Uitspraak
ć-MUJI
ć,
wonende te Veenendaal,
ć,
wonende te Veenendaal,
ć,
wonende te Utrecht,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
United Nations Protection Force(hierna: UNPROFOR), met hoofdkwartier in Sarajevo.
safe areaen het Bosnisch-Servische leger opgeroepen zich uit de omringende gebieden terug te trekken. In Resolutie 836 van 4 juni 1993 heeft de Veiligheidsraad de lidstaten opgeroepen gewapende troepen en logistieke ondersteuning ter beschikking te stellen aan UNPROFOR.
De hoofdmacht van dit bataljon (hierna: Dutchbat) werd in de enclave Srebrenica gestationeerd. Eén compagnie infanterie werd in de stad Srebrenica gelegerd, de overige eenheden werden buiten de stad gelegerd op een verlaten fabrieksterrein te Potočári (hierna: de compound). Commandant van Dutchbat was luitenant-kolonel (‘overste’) Karremans. Plaatsvervangend commandant was majoor Franken.
De vluchtelingen die op de compound aanwezig waren, werden ondergebracht in een lege fabriekshal. Een veel groter aantal vluchtelingen (vermoedelijk omstreeks 27.000) verbleef te Potočári buiten de compound in de open lucht.
Force Commandervan UNPF, sinds 1 april 1995 de naam van het oorspronkelijke UNPROFOR) de Nederlandse chef Defensiestaf Van den Breemen en de plaatsvervangend bevelhebber Van Baal, die vanuit Nederland naar Zagreb waren gekomen om te overleggen over de in Srebrenica ontstane situatie. De deelnemers aan dat gesprek waren het erover eens dat zowel Dutchbat als de vluchtelingen dienden te worden geëvacueerd, waarbij wat de evacuatie van de vluchtelingen aanging, UNHCR de eerstverantwoordelijke zou zijn.
BH Commandalsmede van de nationale autoriteiten het verzoek had gekregen om in verband met de val van de enclave te onderhandelen over de terugtrekking van het Nederlandse bataljon en zorg te dragen voor de (veilige) terugtrekking van de vluchtelingen.
Mladić heeft ermee ingestemd dat Karremans het lokale personeel met Dutchbat zou meenemen. Door Dutchbat is een lijst gemaakt van ongeveer 29 personen die behoorden tot het lokale personeel en die met Dutchbat mee zouden evacueren.
De (Nederlandse) adjudant personeelszaken Oosterveen heeft daarop gereageerd met de mededeling dat dat niet kon omdat iedereen, met uitzondering van het VN-personeel, weg moest. Aan het eind van de middag van 13 juli 1995, nadat de overige vluchtelingen de compound hadden verlaten, is ook Mustafić met zijn gezin vertrokken. Buiten de poort van de compound is hij door het Bosnisch-Servische leger of aanverwante paramilitaire groepen vermoord; zijn gezin heeft het overleefd.
Het hof oordeelde dat het aan Dutchbat verweten optreden aan de Staat kan worden toegerekend.
effective controlover Dutchbat had op het moment van het in dit geding bedoelde optreden. De algemeen aanvaarde opvatting is dat, indien een Staat troepen ter beschikking stelt aan de Verenigde Naties voor het uitvoeren van een vredesmissie, het antwoord op de vraag aan wie een specifiek optreden van dergelijke troepen moet worden toegerekend ervan afhankelijk is wie van beiden
effective controlheeft over het desbetreffende optreden. Algemeen aanvaard wordt dat het mogelijk is dat meer dan een partij
effective controlheeft zodat niet uitgesloten is dat toepassing van dit criterium ertoe leidt dat toerekening aan meer dan één partij kan plaatsvinden. Dit bracht het hof ertoe alleen te onderzoeken of de Staat
effective controluitoefende over het verweten optreden en in het midden te laten of ook de Verenigde Naties
effective controlbezat.
effective controlbezat over het optreden dat Mustafić c.s. aan Dutchbat verwijten, zodat dit optreden aan de Staat kan worden toegerekend.
effective control.
Dit betekent dat bij de beoordeling van de klachten die de Staat richt tegen het oordeel van het hof dat het verweten optreden van Dutchbat aan de Staat kan worden toegerekend, ervan moet worden uitgegaan dat deze toerekeningsvraag uitsluitend naar regels van internationaal recht dient te worden beantwoord.
International Law Commissionvan de Verenigde Naties (ILC) opgestelde regelingen: de
Draft Articles on Responsibility of States for Internationally Wrongful Actsvan 2001 (hierna: DARS) en de
Draft Articles on the Responsibility of International Organizationsvan 2011 (hierna: DARIO).
organvan de Staat (art. 4 lid 1 DARS) dan wel indien Dutchbat bij zijn optreden feitelijk handelde
on the instructions or under the direction or controlvan de Staat (art. 8 DARS).
