Conclusie
Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
mr. C.M. Ettema
Advocaat-Generaal
Conclusievan 29 december 2016 inzake:
HR nr. 16/00410
[X] B.V.
Hof nrs. 14/00707 t/m 14/00711
Rb nrs. HAA 13/3433 t/m 13/3437
Derde Kamer A
tegen
Douanerecht
2013
staatssecretaris van Financiën
1.Inleiding
1.1
Deze zaak heeft betrekking op de indeling van zogeheten ‘large format informatiedisplays met lcd-scherm’ (hierna: LFD’s) in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN). De LFD’s worden gebruikt in openbare ruimtes, zoals luchthavens en stations, om reisinformatie weer te geven of in kantoren om algemene informatie weer te geven [1] en beschikken over verschillende aansluitingsmogelijkheden.
1.2
In geschil is de indeling van de LFD’s in de GN. De Inspecteur [2] staat indeling onder postonderverdeling 8528 59 40 van de GN voor als monitor met lcd-beeldscherm (14%). Belanghebbende bepleit indeling onder postonderverdeling 8528 51 00 van de GN als computermonitor (vrij). Onder deze laatste postonderverdeling worden monitors ingedeeld “van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem als bedoeld bij post 8471”.
1.3
Zowel rechtbank Noord-Holland (hierna: de Rechtbank) als gerechtshof Amsterdam (hierna: het Hof) hebben overwogen dat uit het arrest
Kamino International Logistics [3] (hierna:
Kamino) van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) voortvloeit dat voor de beoordeling of de LFD’s eenheden zijn die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem de toelichting op het Geharmoniseerd Systeem inzake de omschrijving en codering van goederen (hierna: GS) moet worden geraadpleegd. In de GS-toelichting is vermeld dat monitors die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem ontwerpkenmerken hebben die het mogelijk maken om gedurende langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken.
Kamino International Logistics [3] (hierna:
Kamino) van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) voortvloeit dat voor de beoordeling of de LFD’s eenheden zijn die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem de toelichting op het Geharmoniseerd Systeem inzake de omschrijving en codering van goederen (hierna: GS) moet worden geraadpleegd. In de GS-toelichting is vermeld dat monitors die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem ontwerpkenmerken hebben die het mogelijk maken om gedurende langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken.
1.4
Aangezien de LFD’s niet zijn ontworpen om gedurende een langere periode op korte afstand te worden bekeken, zijn zij volgens de Rechtbank en het Hof niet aan te merken als eenheden van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk in een automatisch gegevensverwerkend systeem worden gebruikt. Deze feitelijke instanties [4] hebben dan ook geoordeeld dat de LFD’s niet onder postonderverdeling 8528 51 kunnen worden ingedeeld.
1.5
Uit
Kaminoleid ik af dat de LFD’s niet van de soort zijn die
uitsluitendwordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem, omdat vaststaat dat zij over verschillende aansluitmogelijkheden beschikken en ook signalen kunnen weergeven die afkomstig zijn van andere bronnen dan een automatisch gegevensverwerkend systeem.
Kaminoleid ik af dat de LFD’s niet van de soort zijn die
uitsluitendwordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem, omdat vaststaat dat zij over verschillende aansluitmogelijkheden beschikken en ook signalen kunnen weergeven die afkomstig zijn van andere bronnen dan een automatisch gegevensverwerkend systeem.
1.6
Derhalve moet worden beoordeeld of de LFD’s worden geacht te zijn van de soort die
hoofdzakelijkin een dergelijk systeem wordt gebruikt.
hoofdzakelijkin een dergelijk systeem wordt gebruikt.
1.7
Het HvJ overwoog in
Kaminodat bij de beoordeling of monitoren die over aansluitmogelijkheden beschikken eenheden zijn van de soort die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem zowel van belang is in welke mate zij verscheidene functies kunnen vervullen, alsmede welk prestatieniveau zij bij de vervulling van die functies bereiken. Het criterium “zijn van de soort die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem” ziet derhalve niet op het gebruik van de monitor als zodanig, maar op de functies die deze, gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen van de monitor, kan vervullen.
Kaminodat bij de beoordeling of monitoren die over aansluitmogelijkheden beschikken eenheden zijn van de soort die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem zowel van belang is in welke mate zij verscheidene functies kunnen vervullen, alsmede welk prestatieniveau zij bij de vervulling van die functies bereiken. Het criterium “zijn van de soort die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem” ziet derhalve niet op het gebruik van de monitor als zodanig, maar op de functies die deze, gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen van de monitor, kan vervullen.
1.8
Daarnaast heeft het HvJ in
Kaminoeen bron aangewezen waarop in dat geval een beroep moest worden gedaan bij de indeling van de in dat geding aan de orde zijnde monitoren in de GN, namelijk de toelichtingen met betrekking tot post 8471 van het GS, in het bijzonder de punten 1 tot en met 5. Hierin is onder meer vermeld dat eenheden van de soort die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem onder meer kunnen worden geïdentificeerd door het kenmerk dat zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand.
Kaminoeen bron aangewezen waarop in dat geval een beroep moest worden gedaan bij de indeling van de in dat geding aan de orde zijnde monitoren in de GN, namelijk de toelichtingen met betrekking tot post 8471 van het GS, in het bijzonder de punten 1 tot en met 5. Hierin is onder meer vermeld dat eenheden van de soort die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem onder meer kunnen worden geïdentificeerd door het kenmerk dat zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand.
1.9
Het technische kenmerk dat het HvJ in
Kaminovan belang heeft geacht is thans genoemd in de GS-toelichting, onder A, slotalinea, namelijk of het mogelijk is om gedurende een langere periode op korte afstand naar het scherm van de LFD’s te kijken.
Kaminovan belang heeft geacht is thans genoemd in de GS-toelichting, onder A, slotalinea, namelijk of het mogelijk is om gedurende een langere periode op korte afstand naar het scherm van de LFD’s te kijken.
1.1
Het Hof heeft vastgesteld dat de LFD’s evident niet zijn ontworpen voor werk op korte afstand, maar als informatieschermen (displays) die zijn bestemd om te worden gebruikt in openbare ruimtes. Belanghebbende heeft niet gesteld dat de LFD’s beschikken over een of meer van de andere in de GS-toelichting genoemde technische kenmerken. Gelet daarop heeft het Hof mijns inziens terecht geoordeeld dat de LFD’s niet dienen te worden aangemerkt als eenheden van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem en niet kunnen worden ingedeeld onder postonderverdeling 8528 51.
2.1
Belanghebbende heeft vijf bti’s aangevraagd voor LFD’s. Zij heeft daarbij verzocht om indeling van de LFD’s onder postonderverdelingen 8528 51 00 90 of 8532 20 40 90 van de GN.
2.2
De Inspecteur heeft naar aanleiding van belanghebbendes aanvragen vijf bti’s afgegeven (met dagtekening 24 en 26 april 2013). Hierin is vermeld dat de LFD’s volgens opgave de volgende uiterlijke en technische kenmerken bezitten:
Bti met kenmerk
NL RTD-
2013-
[001]
2013-
[002]
2013-
[003]
2013-
[004]
2012-
[005]
Datum afgifte bti
24-04-2013
24-04-2013
24-04-2013
24-04-2013
26-04- 2013
Beelddiagonaal in inch
55
46
46
46
70
Candela in cd/m2
700
700
450
700
600
Pixel pitch
onbekend
0,7455
0,7455
0,530
0,807
Pixel matrix
0,21 x 0,63
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
Aansluitingen
- DVI-D
- D-sub
- CVBS
- RS232
- HDMI
- BNC
- AV
- RGB
- Display port
- RJ45
- Audio
- USB
- RCA
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja [6]
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Sleuf voor een SIM
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Ingebouwde video
matrix processor
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Aspect ratio
16:9
16:9
16:9
16:9
16:9
Maximale resolutie
in pixels
1920x1080
1366x768
1366x768
1920x1080
1920x1080
Afmetingen in mm
1263,8x741,7x136,3
1263,8x741,7x136,3
onbekend
onbekend
1668x989x138
Gewicht in kg
35,5
26,3
19,3
24,5
81,7
2.3
De LFD’s worden tezamen verpakt met niet-karakterbepalende goederen zoals een afstandsbediening, diverse kabels en een gebruiksaanwijzing.
