Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Beoordeling van het tweede middel
(...)
(...)
4.Slotsom
5.Beslissing
25 oktober 2016.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 oktober 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de Rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een klaagschrift van een klager die zich beroept op zijn verschoningsrecht met betrekking tot in beslag genomen bestanden. De Rechtbank had het klaagschrift ongegrond verklaard, maar de Hoge Raad oordeelt dat dit onjuist is. De Hoge Raad stelt vast dat de Rechtbank had moeten wachten op een beslissing van de rechter-commissaris over het beroep op het verschoningsrecht voordat zij het klaagschrift kon beoordelen. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de Rechtbank, maar alleen voor zover deze betrekking heeft op de bestanden die onder de klager in beslag zijn genomen. De zaak wordt terugverwezen naar de Rechtbank Noord-Holland voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige.