Uitspraak
wonende te [woonplaats],
zetelende te ’s-Gravenhage,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
De burgemeester heeft in de voorbereidingsprocedure niet onrechtmatig gehandeld jegens [eiser] (rov. 7.4). De met de voorbereidingsfase samenhangende vordering tegen de Staat stuit af op het feit dat [eiser] geen schade heeft geleden als gevolg van het handelen van de Staat. De gemaakte kosten zijn het gevolg van het (niet onrechtmatige) handelen van de burgemeester in de voorbereidings-procedure. (rov. 7.5)
Art. 6:102 BW bepaalt dat twee of meer personen op wie een verplichting tot vergoeding van dezelfde schade rust, hoofdelijk verbonden zijn. De schuldeiser heeft dan tegenover ieder van hen recht op nakoming voor het geheel, terwijl nakoming door een der schuldenaren ook zijn medeschuldenaren tegenover de schuldeiser bevrijdt (art. 6:7 BW).
4.Beslissing
23 mei 2014.