18/03372
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag ex art. 94 Sv op vordering tot bijna 22 mln. USD wegens verdenking van witwassen en deelname aan criminele organisatie

In deze zaak gaat het om een beklag tegen een beslag ex artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) op een vordering van de klaagster tot een bedrag van bijna 22 miljoen USD. De klaagster is verdacht van witwassen en deelname aan een criminele organisatie. De Rechtbank Amsterdam had op 28 juni 2018 een beschikking gegeven in deze zaak, waartegen de klaagster in cassatie is gegaan. De advocaat van de klaagster, R.J.F. ten Ham, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan de beschikking is gehecht.

De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van het Reglement voor de Rechtspraak (RO), omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 3 december 2019 het beroep verworpen. De beschikking is gegeven door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer18/03372 B
Datum3 december 2019
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Amsterdam van 28 juni 2018, nummer RK 18/450, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend
door
[klaagster],
gevestigd te [plaats],
hierna: de klaagster.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft R.J.F. ten Ham, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 december 2019.