In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 april 2018 een arrest gewezen naar aanleiding van een prejudiciële vraag over de indeling van lcd-beeldschermen in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN) voor douanerechten. De zaak betreft een beroep in cassatie van [X] B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam, die op zijn beurt weer voortvloeide uit bindende tariefinlichtingen van de Inspecteur. De belanghebbende had bindende tariefinlichtingen aangevraagd voor vijf large format lcd-beeldschermen, die zowel gegevens van een automatische gegevensverwerkende machine als videobeelden van andere bronnen konden weergeven. De Inspecteur had deze beeldschermen ingedeeld in postonderverdeling 8528 59 40 van de GN, wat een tarief van 14% douanerechten met zich meebracht. De belanghebbende betoogde echter dat de beeldschermen moesten worden ingedeeld in postonderverdeling 8528 51 00, die een tarief van 0% douanerechten hanteert, omdat zij hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem.
De Hoge Raad heeft de zaak aan het Hof van Justitie van de Europese Unie voorgelegd met de vraag of de postonderverdelingen 8528 51 00 en 8528 59 40 zo moeten worden uitgelegd dat platte lcd-beeldschermen, die zijn ontworpen voor de weergave van gegevens van een automatische gegevensverwerkende machine en van andere bronnen, in de postonderverdeling 8528 59 40 moeten worden ingedeeld indien zij vanwege hun afmeting, gewicht en functionaliteit niet geschikt zijn voor werk op korte afstand. De Hoge Raad heeft de verdere beslissing aangehouden totdat het Hof van Justitie uitspraak heeft gedaan.