2.4
De Inspecteur heeft de door belanghebbende voorgestane indeling niet gevolgd. Hij heeft de LFD’s ingedeeld onder postonderverdeling 8528 59 40 van de GN.
2.5
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de bti’s. Bij uitspraken op bezwaar van 2 juli 2013 heeft de Inspecteur de bezwaren afgewezen en de bti’s gehandhaafd.
3.Het geding in feitelijke instanties
De Rechtbank
3.1
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Voor de Rechtbank was de indeling van de LFD’s in de GN in geschil. Belanghebbende nam het standpunt in dat de LFD’s onder postonderverdeling 8528 51 00 moeten worden ingedeeld. De Inspecteur stelde zich op het standpunt dat de LFD’s moeten worden ingedeeld onder postonderverdeling 8528 59 40.
3.2
De Rechtbank overwoog dat de eigenschappen van de goederen maken dat zij niet zijn bedoeld om gedurende een langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken bij het uitvoeren van werkzaamheden met een automatische gegevensverwerkende machine. Bovendien beschikken de goederen over meerdere aansluitingen, zodat zij ook gegevens van andere bronnen kunnen weergeven.
3.3
Onder verwijzing naar
Kaminooordeelde de Rechtbank dat de LFD’s geen schermen zijn als bedoeld bij postonderverdeling 8528 51 00, omdat zij, gelet op de technische eigenschappen van de goederen en het feit dat de goederen zijn ontworpen om beelden te tonen aan anderen dan de gebruiker van de automatische gegevensverwerkende machine, niet hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem.
Kaminooordeelde de Rechtbank dat de LFD’s geen schermen zijn als bedoeld bij postonderverdeling 8528 51 00, omdat zij, gelet op de technische eigenschappen van de goederen en het feit dat de goederen zijn ontworpen om beelden te tonen aan anderen dan de gebruiker van de automatische gegevensverwerkende machine, niet hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem.
3.4
Bij uitspraak van 18 augustus 2014, nrs. HAA 13/3433 tot en met 13/3437, ECLI:NL:RBNHO:2014:8579 heeft de Rechtbank de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard.
Het Hof
3.5
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. Voor het Hof hebben partijen dezelfde standpunten ingenomen als in eerste aanleg.
3.6
Het Hof onderschrijft het oordeel van de Rechtbank dat op basis van
Kaminomoet worden geconcludeerd dat geen sprake is van uitsluitend of hoofdzakelijk gebruik in een automatisch gegevensverwerkend systeem (cursivering in origineel):
Kaminomoet worden geconcludeerd dat geen sprake is van uitsluitend of hoofdzakelijk gebruik in een automatisch gegevensverwerkend systeem (cursivering in origineel):
“6.4. In rechtsoverweging 60 van het arrest van het Hof van Justitie EU van 19 februari 2009 (nr. C-376/07 (Kamino International Logstics B.V., hierna: Kamino-arrest) heeft het Hof van Justitie gepreciseerd dat monitoren die hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem kunnen worden geïdentificeerd door technische kenmerken, in het bijzonder het feit dat zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand en dat zij (daarom) lage elektromagnetische veldemissies hebben. Vergelijkbare criteria zijn thans opgenomen in de GS-toelichting, onder A, slotalinea:
“De monitors van deze groep kenmerken zich door lage elektromagnetische stralingen en zij hebben vaak kantel- en draaimechanismen, ontspiegelde oppervlakken, trillingsvrij beeld en andere ergonomische ontwerpkenmerken om het mogelijk te maken gedurende langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken.”De onderwerpelijke monitors zijn evident niet ontworpen voor werk op korte afstand, maar als informatieschermen (displays) die bestemd zijn om te worden gebruikt in openbare ruimtes. Hierdoor ontbreekt naar het oordeel van het Hof enige interactie tussen de gebruiker (lezer) van de monitor en de gebruiker van de automatische gegevensverwerkende machine. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat geen sprake is van uitsluitend of hoofdzakelijk gebruik in een automatisch gegevensverwerkend systeem. Het betreft derhalve geen schermen als bedoeld in postonderverdeling 8528 51, doch “andere monitoren” als bedoeld in postonderverdeling 8528 59.”
“De monitors van deze groep kenmerken zich door lage elektromagnetische stralingen en zij hebben vaak kantel- en draaimechanismen, ontspiegelde oppervlakken, trillingsvrij beeld en andere ergonomische ontwerpkenmerken om het mogelijk te maken gedurende langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken.”De onderwerpelijke monitors zijn evident niet ontworpen voor werk op korte afstand, maar als informatieschermen (displays) die bestemd zijn om te worden gebruikt in openbare ruimtes. Hierdoor ontbreekt naar het oordeel van het Hof enige interactie tussen de gebruiker (lezer) van de monitor en de gebruiker van de automatische gegevensverwerkende machine. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat geen sprake is van uitsluitend of hoofdzakelijk gebruik in een automatisch gegevensverwerkend systeem. Het betreft derhalve geen schermen als bedoeld in postonderverdeling 8528 51, doch “andere monitoren” als bedoeld in postonderverdeling 8528 59.”
3.7
Het Hof heeft de hoger beroepen van belanghebbende bij uitspraak van 15 december 2015, nrs. 14/00707 tot en met 14/00711, ECLI:NL:RBNHO:2014:8579, FutD 2016-0086, DouaneUpdate 2016-0061 ongegrond verklaard.
4.Het geding in cassatie
4.1
Belanghebbende heeft tijdig en ook overigens op regelmatige wijze beroep in cassatie ingesteld.
4.2
Belanghebbende heeft de volgende cassatiemiddelen voorgesteld: [7]
4.3
Middel 1a:
“Schending van het recht, en/of artikel 8:77 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), dan wel verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming met nietigheid wordt bedreigd doordat het Gerechtshof ten onrechte, dan wel ongemotiveerd, niet heeft vastgesteld, noch heeft onderzocht, noch heeft besproken dat de monitors uitsluitend worden gebruikt in combinatie met computers terwijl dit zowel door de Inspecteur als door belanghebbende is betoogd.”
4.4
Middel 1b:
“Schending van het recht, in het bijzonder het bepaalde opgenomen onder postonderverdeling 8528 51 en indelingsregel 1 en 6 van Bijlage 1 van Verordening 2648/87 en/of artikel 8:77 Awb, dan wel verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming met nietigheid wordt bedreigd doordat het Gerechtshof ten onrechte, dan wel ongemotiveerd, heeft geoordeeld dat geen indeling onder postonderverdeling 8528 51 kan plaatsvinden terwijl het partijen niet verdeeld houdt dat de producten voldoen aan de letterlijke bewoording van deze postonderverdeling, namelijk dat de monitors uitsluitend worden gebruikt in combinatie met computers.”
4.5
Middel 2:
“Schending van het recht, in het bijzonder het bepaalde opgenomen onder postonderverdeling 8528 51 en onder postonderverdeling 8528 59 van Bijlage 1 van Verordening 2658/87 en/of artikel 8:77 Awb, dan wel verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming met nietigheid wordt bedreigd, doordat het Gerechtshof ten onrechte, dan wel ongemotiveerd, heeft geoordeeld dat voor de indelingen onder die postonderverdelingen van belang is de beantwoording van de prejudiciële vragen door het Hof van Justitie van de Europese Unie in “Kamino” voor producten die evident niet ontworpen zijn voor werk op korte afstand maar als informatieschermen die bestemd zijn om in combinatie met computers te worden gebruikt in openbare ruimtes en kantoren.”
