ECLI:NL:HR:2019:1743

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 november 2019
Publicatiedatum
8 november 2019
Zaaknummer
16/01206
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen vrijspraak van medeplegen en medeplichtigheid in voorraad hebben van valse bankbiljetten

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 november 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, dat op 17 november 2015 had geoordeeld in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1977. Het Openbaar Ministerie heeft cassatie ingesteld en een middel van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het Hof en tot verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor herbehandeling.

De Hoge Raad heeft de beslissing van het Hof beoordeeld en vastgesteld dat het Hof zijn beslissing om bewijsuitsluiting toe te passen en de verdachte vrij te spreken, heeft gebaseerd op ontoereikende of onbegrijpelijke gronden. De Hoge Raad verwijst naar eerdere arresten van 6 december 2016, waarin vergelijkbare juridische kwesties zijn behandeld. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet voldoende heeft gemotiveerd waarom het herstelde verzuim niet heeft geleid tot een schending van het recht van de verdachte op een eerlijke behandeling van zijn zaak.

Als gevolg van deze overwegingen heeft de Hoge Raad de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer16/01206
Datum12 november 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, zitting houdende te Arnhem, van 17 november 2015, nummer 21/002877-10, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door het Openbaar Ministerie. Het heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak en tot verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1
Het middel klaagt dat het Hof zijn beslissing om bewijsuitsluiting toe te passen en de verdachte bijgevolg vrij te spreken heeft gebaseerd op ontoereikende of onbegrijpelijke gronden.
2.2
Op de gronden die zijn vermeld in de arresten van de Hoge Raad van 6 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2777, ECLI:NL:HR:2016:2778 en ECLI:NL:HR:2016:2779, is het middel terecht voorgesteld.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de bestreden uitspraak;
- verwijst de zaak naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
12 november 2019.