In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 december 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de oorsprong van ingevoerde knoflookbollen. De zaak betreft een beroep in cassatie van Unitrading Ltd. tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam. Het Hof had geoordeeld dat de douaneautoriteiten de oorsprong van de goederen konden vaststellen op basis van onderzoeksresultaten van een Amerikaans laboratorium, zonder dat dit laboratorium volledige openheid van zaken gaf over de onderliggende gegevens. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en geoordeeld dat de rechten van verdediging van belanghebbende zijn geschonden. De Hoge Raad benadrukt dat een partij de gelegenheid moet hebben om effectief commentaar te leveren op deskundigenrapporten die aan de rechterlijke beslissing ten grondslag liggen. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling, waarbij het Hof moet beoordelen of de Inspecteur de oorsprong van de knoflookbollen uit China kan bewijzen. De uitspraak volgt op een prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie, waarin werd vastgesteld dat het nationale recht de rechten van verdediging moet waarborgen, ook in het kader van douaneprocedures. De Hoge Raad heeft de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten en het griffierecht aan belanghebbende vergoed.