4.6
Middel 3:
“Schending van het recht, in het bijzonder het bepaalde opgenomen onder postonderverdeling 8528 51 en onder postonderverdeling 8528 59 van Bijlage 1 van Verordening 2658/87 en/of artikel 8:77 Awb, dan wel verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming met nietigheid wordt bedreigd doordat het Gerechtshof ten onrechte, dan wel ongemotiveerd, heeft geoordeeld dat de factoren genoemd in de huidige GS-toelichting, onder A, slotalinea: “De monitors van deze groep kenmerken zich door lage elektromagnetische stralingen, en zij hebben vaak kantel- en draaimechanismen, ontspiegelde oppervlakken, trillingvrij beeld en andere ergonomische ontwerpkenmerken om het mogelijk te maken gedurende langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken”, uitsluiten dat producten die evident niet ontworpen zijn voor werk op korte afstand maar als informatieschermen die bestemd zijn om in combinatie met computers te worden gebruikt in openbare ruimtes en kantoren, ingedeeld worden onder postonderverdeling 8528 51.”
4.7
Middel 4a:
“Schending van het recht, in het bijzonder het bepaalde opgenomen onder postonderverdeling 8528 51 en onder postonderverdeling 8528 59 van Bijlage 1 van Verordening 2658/87 en/of artikel 8:77 Awb, dan wel verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming met nietigheid wordt bedreigd doordat het Gerechtshof ten onrechte, dan wel ongemotiveerd, heeft geoordeeld dat voor producten die evident niet ontworpen zijn voor werk op korte afstand maar als informatieschermen die bestemd zij om in combinatie met computers te worden gebruikt in openbare ruimtes en kantoren, van belang is voor de indeling de vraag of sprake is van interactie tussen de lezer van de monitor en de gebruiker van de automatische gegevensverwerkende machine.”
4.8
Middel 4b:
“Schending van het recht, in het bijzonder het bepaalde opgenomen onder postonderverdeling 8528 51 en onder postonderverdeling 8528 59 van Bijlage 1 van Verordening 2658/87 en/of artikel 8:77 Awb, dan wel verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming met nietigheid wordt bedreigd doordat het Gerechtshof ten onrechte, dan wel ongemotiveerd, heeft geoordeeld dat voor producten die evident niet ontworpen zijn voor werk op korte afstand maar als informatieschermen die bestemd zijn om in combinatie met computers te worden gebruikt in openbare ruimtes en kantoren, geen interactie plaatsvindt tussen de gebruiker (lezer) van de monitor en de gebruiker van de automatisch gegevensverwerkende machine.”
4.9
Middel 5:
“Schending van het recht, in het bijzonder het bepaalde opgenomen onder postonderverdeling 8528 51 en onder postonderverdeling 8528 59 van Bijlage 1 van Verordening 2658/87 en/of artikel 8:77 Awb, dan wel verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming met nietigheid wordt bedreigd doordat het Gerechtshof ten onrechte, dan wel ongemotiveerd, heeft geoordeeld dat geen sprake is van uitsluitend of hoofdzakelijk gebruik van het scherm in een automatisch gegevensverwerkend systeem en derhalve indeling onder postonderverdeling 8528 51 van de GN moet plaatsvinden.”
4.1
De staatssecretaris van Financiën (hierna: de Staatssecretaris) heeft een verweerschrift ingediend, waarin hij de standpunten van belanghebbende weerspreekt en concludeert dat het ingestelde beroep niet tot cassatie kan leiden.
4.11
Belanghebbende heeft niet gerepliceerd.
5.Indeling van goederen
5.1
Het douanetarief waarop de wettelijk verschuldigde rechten bij het ontstaan van een douaneschuld zijn gebaseerd, [8] is vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987, PB L 256, blz. 1 (hierna: Verordening 2658/87). Op grond van artikel 12 van deze verordening stelt de Europese Commissie (hierna: Commissie) “jaarlijks bij verordening een volledige versie vast van de gecombineerde nomenclatuur, met de daarbij behorende tarieven van invoerrechten van het gemeenschappelijk douanetarief zoals die voortvloeit uit door de Raad of door de Commissie vastgestelde bepalingen”. [9] Voor de onderhavige zaak (die ziet op het jaar 2013) is de GN zoals bepaald bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 927/2012 van de Commissie van 9 oktober 2012 tot wijziging van bijlage I bij Verordening 2658/87, PB L 304 van toepassing.
5.2
In Bijlage I bij Verordening 2658/87 [10] zijn de (zes) ‘Algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur’ (hierna: algemene indelingsregels) opgenomen, die voor het indelen van goederen in acht dienen te worden genomen. Voor de onderhavige zaak zijn de algemene indelingsregels 1 en 6 van belang.
5.3
Algemene indelingsregel 1 luidt als volgt:
“De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van de hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en – voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen – de navolgende regels.”
5.4
Op het niveau van de postonderverdelingen geldt een met algemene indelingsregel 1 vergelijkbare algemene indelingsregel 6: Deze luidt:
“Voor de indeling van de goederen onder de onderverdelingen van een post zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen, alsmede “ mutatis mutandis” de vorenstaande regels, met dien verstande dat uitsluitend onderverdelingen van gelijke rangorde met elkaar kunnen worden vergeleken. Voor de toepassing van deze regel en voor zover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing.”
5.5
Blijkens vaste rechtspraak van het HvJ moet het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen van het goed, zoals deze in de tekst van de post(onderverdeling)en van de GN en in de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken zijn omschreven. In een recent arrest,
Sprengen/Pakweg Douane [11] , overwoog het HvJ hieromtrent:
Sprengen/Pakweg Douane [11] , overwoog het HvJ hieromtrent:
“32. (…) het [is] vaste rechtspraak dat, in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de posten van de GN en in de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken zijn omschreven (zie met name arresten van 16 februari 2006, Proxxon, C-500/04, EU:C:2006:111, punt 21, en 5 maart 2015, Vario Tek, C-178/14, EU:C:2015:152, punt 21 en aldaar aangehaalde rechtspraak).”
5.6
Voorts is het vaste rechtspraak van het HvJ dat de bestemming van het goed een objectief indelingscriterium kan zijn bij de indeling. In
Medical Imaging Systems [12] overweegt het HvJ daaromtrent:
Medical Imaging Systems [12] overweegt het HvJ daaromtrent:
“24. Voorts is het eveneens vaste rechtspraak dat de bestemming van het product een objectief indelingscriterium kan zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product en de inherentie kan worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan (arresten van 20 juni 2013, Agroferm, C-568/11, EU:C:2013:407, punt 41, en 4 maart 2015, Oliver Medical, C-547/13, EU:C:2015:139, punt 47). Bovendien is de bestemming van het product enkel een relevant criterium indien de indeling niet uitsluitend op basis van de objectieve kenmerken en eigenschappen van dit product kan worden verricht (arresten van 16 december 2010, Skoma-Lux, C-339/09, EU:C:2010:781, punt 47, en 28 april 2016, C-233/15, Oniors Bio, EU:C:2016:305, punt 33).”
5.7
De objectieve kenmerken en eigenschappen van de producten moeten kunnen worden vastgesteld op het tijdstip dat deze in het vrije verkeer worden gebracht. [13]
5.9
De toelichtingen van de Werelddouaneorganisatie (WDO) op het GS [16] en de toelichtingen van de Commissie op de GN zijn, hoewel rechtens niet bindend, bij de indeling van goederen belangrijke hulpmiddelen. Ik citeer wederom uit
Medical Imaging Systems: [17]
Medical Imaging Systems: [17]
“23. De door de Commissie voor de GN en door de WDO voor het GS uitgewerkte toelichtingen zijn, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten (arrest van 18 mei 2011, Delphi Deutschland, C-423/10, EU:C:2011:315, punt 24 en aldaar aangehaalde rechtspraak).”
5.1
Aan de hand van de hiervoor genoemde regels dienen de LFD’s te worden ingedeeld.
6.Afdeling XVI, hoofdstuk 85 van de GN
6.1
Hoofdstuk 85 valt onder afdeling XVI. Deze afdeling omvat volgens het opschrift “machines, toestellen en elektrotechnisch materieel, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen”.
6.2
Getuige het opschrift van hoofdstuk 85 behoren tot dit hoofdstuk “Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen”.
6.3
Het geschil beperkt zich tot de postonderverdelingen 8528 51 00 en 8528 59 40 van de GN.
