Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Drachten,
wonende te [woonplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
16 december 2016.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 december 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door eisers tot cassatie, [eiser 1] en ACCON AVM ACCOUNTANTS B.V., tegen verweerster [verweerster]. De zaak betreft de aansprakelijkheid van een accountant en de zorgplicht jegens derden in het kader van een schadestaatprocedure. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten in de feitelijke instanties, waaronder vonnissen van de rechtbank Leeuwarden en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De eisers hebben beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof, waarbij verstek is verleend tegen de verweerster. De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het cassatieberoep, en de advocaten van eisers hebben hierop gereageerd. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt eisers in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van verweerster zijn begroot op nihil.