Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Naheffingsaanslag BBO
5.PROCESKOSTENVERGOEDING
6.DE BESLISSING
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Op 7 maart 2019 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij X B.V. in beroep ging tegen de Inspecteur der Belastingen. De zaak betreft de oplegging van verzuimboetes aan belanghebbende voor het niet (tijdig) betalen van de Belasting op Bedrijfsomzetten (BBO) over de maanden december 2012 en 2013. De Inspecteur had een naheffingsaanslag opgelegd van NAf 30.487 voor december 2012, met een verzuimboete van NAf 4.573. Belanghebbende betwistte de naheffingsaanslag en de verzuimboete, stellende dat de NV, waarvoor de werkzaamheden zijn verricht, een indirect overheidslichaam is en dat de prestaties vrijgesteld zijn van BBO. Het Gerecht oordeelde dat het standpunt van belanghebbende niet pleitbaar was en dat de opgelegde verzuimboete passend en geboden was. Ook de verzuimboete voor december 2013 werd gehandhaafd, waarbij het Gerecht oordeelde dat belanghebbende niet in een ongunstigere positie verkeert dan een derde die één naheffingsaanslag ontvangt voor meerdere aangiftetijdvakken. Het bewijsaanbod van belanghebbende werd afgewezen omdat het niet voldoende concreet was. De uitspraak concludeerde dat het beroep ongegrond werd verklaard en dat er geen aanleiding was voor proceskostenvergoeding.