Post 8528 en postonderverdelingen 8528 51 00 en 8528 59 40 van de GN
6.4
De postonderverdelingen 8528 51 00 en 8528 59 40 van de GN luiden als volgt:
“8528 Monitors en projectietoestellen, niet uitgerust met ontvangtoestel voor televisie; ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of toestel voor het opnemen of weergeven van geluid of van beelden:
(…)
- andere monitors:
8528 51 00 - - van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem als bedoeld bij post 8471
8528 59 - - andere
- - - voor kleurenweergave:
8528 59 40 - - - - met lcd-beeldscherm”
6.5
In de GS-toelichting op post 8528 wordt opgemerkt:
“Monitors, projectors and television sets utilize different technologies, such as CRT (cathode-ray tube), LCD (liquid crystal display), DMD (digital micromirror device), OLED (organic light emitting diodes) and plasma, to display images.
Monitors and projectors may be capable of receiving a variety of signals from different sources. […]”
6.6
Daarnaast is in de GS-toelichting vermeld welke monitoren onder de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem worden geschaard:
“(A) MONITORS OF A KIND SOLELY OR PRINCIPALLY USED IN AN AUTOMATIC DATA PROCESSING SYSTEM OF HEADING
84.71
84.71
This group includes CRT and non-CRT (e.g., flat panel screen) monitors which provide a graphical presentation of the data processed. These monitors are distinguishable from other types of monitors (see (B) below) and from television receivers. They include :
(1) Those monitors which are capable of accepting a signal only from the central processing unit of an automatic data processing machine and, therefore, are not able to reproduce a colour image from a composite video signal whose waveform conforms to a broadcast standard (NTSC, SECAM, PAL, D-MAC, etc.). They are fitted with connectors characteristic of data processing systems (e.g., RS-232C interface, DIN or SUB-D connectors) and do not have an audio circuit. They are controlled by special adaptors (e.g., monochrome or graphics adaptors) which are integrated in the central processing unit of the automatic data processing machine.
(2) CRT monitors having a display pitch size starting at 0.41 mm for medium resolution, which gets smaller as the resolution increases.
(3) Those CRT monitors which, in order to accommodate the presentation of small yet well-defined images, utilize smaller dot (pixel) sizes and greater convergence standards than those applicable to the monitors described at (B) below and television receivers. (Convergence is the ability of the electron gun(s) to excite a single spot on the face of the cathode-ray tube without disturbing any of the adjoining spots.)
(4) CRT monitors whose video frequency (bandwidth), which is the measurement determining how many dots can be transmitted per second to form the image, is generally 15 MHz or greater. Whereas, in the case of the monitors described at (B) below, the bandwidth is generally no greater than 6 MHz. The horizontal scanning frequency of these monitors varies according to the standards for various display modes, generally from 15 kHz to over 155 kHz. Many are capable of multiple horizontal scanning frequencies. The horizontal scanning frequency of the monitors described at (B) below is fixed, usually 15.6 or 15.7 kHz depending on the applicable television standard. Moreover, the monitors of this group do not operate in conformity with national or international broadcast frequency standards for public broadcasting or with frequency standards for closed-circuit television.
These monitors of this group are characterised by low electromagnetic field emissions and they frequently incorporate tilt and swivel adjusting mechanisms, glare-free surfaces, flicker-free display, and other ergonomic design characteristics to facilitate prolonged periods of viewing at close proximity to the monitor.”
6.7
Over monitoren die geen eenheden zijn van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem is de volgende passage opgenomen in de GS-toelichting:
“(B) MONITORS OTHER THAN THOSE OF A KIND SOLELY OR PRINCIPALLY USED IN AN AUTOMATIC DATA PROCESSING SYSTEM OF HEADING
84.71
84.71
This group includes monitors which are receivers connected directly to the video camera or recorder by means of co-axial cables, so that all the radio-frequency circuits are eliminated. They are used by television companies or for closed-circuit television (airports, railway stations, factories, hospitals, etc.). These apparatus consist essentially of devices which can generate a point of light and display it on a screen synchronously with the source signals. They incorporate one or more video amplifiers with which the intensity of the point can be varied. They can, moreover, have separate inputs for red (R), green (G) and blue (B), or be coded in accordance with a particular standard (NTSC, SECAM, PAL, D-MAC, etc.). For reception of coded signals, the monitor must be equipped with a decoding device covering (the separation of) the R, G and B signals. The most common means of image reconstitution is the cathode-ray tube, for direct vision, or a projector with up to three projection cathode-ray tubes; however, other monitors achieve the same objective by different means (e.g., liquid crystal screens, diffraction of light rays on to a film of oil). These may be in the form of CRT monitors or flat panel displays, e.g., LCD, LED, plasma.”
7.Indelingsverordeningen
7.1
De Commissie is bevoegd indelingsverordeningen vast te stellen. Deze bevoegdheid is gebaseerd op artikel 9, lid 1, onder a, van de Verordening (EEG) 2658/87.
7.2
De Commissie moet, op straffe van nietigheid, bij de vaststelling van indelingsverordeningen evenwel binnen de aan haar toegekende bevoegdheid blijven. Zij is weliswaar bevoegd de inhoud van de tariefposten te verduidelijken, maar mag hierbij de inhoud van het GS niet wijzigen. Ik verwijs in verband hiermee naar
Kawasaki [18] , waarin het HvJ in punt 35 overweegt:
Kawasaki [18] , waarin het HvJ in punt 35 overweegt:
“Om te beginnen zij eraan herinnerd dat de Raad de Commissie, handelend in samenwerking met de douanedeskundigen van de lidstaten, een ruime beoordelingsbevoegdheid heeft gelaten bij de verduidelijking van de inhoud van de posten die voor de indeling van een bepaald goed in aanmerking komen. De bevoegdheid van de Commissie om de in artikel 9, lid 1, sub a, b, d en e, van verordening nr. 2658/87 bedoelde maatregelen vast te stellen, machtigt haar evenwel niet om de inhoud van de tariefposten te wijzigen die zijn vastgesteld op basis van het bij het Internationaal Verdrag ingevoerde GS, ten aanzien waarvan de Gemeenschap zich bij artikel 3 daarvan heeft verbonden om de draagwijdte van de posten niet te wijzigen (zie arresten van 14 december 1995, Frankrijk/Commissie, C-267/94, Jurispr. blz. I-4845, punten 19 en 20; 28 maart 2000, Holz Geenen, C-309/98, Jurispr. blz. I-1975, punt 13, en 7 juli 2005, Jacob Meijer en Eagle International Freight, C-304/04 en C-305/04, Jurispr. blz. I-6251, punt 22).”
7.3
Dat de Commissie niet bevoegd is de nomenclatuur vast te stellen, maar deze enkel mag verduidelijken, vloeit niet alleen voort uit de jurisprudentie van het HvJ, maar ook uit de gebondenheid van de Europese Unie aan het Internationaal Verdrag inzake het GS. In dit verdrag is namelijk het uitdrukkelijke verbod opgenomen veranderingen aan te brengen op de afdelingen of de hoofdstukken, waardoor de strekking van de afdelingen, hoofdstukken of posten zou worden gewijzigd. [19]
7.4
Indien de Commissie, naar het oordeel van het HvJ, bij de vaststelling van een indelingsverordening de aan haar toegekende bevoegdheid heeft overschreden, zal het HvJ deze indelingsverordening nietig verklaren, met als gevolg dat deze indelingsverordening wordt geacht nooit te hebben bestaan (zie punt 51 van
Kawasaki). [20]
Kawasaki). [20]
7.5
Na afgifte van de bestreden bti’s op 24 en 26 april 2013 heeft de Commissie indelingsverordeningen vastgesteld ter zake van verschillende typen monitoren, die overeenkomsten vertonen met de LFD’s.
