Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
11 juli 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juli 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, maar het Hof had de tenuitvoerlegging van deze straf gelast op basis van de niet-naleving van de algemene voorwaarden. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan belediging en wederspannigheid, en zijn persoonlijke omstandigheden waren gewijzigd, wat door zijn raadsvrouw werd aangevoerd als argument voor een lichtere straf. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof zijn beslissing voldoende had gemotiveerd en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die tot een andere beslissing zouden moeten leiden. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, waarmee de eerdere uitspraak van het Hof in stand bleef.