ECLI:NL:HR:2018:1910

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 oktober 2018
Publicatiedatum
11 oktober 2018
Zaaknummer
17/05548
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Gemeenschappelijk Hof van Justitie inzake naheffingsaanslag belasting op bedrijfsomzetten

In deze zaak heeft [X] N.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De uitspraak waartegen het cassatieberoep is ingesteld betreft een beslissing van het Hof van 27 september 2017, met nummer SXM2016H00001, die voortvloeide uit een hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (BBZ nr. 72950 van 2015). De zaak betreft een naheffingsaanslag in de belasting op bedrijfsomzetten over het tijdvak van 1 december 2012 tot en met 31 december 2012.

Belanghebbende heeft in het kader van het cassatieberoep drie klachten ingediend. De Minister van Financiën van Sint Maarten heeft een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Wat betreft de proceskosten heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 12 oktober 2018 door de raadsheer E.N. Punt als voorzitter, samen met de raadsheren M.E. van Hilten en E.F. Faase, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.

Uitspraak

12 oktober 2018
Nr. 17/05548
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] N.V.in
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Sabavan 27 september 2017, nr. SXM2016H00001, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (BBZ nr. 72950 van 2015) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de belasting op bedrijfsomzetten over het tijdvak 1 december 2012 tot en met 31 december 2012.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij drie klachten aangevoerd.
De Minister van Financiën van Sint Maarten heeft een verweerschrift ingediend.

2.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer E.N. Punt als voorzitter, en de raadsheren M.E. van Hilten en E.F. Faase, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2018.