7.6
Bij uitvoeringsverordening van 4 februari 2014 [21] heeft de Commissie de indeling in de GN vastgesteld van monitoren “bedoeld om te worden gebruikt in informatiedisplaysystemen, zoals openbare toegangspunten tot informatie, informatieborden in winkels, effectenbeurzen, luchthavens en handelstentoonstellingen. Om deze functie te verrichten, kan de monitor signalen weergeven van zowel automatische gegevensverwerkende machines als andere beeldbronnen.” In kolom 3 van de bijlage bij deze indelingsverordening is beschreven waarom de Commissie indeling van deze monitoren onder postonderverdeling 8528 51 00 uitsluit:
“Gezien zijn objectieve kenmerken, zoals de grootte van het scherm, de ondersteunde tv-standaarden en videoformaten, een pixelafstand die niet geschikt is voor langdurig kijken van dichtbij, de hoge helderheid, de aanwezigheid van een afstandsbediening, de audiocircuits met versterking, de PiP-functie en de vaste steun zonder draai- en kantelmechanisme, wordt de monitor niet geacht van de soort te zijn die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem van post 8471. Indeling onder GN-onderverdeling 8528 51 00 is daarom uitgesloten.”
7.7
In de uitvoeringsverordening van 8 augustus 2014 [22] heeft de Commissie op basis van vergelijkbare motieven bepaald dat indeling onder postonderverdeling 8528 51 00 van monitoren die, gelijk de LFD’s, beschikken over verschillende aansluitingen en kunnen worden gebruikt in een videowall [23] , uitgesloten is. [24]
7.8
Hoewel de goederen die op basis van voornoemde uitvoeringsverordeningen (hierna: de indelingsverordeningen) zijn ingedeeld, sterke gelijkenissen vertonen met de onderhavige monitoren, zijn zij in technisch opzicht niet identiek. Uit de vaststaande feiten volgt dat zij met name verschillen in afmetingen en pixelafstand. De indelingsverordeningen kunnen daarom niet naar analogie op deze monitoren worden toegepast, zo volgt uit de punten 64 tot en met 67 van
Kamino:
Kamino:
“64. De waren die op basis van verordening nr. 754/2004 zijn ingedeeld, zijn in technisch opzicht echter niet identiek aan de monitor die in het hoofdgeding aan de orde is. De twee soorten toestellen die in de bijlage bij die verordening worden beschreven, zijn immers plasmaschermen, terwijl de in het hoofdgeding aan de orde zijnde monitor een LCD-scherm heeft.
65. Zij verschillen tevens wat hun afmetingen betreft, aangezien de beelddiagonaal van de toestellen waarop verordening nr. 754/2004 betrekking heeft, 106 cm (41,73 inch) bedraagt, terwijl die van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde monitor 58,42 cm (23 inch) bedraagt.
66. Bovendien hebben de twee soorten toestellen die door verordening nr. 754/2004 zijn ingedeeld, een resolutie van respectievelijk 852 x 480 beeldpunten en 1 024 x 1 024 beeldpunten. De resolutie van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde monitor is echter 1 920 x 1 200 beeldpunten.
67. Hieraan moet worden toegevoegd dat de toepassing naar analogie van een indelingsverordening op producten die vergelijkbaar zijn met die waarop deze verordening betrekking heeft, weliswaar bevorderend is voor een coherente uitlegging van de GN en voor de gelijke behandeling van de deelnemers aan het economisch verkeer (zie arresten van 4 maart 2004, Krings, C-130/02,
Jurispr.blz. I-2121, punt 35, en 13 juli 2006, Anagram International, C-14/05,
Jurispr.blz. I-6763, punt 32), maar dat daartoe de in te delen producten en de in de indelingsverordening bedoelde producten wel voldoende soortgelijk moeten zijn.”
Jurispr.blz. I-2121, punt 35, en 13 juli 2006, Anagram International, C-14/05,
Jurispr.blz. I-6763, punt 32), maar dat daartoe de in te delen producten en de in de indelingsverordening bedoelde producten wel voldoende soortgelijk moeten zijn.”
7.9
Ook indien de goederen waar de indelingsverordeningen op zien identiek of voldoende soortgelijk zouden zijn aan de LFD’s, brengt dit niet zonder meer met zich dat indeling van de LFD’s onder postonderverdeling 8528 51 00 is uitgesloten. Volgens vaste rechtspraak van het HvJ [25] verzet het rechtszekerheidsbeginsel zich er immers tegen dat een verordening met terugwerkende kracht wordt toegepast, ongeacht of de gevolgen hiervan voor de betrokkene gunstig of ongunstig zijn, tenzij uit een voldoende duidelijke aanwijzing in de bewoordingen of de doelstellingen van de verordening kan worden afgeleid dat deze niet enkel voor de toekomst is vastgesteld. Een verordening houdende vaststelling van de voorwaarden voor indeling onder een GN-post of GN-postonderverdeling kan geen terugwerkende kracht hebben. [26]
7.1
In
Panasonic Italia e.a. [27] stond de vraag centraal of indelingsverordening nr. 754/2004 met terugwerkende kracht moet worden toegepast. Het HvJ oordeelde dat deze indelingsverordening geen terugwerkende kracht heeft, aangezien noch uit de preambule, noch uit de tekst van de bepalingen, noch uit de bijlage van de indelingsverordening blijkt dat deze met terugwerkende kracht moet worden toegepast.
Panasonic Italia e.a. [27] stond de vraag centraal of indelingsverordening nr. 754/2004 met terugwerkende kracht moet worden toegepast. Het HvJ oordeelde dat deze indelingsverordening geen terugwerkende kracht heeft, aangezien noch uit de preambule, noch uit de tekst van de bepalingen, noch uit de bijlage van de indelingsverordening blijkt dat deze met terugwerkende kracht moet worden toegepast.
7.11
De formuleringen van de in de punten 7.6 en 7.7 van deze conclusie genoemde indelingsverordeningen nrs. 112/2014 en 877/2014 komen grotendeels overeen met die van de indelingsverordening die in
Panasonic Italia e.a.aan de orde was, hetgeen in beginsel met zich brengt dat ook de twee laatstgenoemde indelingsverordeningen niet met terugwerkende kracht kunnen worden toegepast.
Panasonic Italia e.a.aan de orde was, hetgeen in beginsel met zich brengt dat ook de twee laatstgenoemde indelingsverordeningen niet met terugwerkende kracht kunnen worden toegepast.
7.12
In de motiveringen van de hier relevant geachte indelingsverordeningen wordt echter sterk de nadruk gelegd op het feit dat indeling van de betreffende monitoren onder postonderverdeling 8528 51 00, gezien de objectieve kenmerken hiervan, uitgesloten is. In aanmerking nemende dat het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen van het goed (zie onderdeel 5.5) en de objectieve kenmerken van de betreffende monitoren niet zijn gewijzigd, zou kunnen worden betoogd dat uit een voldoende duidelijke aanwijzing in de bewoordingen van indelingsverordeningen blijkt dat deze wel met terugwerkende kracht moeten worden toegepast.
7.13
Wat hier ook van zij, nu de indelingsverordeningen vooralsnog niet zijn voorgelegd aan het HvJ, en het HvJ dus niet heeft getoetst of zij strijdig zijn met het GS, kan van hun juistheid, en in het verlengde daarvan, van hun verbindendheid, niet zonder meer worden uitgegaan. Ook indien de LFD’s identiek of voldoende soortgelijk zouden zijn aan de goederen waar de indelingsverordeningen op zien, zou daarom alsnog moeten worden onderzocht of de indelingsverordeningen conform het GS zijn vastgesteld.
8.Kamino
8.1
Op 19 februari 2009 heeft het HvJ
Kaminogewezen. In deze zaak was de indeling in de GN van een zending lcd-kleurenmonitoren in geschil. De betreffende monitoren hadden aansluitmogelijkheden voor D-sub, DVI-D, USB, S-video en Composite-video. De monitoren konden derhalve zowel beelden weergeven die afkomstig waren van een automatische gegevensverwerkende machine, als beelden afkomstig van andere apparaten.
Kaminogewezen. In deze zaak was de indeling in de GN van een zending lcd-kleurenmonitoren in geschil. De betreffende monitoren hadden aansluitmogelijkheden voor D-sub, DVI-D, USB, S-video en Composite-video. De monitoren konden derhalve zowel beelden weergeven die afkomstig waren van een automatische gegevensverwerkende machine, als beelden afkomstig van andere apparaten.
