Uitspraak
kantoorhoudende te Tiel,
gevestigd te Utrecht,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
22 december 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 december 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door mr. Maria Henrita Boersen, curator in het faillissement van Polski Sklep Hogestraat Tiel B.V. De curator had verzet aangetekend tegen de faillietverklaring, zowel in haar hoedanigheid als curator als pro se. De kern van het geschil was of de curator als belanghebbende kon optreden en of de faillissementsaanvraag door het Pensioenfonds als misbruik van bevoegdheid kon worden aangemerkt. De rechtbank had het verzet ongegrond verklaard, en het hof had dit vonnis bekrachtigd, waarbij het hof oordeelde dat de curator alleen pro se belanghebbende is in de zin van artikel 10 lid 1 van de Faillissementswet (Fw). De Hoge Raad bevestigde deze lijn van redenering en oordeelde dat de curator persoonlijk in de kosten kon worden veroordeeld. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en legt de proceskosten op aan mr. Boersen, die in totaal € 1.800,-- voor salaris en € 71,34 aan verschotten moet betalen.