ECLI:NL:HR:2018:2088

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 november 2018
Publicatiedatum
9 november 2018
Zaaknummer
17/05548
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring van arrest en voortzetting van de procedure in bestuurs- en belastingrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 november 2018 uitspraak gedaan in het kader van een cassatieprocedure. De zaak betreft een beroep in cassatie van [X] N.V. tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die op 27 september 2017 was gewezen. De Hoge Raad heeft het arrest van 12 oktober 2018, nr. 17/05548, ECLI:NL:HR:2018:1910, vervallen verklaard. Dit gebeurde omdat belanghebbende niet in de gelegenheid was gesteld om te reageren op het verweerschrift van de Minister van Financiën van Sint Maarten, dat op 27 februari 2018 was ingediend. Belanghebbende had verzocht om de zaak mondeling of schriftelijk te laten toelichten door een advocaat, maar deze mogelijkheid was niet geboden. De Hoge Raad oordeelde dat deze tekortkomingen in de procedure aanleiding gaven om het eerdere arrest te vervallen. De behandeling van de zaak zal nu worden voortgezet in de stand waarin het geding zich bevond voordat tot inhoudelijke behandeling en beslissing werd overgegaan. Belanghebbende krijgt alsnog de gelegenheid om de zaak te laten toelichten door een advocaat.

Uitspraak

9 november 2018
nr. 17/05548
Arrest
tot het vervallen verklaren van het arrest van de Hoge Raad van 12 oktober 2018, nr. 17/05548, ECLI:NL:HR:2018:1910, gewezen op het beroep in cassatie van
[X] N.V.in
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Sabavan 27 september 2017, nr. SXM2016H00001.

1.Gronden voor de vervallenverklaring

1.1.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Op 27 februari 2018 heeft de Minister van Financiën van Sint Maarten een verweerschrift ingediend.
1.2.
Het verweerschrift is na ontvangst ervan niet aan belanghebbende of haar gemachtigde gezonden. Belanghebbende is bovendien, hoewel zij daarom had verzocht, niet op de voet van artikel 29c, leden 1 en 2, AWR in de gelegenheid gesteld de zaak mondeling of schriftelijk te laten toelichten door een advocaat. De Hoge Raad heeft op 12 oktober 2018 arrest gewezen zonder belanghebbende de gelegenheid te bieden op het verweerschrift te reageren.
1.3.
Vanwege deze tekortkomingen moet het arrest van 12 oktober 2018, nr. 17/05548, ECLI:NL:HR:2018:1910, vervallen.
1.4.
De behandeling van de zaak zal worden voortgezet in de stand waarin het geding zich bevond voordat tot inhoudelijke behandeling en beslissing van de zaak werd overgegaan. Belanghebbende zal alsnog de gelegenheid krijgen de zaak - mondeling of schriftelijk – te laten toelichten door een advocaat.

2.Beslissing

De Hoge Raad:
verklaart het arrest van de Hoge Raad van 12 oktober 2018, nr. 17/05548, vervallen, en
bepaalt dat het geding wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond voordat tot behandeling en beslissing van de zaak werd overgegaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer E.N. Punt als voorzitter, en de raadsheren M.E. van Hilten en E.F. Faase, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2018.