8.2
Kamino, belanghebbende in die zaak, stelde zich op het standpunt dat de lcd-monitoren van de soort waren die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem. De staatssecretaris was de tegengestelde opvatting toegedaan, omdat de monitoren konden worden gebruikt voor de weergave van beelden en aangesloten konden worden op een dvd-speler, home cinema-set, spelcomputer, videocamera, camcorder en automatische gegevensverwerkende machine.
8.3
De Hoge Raad stelde het HvJ onder meer de volgende prejudiciële vragen:
“29.
1) Moet aantekening 5, B, op hoofdstuk 84 van de GN […] zo worden uitgelegd dan een kleurenmonitor die zowel signalen afkomstig van een automatische gegevensverwerkende machine als bedoeld in post 8471 […], als van andere bronnen kan weergeven, is uitgesloten van indeling onder post 8471 […]?
2) Indien voor de hiervoor onder 1 bedoelde kleurenmonitor indeling onder post 8471 […] niet is uitgesloten, aan de hand van welke omstandigheden moet dan worden bepaald of deze eenheid is van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem?
(…)”
8.4
Het HvJ heeft geoordeeld dat indeling van de monitoren als eenheden van de soort die ‘hoofdzakelijk’ worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem in de zin van aantekening 5, B, sub a, op hoofdstuk 84 van de GN, niet is uitgesloten.
8.5
Om te bepalen of de desbetreffende lcd-monitoren inderdaad moesten worden ingedeeld als eenheden van de soort die ‘hoofdzakelijk’ worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem, moest volgens het HvJ een beroep worden gedaan op de aanwijzingen in de toelichtingen met betrekking tot post 8471 van de GN. [28]
8.6
Uit de punten 1 tot en met 5 van het deel van hoofdstuk I, D, van de GS-toelichting, dat ziet op beeldschermeenheden van automatische gegevensverwerkende machines, leidt het HvJ in punt 60 af dat monitoren die hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem, niet alleen kunnen worden geïdentificeerd door het feit dat zij zijn voorzien van ingangen die zijn bedoeld voor aansluiting aan automatische gegevensverwerkende systemen, maar ook door andere technische kenmerken:
“(…)
in het bijzonder het feit dat zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand[cursivering A-G], dat zij geen televisiesignalen kunnen weergeven, dat zij lage elektromagnetische veldemissies hebben, dat de afstand tussen de beeldpunten begint bij 0,41 mm voor een gemiddelde (medium) resolutie en kleiner wordt naargelang de resolutie toeneemt, dat hun beeldfrequentie 15 MHz of meer bedraagt, en door het feit dat de beeldpunten op het scherm kleiner zijn dan bij de videomonitoren van post 8528, terwijl de convergentie van eerstgenoemde sterker is dan die laatstgenoemde.”
in het bijzonder het feit dat zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand[cursivering A-G], dat zij geen televisiesignalen kunnen weergeven, dat zij lage elektromagnetische veldemissies hebben, dat de afstand tussen de beeldpunten begint bij 0,41 mm voor een gemiddelde (medium) resolutie en kleiner wordt naargelang de resolutie toeneemt, dat hun beeldfrequentie 15 MHz of meer bedraagt, en door het feit dat de beeldpunten op het scherm kleiner zijn dan bij de videomonitoren van post 8528, terwijl de convergentie van eerstgenoemde sterker is dan die laatstgenoemde.”
8.7
Onder verwijzing naar deze rechtsoverweging van het HvJ in
Kaminoheeft het Hof in de bestreden uitspraak geoordeeld dat de LFD’s geen eenheden zijn die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem. Het Hof overweegt als volgt:
Kaminoheeft het Hof in de bestreden uitspraak geoordeeld dat de LFD’s geen eenheden zijn die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem. Het Hof overweegt als volgt:
“6.4. In rechtsoverweging 60 van het arrest van het Hof van Justitie EU van 19 februari 2009 (nr. C-376/07 (Kamino International Logistics B.V., hierna: Kamino-arrest) heeft het Hof van Justitie gepreciseerd dat monitoren die hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem kunnen worden geïdentificeerd door technische kenmerken, in het bijzonder het feit dat zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand en dat zij (daarom) lage elektromagnetische veldemissies hebben. Vergelijkbare criteria zijn thans opgenomen in de GS-toelichting, onder A, slotalinea: “
De monitors van deze groep kenmerken zich door lage elektromagnetische stralingen en zij hebben vaak kantel- en draaimechanismen, ontspiegelde oppervlakken, trillingvrij beeld en andere ergonomische ontwerpkenmerken om het mogelijk te maken gedurende langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken.”De onderwerpelijke monitors zijn evident niet ontworpen voor werk op korte afstand, maar als informatieschermen (displays) die bestemd zijn om te worden gebruikt in openbare ruimtes. Hierdoor ontbreekt naar het oordeel van het Hof enige interactie tussen de gebruiker (lezer) van de monitor en de gebruiker van de automatische gegevensverwerkende machine. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat geen sprake is van uitsluitend of hoofdzakelijk gebruik in een automatisch gegevensverwerkend systeem. Het betreft derhalve geen schermen als bedoeld in postonderverdeling 8528 51, doch “andere monitoren” als bedoeld in postonderverdeling 8528 59.”
De monitors van deze groep kenmerken zich door lage elektromagnetische stralingen en zij hebben vaak kantel- en draaimechanismen, ontspiegelde oppervlakken, trillingvrij beeld en andere ergonomische ontwerpkenmerken om het mogelijk te maken gedurende langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken.”De onderwerpelijke monitors zijn evident niet ontworpen voor werk op korte afstand, maar als informatieschermen (displays) die bestemd zijn om te worden gebruikt in openbare ruimtes. Hierdoor ontbreekt naar het oordeel van het Hof enige interactie tussen de gebruiker (lezer) van de monitor en de gebruiker van de automatische gegevensverwerkende machine. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat geen sprake is van uitsluitend of hoofdzakelijk gebruik in een automatisch gegevensverwerkend systeem. Het betreft derhalve geen schermen als bedoeld in postonderverdeling 8528 51, doch “andere monitoren” als bedoeld in postonderverdeling 8528 59.”
8.8
In de optiek van belanghebbende is hetgeen het HvJ heeft geantwoord op de in
Kaminogestelde prejudiciële vragen niet relevant voor de onderhavige casus, daar de monitoren in die zaak fundamenteel verschillen van de LFD’s. Ik bespreek de relevantie van
Kaminoin het navolgende aan de hand van de door belanghebbende voorgestelde middelen.
Kaminogestelde prejudiciële vragen niet relevant voor de onderhavige casus, daar de monitoren in die zaak fundamenteel verschillen van de LFD’s. Ik bespreek de relevantie van
Kaminoin het navolgende aan de hand van de door belanghebbende voorgestelde middelen.
Middel 1 (a en b)
8.9
Belanghebbende stelt dat beide partijen in hoger beroep naar voren hebben gebracht dat de LFD’s uitsluitend in combinatie met een computer (zijnde een automatische gegevensverwerkende machine als bedoeld bij post 8471) worden gebruikt. In dit kader verwijst zij naar de door haar in hoger beroep ingediende aanvullende motivering van het hogerberoepschrift, alsmede naar het door de Inspecteur in hoger beroep ingediende verweerschrift, waarin de volgende passage is opgenomen:
“De schermen worden uitsluitend gebruikt in combinatie met computers in de zakelijke markt en worden in principe niet aan consumenten verkocht.”
8.1
Nu volgens belanghebbende niet in geschil is dat de LFD’s uitsluitend in combinatie met automatische gegevensverwerkende machines worden gebruikt, had het Hof dit volgens belanghebbende als feit moeten vaststellen. Het Hof had op basis van dit feit tot het oordeel moeten komen dat de LFD’s op basis van de letterlijke bewoordingen van postonderverdeling 8528 51 onder die post moeten worden ingedeeld. Nu het Hof het betreffende feit niet heeft vastgesteld, heeft hij, zo betoogt belanghebbende, het recht geschonden dan wel een vormverzuim begaan.
8.11
Uit de door belanghebbende gereleveerde passage uit het verweerschrift van de Inspecteur kan naar mijn mening niet worden afgeleid dat de Inspecteur heeft bevestigd dat de LFD’s uitsluitend in combinatie met automatische gegevensverwerkende machines worden gebruikt. Het komt mij voor dat de Inspecteur deze passage heeft opgenomen om te benadrukken dat de LFD’s niet zijn bestemd voor de reguliere werk- of privéomgeving omdat de schermen van de LFD’s niet zijn ontworpen om gedurende langere tijd van korte afstand te kunnen worden bekeken. Op basis van de door de Inspecteur gebezigde formulering kan enkel worden geconcludeerd dat hij van mening is dat de LFD’s niet worden gebruikt in combinatie met computers van particulieren. Dat de Inspecteur heeft uitgesloten dat de LFD’s, naast de combinatie met computers in de zakelijke markt, ook anderszins kunnen worden benut, volgt daaruit niet.
8.12
Dat de LFD’s uitsluitend in combinatie met automatische gegevensverwerkende machines kunnen worden gebruikt staat, gezien vorenstaande, tussen partijen niet vast. De stelling van belanghebbende is echter relevant voor het geschil, zodat sprake kan zijn van een motiveringsgebrek indien het Hof deze stelling onbehandeld heeft gelaten.
8.13
Onder verwijzing naar punt 6.3 van de hofuitspraak concludeer ik echter dat van een motiveringsgebrek geen sprake is, nu het Hof specifiek heeft overwogen dat hij uit de technische gegevens van de LFD’s afleidt dat zij onafhankelijk van een automatisch gegevensverwerkend systeem een kleurbeeld van een composiet videosignaal kunnen weergeven.
8.14
Middel 1 faalt derhalve.
Middel 2
8.15
Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat
Kaminoziet op de indeling in de GN van monitoren met andere technische kenmerken dan de LFD’s, en concludeert dat hetgeen het HvJ heeft overwogen in
Kaminodaarom geen betekenis heeft voor de indeling in de GN van de LFD’s.
Kaminoziet op de indeling in de GN van monitoren met andere technische kenmerken dan de LFD’s, en concludeert dat hetgeen het HvJ heeft overwogen in
Kaminodaarom geen betekenis heeft voor de indeling in de GN van de LFD’s.
8.16
Het Hof heeft volgens belanghebbende dan ook ten onrechte geoordeeld dat voor de indeling van de LFD’s van belang is dat het HvJ in
Kaminoheeft gepreciseerd dat monitoren die hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem kunnen worden geïdentificeerd door technische kenmerken, in het bijzonder het feit dat zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand en dat zij lage elektromagnetische veldemissies hebben.
Kaminoheeft gepreciseerd dat monitoren die hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem kunnen worden geïdentificeerd door technische kenmerken, in het bijzonder het feit dat zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand en dat zij lage elektromagnetische veldemissies hebben.
8.17
Allereerst merk ik op dat aan het enkele feit dat in
Kaminoeen ander type monitoren centraal stond niet de conclusie mag worden verbonden dat
Kaminogeen betekenis toekomt in het onderhavige geschil.
Kaminoeen ander type monitoren centraal stond niet de conclusie mag worden verbonden dat
Kaminogeen betekenis toekomt in het onderhavige geschil.
8.18
Zo overweegt het HvJ in de punten 23 en 42 dat de lcd-monitor verschillende aansluitmogelijkheden heeft en dat hij, “aangezien hij ook signalen kan weergeven die afkomstig zijn van andere bronnen, niet van de soort is die uitsluitend wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem. Derhalve moet worden beoordeeld of hij niettemin kan worden geacht van de soort te zijn die “hoofdzakelijk” in een dergelijk systeem wordt gebruikt […].” Nu vaststaat dat de LFD’s tevens over verschillende aansluitmogelijkheden beschikken (grotendeels dezelfde aansluitmogelijkheden als de aansluitmogelijkheden waarover de LCD-monitoren in
Kaminobeschikten), volgt uit
Kaminodat de LFD’s niet uitsluitend, maar hoogstens hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem.
Kaminobeschikten), volgt uit
Kaminodat de LFD’s niet uitsluitend, maar hoogstens hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem.
8.19
In
Kaminoheeft het HvJ geoordeeld dat bij de beoordeling of monitoren die over aansluitmogelijkheden beschikken eenheden zijn van de soort die hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem zowel van belang is in welke mate zij verscheidene functies kunnen vervullen alsmede welk prestatieniveau zij bij de vervulling van die functies bereiken. Het criterium “zijn van de soort die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem” ziet derhalve niet op het gebruik van de monitor als zodanig, maar op de functies die deze, gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen van de monitor, kan vervullen. [29]
Kaminoheeft het HvJ geoordeeld dat bij de beoordeling of monitoren die over aansluitmogelijkheden beschikken eenheden zijn van de soort die hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem zowel van belang is in welke mate zij verscheidene functies kunnen vervullen alsmede welk prestatieniveau zij bij de vervulling van die functies bereiken. Het criterium “zijn van de soort die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem” ziet derhalve niet op het gebruik van de monitor als zodanig, maar op de functies die deze, gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen van de monitor, kan vervullen. [29]
8.2
In zoverre heeft hetgeen in
Kaminois overwogen een algemene strekking met betrekking tot monitoren die over verschillende aansluitingmogelijkheden beschikken en derhalve niet uitsluitend worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem en is het arrest derhalve zonder meer van belang voor het onderhavige geschil.
Kaminois overwogen een algemene strekking met betrekking tot monitoren die over verschillende aansluitingmogelijkheden beschikken en derhalve niet uitsluitend worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem en is het arrest derhalve zonder meer van belang voor het onderhavige geschil.
8.21
In de punten 59 tot en met 61 benoemt het HvJ de bron waarop een beroep moet worden gedaan bij de indeling in de GN van een monitor “zoals die in het hoofdgeding aan de orde is”: de toelichtingen met betrekking tot post 8471 van het GS, in het bijzonder de punten 1 tot en met 5.
8.22
Aangezien de eigenschap van de in
Kaminocentraal staande monitor, die het HvJ in de aanloop naar deze rechtsoverwegingen relevant heeft geacht, ook toekomt aan de LFD’s (namelijk het beschikken over verschillende aansluitingmogelijkheden), vormt de GS-toelichting een relevante bron bij de indeling in de GN van de LFD’s. Het Hof heeft dan ook mogen toetsen of de technische kenmerken die het HvJ in
Kaminovan belang heeft geacht en thans zijn genoemd in de GS-toelichting, onder A, slotalinea, bij de LFD’s aanwezig zijn.
Kaminocentraal staande monitor, die het HvJ in de aanloop naar deze rechtsoverwegingen relevant heeft geacht, ook toekomt aan de LFD’s (namelijk het beschikken over verschillende aansluitingmogelijkheden), vormt de GS-toelichting een relevante bron bij de indeling in de GN van de LFD’s. Het Hof heeft dan ook mogen toetsen of de technische kenmerken die het HvJ in
Kaminovan belang heeft geacht en thans zijn genoemd in de GS-toelichting, onder A, slotalinea, bij de LFD’s aanwezig zijn.
8.23
Middel 2 faalt eveneens.
Middel 3
8.24
Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat met de GS-toelichting, onder A, slotalinea, luidende: “De monitors van deze groep kenmerken zich door lage elektromagnetische stralingen, en zij hebben vaak kantel- en draaimechanismen, ontspiegelde oppervlakken, trillingvrij beeld en andere ergonomische ontwerpkenmerken om het mogelijk te maken gedurende langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken”, de draagwijdte van de postonderverdeling 8528 51 wordt beperkt. Omdat dit strijd oplevert met internationaal recht [30] dient de GS-toelichting buiten beschouwing te worden gelaten.
8.25
Uit punt 6.4 van de uitspraak van het Hof volgt dat hij doorslaggevend heeft geacht dat de LFD’s niet gedurende langere periode op korte afstand kunnen worden bekeken:
“6.4. (…) De onderwerpelijke monitors zijn evident niet ontworpen voor werk op korte afstand, maar als informatieschermen (displays) die bestemd zijn om te worden gebruikt in openbare ruimtes. Hierdoor ontbreekt naar het oordeel van het Hof enige interactie tussen de gebruiker (lezer) van de monitor en de gebruiker van de automatische gegevensverwerkende machine. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat geen sprake is van uitsluitend of hoofdzakelijk gebruik in een automatisch gegevensverwerkend systeem.”
8.26
Dit kenmerk is ook in
Kaminoaangewezen als relevant criterium bij de beoordeling of sprake is van monitoren die hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem (zie hiervoor in onderdelen 8.21 en 8.22). In deze aanwijzing ligt mijns inziens besloten dat het HvJ dit criterium niet strijdig acht met internationaal recht.
Kaminoaangewezen als relevant criterium bij de beoordeling of sprake is van monitoren die hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem (zie hiervoor in onderdelen 8.21 en 8.22). In deze aanwijzing ligt mijns inziens besloten dat het HvJ dit criterium niet strijdig acht met internationaal recht.
8.27
Middel 3 faalt dus ook.
Middel 4
8.28
Met haar vierde middel komt belanghebbende op tegen punt 6.4 van de hofuitspraak. Zij betoogt dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat, voor de indeling van producten die evident niet zijn ontworpen voor werk op korte afstand maar als informatieschermen die zijn bestemd om in combinatie met computers te worden gebruikt in openbare ruimtes en kantoren, van belang is de vraag of sprake is van interactie tussen de lezer van de monitor en de gebruiker van de automatisch gegevensverwerkende machine.
8.29
Belanghebbende wijst in dit verband erop dat het ‘interactie-criterium’ noch volgt uit de bewoording van de postonderverdeling, noch uit aantekeningen op de posten of aanvullende aantekeningen op postonderverdelingen, noch uit enige toelichting van het WDO of de Commissie.
8.3
Anders dan belanghebbende leid ik uit punt 6.4 van de uitspraak van het Hof niet af dat het Hof een ‘interactie-criterium’ heeft geformuleerd. Het Hof heeft aan enig interactiecriterium ook niet getoetst. Het Hof heeft enkel opgemerkt dat enige interactie tussen de gebruiker van de LFD’s en de gebruiker van het automatisch gegevensverwerkend systeem ontbreekt, zodat niet gesteld kan worden dat de LFD’s zijn ontworpen om gedurende langere periode op korte afstand te worden bekeken.
8.31
Het middel van belanghebbende getuigt dan ook van een onjuiste lezing van de bestreden uitspraak en faalt derhalve.
Middel 5
8.32
Volgens belanghebbende moeten de LFD’s op basis van hun objectieve kenmerken en eigenschappen worden ingedeeld onder postonderverdeling 8528 51. Belanghebbende wijst in dit kader op de volgende kenmerken en eigenschappen:
- de specifieke omlijsting die de LFD’s geschikt maakt voor gebruik in een videowall;
- de mogelijkheid om de LFD’s verticaal te kunnen plaatsen;
- de voorzieningen voor specifiek gebruik in openbare ruimtes en kantoren (krasbestendige onbreekbare glasplaat, energiebesparende sensor voor 24/7 gebruik, e.d.);
- het hoge prijsniveau van de LFD’s in vergelijking met monitors die niet zijn bedoeld voor gebruik in een automatisch gegevensverwerkend systeem;
- de LFD’s worden in alle gevallen tezamen met een automatisch gegevensverwerkend systeem verkocht;
- de LFD’s opereren zelfstandig, zonder menselijke tussenkomst;
- de LFD’s beschikken over de ‘pixel shift’-functie (de op de LFD’s getoonde informatie worden steeds door andere pixels weergeven zodat ‘inbranden’ wordt voorkomen).
8.33
Daargelaten dat het Hof een aantal van de door belanghebbende genoemde kenmerken en omstandigheden niet in de feitenvaststelling heeft opgenomen en de aanwezigheid daarvan in cassatie niet kan worden onderzocht, merk ik hierover het volgende op.
8.34
In onderdeel 8.18 heb ik beschreven waarom de LFD’s niet kunnen worden aangemerkt als eenheden van de soort die
uitsluitendworden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem.
uitsluitendworden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem.
8.35
Derhalve resteert te beoordelen of de LFD’s kunnen worden aangemerkt als eenheden van de soort die
hoofdzakelijkkunnen worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem.
hoofdzakelijkkunnen worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem.
8.36
In punten 8.17 tot en met 8.22 van deze conclusie heb ik reeds toegelicht dat het HvJ in
Kaminoheeft overwogen dat bij de beoordeling of monitoren eenheden zijn die hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem de punten 1 tot en met 5 van het deel van hoofdstuk I, D, van de GS-toelichting, dat ziet op beeldschermeenheden van automatische gegevensverwerkende machines, moet worden geraadpleegd. De GS-toelichting luidde op het moment dat
Kaminowerd gewezen (19 februari 2009) als volgt:
Kaminoheeft overwogen dat bij de beoordeling of monitoren eenheden zijn die hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem de punten 1 tot en met 5 van het deel van hoofdstuk I, D, van de GS-toelichting, dat ziet op beeldschermeenheden van automatische gegevensverwerkende machines, moet worden geraadpleegd. De GS-toelichting luidde op het moment dat
Kaminowerd gewezen (19 februari 2009) als volgt:
“1) (…)
2) (…)
3) (…)
4) (…)
5) Beeldschermeenheden bedoeld bij deze post zijn vaak voorzien van mechanismen voor het regelen van de beeldhelling en het rondwentelen, van reflectievrije oppervlakken, van een flikkervrij beeld en andere ergonomische karakteristieken teneinde het niet vermoeiend werken gedurende langere tijd, op korte afstand van de eenheid mogelijk te maken.”
8.37
Punt 5 (oud), waarin is toegelicht dat monitoren die hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem kunnen worden geïdentificeerd door het feit dat zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand, maakte destijds dus deel uit van een opsomming.
8.38
Thans is de GS-toelichting iets anders opgebouwd (zie punt 6.6 van deze conclusie). Een alinea die vergelijkbaar is met punt 5 (oud) is niet in de opsomming opgenomen, maar als zelfstandige alinea. Zoals ik het zie, is de inhoud van de toelichting daardoor echter niet gewijzigd.
8.39
De LFD’s zijn duidelijk niet ontworpen om gedurende langere tijd van korte afstand te worden bekeken. De door belanghebbende genoemde technische kenmerken en omstandigheden indiceren niet dat de LFD’s wel degelijk zijn ontworpen om gedurende langere periode op korte afstand te kunnen worden bekeken. De LFD’s beschikken dus niet over de in de laatste alinea van de thans geldende GS-toelichting beschreven eigenschap.
8.4
Het Hof heeft in de bestreden uitspraak slechts getoetst aan laatstgenoemde alinea uit de thans geldende GS-toelichting. Ik neem aan dat het Hof uit de hernieuwde opmaak van de GS-toelichting heeft afgeleid dat monitoren van de soort die hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem in ieder geval gekenmerkt worden door het feit dat zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand, en van ondergeschikt belang is dat de monitoren ook over de in de opsomming genoemde technische kenmerken beschikken. Mijns inziens volgt uit
Kaminoechter dat het Hof ook aan de overige in de GS-toelichting genoemde kenmerken had moeten toetsen (zie punten 8.17 tot en met 8.22 en 8.36 van deze conclusie).
Kaminoechter dat het Hof ook aan de overige in de GS-toelichting genoemde kenmerken had moeten toetsen (zie punten 8.17 tot en met 8.22 en 8.36 van deze conclusie).
8.42
Ik kom derhalve tot de conclusie dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de LFD’s niet moeten worden aangemerkt als eenheden van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem en niet onder postonderverdeling 8528 51 00 kunnen worden ingedeeld.
8.39
Middel 5 faalt dus ook.
9.Conclusie
De conclusie strekt ertoe dat het beroep in cassatie van belanghebbende ongegrond dient te worden verklaard.
De Procureur-Generaal bij de
Hoge Raad der Nederlanden
Advocaat-Generaal