Commentarywordt (onder 1) de verhouding van deze bepaling tot art. 6 DARIO als volgt toegelicht:
Commentarybij Part Two, Chapter II DARIO (onder 4) wordt opgemerkt dat art. 6-9 DARIO niet noodzakelijkerwijs ertoe leiden dat een gedraging uitsluitend wordt toegerekend aan een internationale organisatie – hetgeen leidt tot
exclusive responsibilityvan de internationale organisatie – maar dat deze bepalingen de mogelijkheid openlaten dat een gedraging wordt toegerekend aan een internationale organisatie én een staat – hetgeen dan leidt tot
dual attributionaan de internationale organisatie en die staat:
Commentarybij art. 7 DARIO (onder 4) opgemerkt:
command and controlvan de Verenigde Naties is gesteld – zoals in dit geval UNPROFOR, waarvan Dutchbat deel uitmaakte – een
organvan de Verenigde Naties vormt. Dit betekent dat de toerekening van het optreden van een dergelijke troepenmacht moet geschieden aan de hand van art. 6 DARIO en niet aan de hand van art. 7 DARIO. Toepassing van art. 6 DARIO brengt mee dat het optreden van Dutchbat in beginsel steeds en uitsluitend aan de Verenigde Naties moet worden toegerekend, aldus het onderdeel.
Commentarybij art. 7 DARIO (zie hiervoor in 3.9.3) blijkt dat deze toerekeningsregel onder meer van toepassing is op de situatie dat een staat in het kader van een VN-vredesmissie troepen ter beschikking stelt aan de Verenigde Naties, waarbij
command and control(de gezags- en bevelsverhouding) aan de Verenigde Naties worden overgedragen, maar de
disciplinary powers and criminal jurisdiction(het organieke bevel) bij de zendstaat blijven berusten. In de vaststellingen van het hof ligt besloten dat deze situatie zich in het onderhavige geval voordoet. In rov. 5.10 van het tussenarrest heeft het hof immers – in cassatie onbestreden – vastgesteld dat niet in geschil is dat Nederland als troepenleverende staat zeggenschap behield over de personele aangelegenheden van de ter beschikking gestelde militairen, die bij de Staat in dienst bleven, alsmede de bevoegdheid behield deze militairen disciplinair en strafrechtelijk te straffen. De klacht van onderdeel 1 dat het hof heeft verzuimd de toerekeningsregel van art. 6 DARIO toe te passen en ten onrechte de toerekeningsregel van art. 7 DARIO heeft toegepast, treft dan ook geen doel.
effective control.
effective controlover het verweten optreden van Dutchbat uitoefenden, berusten zij op een onjuiste rechtsopvatting. Zoals hiervoor in 3.9.4 is overwogen, sluit het internationaal recht, in het bijzonder art. 7 DARIO in verbinding met art. 48 lid 1 DARIO, de mogelijkheid van
dual attributionvan een bepaalde gedraging niet uit.
effective controluitoefenden over het optreden van Dutchbat in de vroege avond van 13 juli 1995. Ook als dat het geval was, leidt dat immers niet noodzakelijkerwijs tot
exclusive responsibilityvan de Verenigde Naties.
effective controlover Dutchbat uitoefende, berusten zij eveneens op een onjuiste rechtsopvatting. In dit verband is van belang dat voor het aannemen van
effective controldoor de Staat niet is vereist dat de Staat door het geven van instructies aan Dutchbat de bevelsstructuur van de Verenigde Naties heeft doorbroken dan wel zelfstandig operationele bevelsbevoegdheid heeft uitgeoefend. Blijkens het hiervoor in 3.9.5 aangehaalde
Commentarybij art. 7 DARIO komt het bij de toerekening van een gedraging aan de zendstaat of de internationale organisatie aan op de feitelijke zeggenschap (
factual control) over het specifieke gedrag, waarbij alle feitelijke omstandigheden en de bijzondere context van het geval in ogenschouw moeten worden genomen. In de bestreden rechtsoverwegingen heeft het hof, in het licht van alle omstandigheden en de bijzondere context van het geval, onderzocht of de Staat de feitelijke zeggenschap had over het verweten optreden van Dutchbat. Aldus heeft het hof geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting.
effective controlhad over het verweten optreden van Dutchbat.
Force Commandervan) de Verenigde Naties en de Nederlandse regering in onderling overleg besloten Dutchbat met de vluchtelingen te evacueren (rov. 5.11-5.16).
Een belangrijk onderdeel van de na 11 juli 1995 resterende taak van Dutchbat vormde de hulp aan en de evacuatie van de vluchtelingen. (rov. 5.17)
effective controlhad over de door Mustafić c.s. aan Dutchbat – en daarmee aan de Staat – verweten gedragingen geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting over het begrip
effective control. Dat oordeel is ook alleszins begrijpelijk gemotiveerd, gelet op de daaraan door het hof ten grondslag gelegde overwegingen, zoals hiervoor in 3.12.2 weergegeven. De omstandigheid dat de missie in feite was mislukt en dat Dutchbat daarom geen invloed meer kon doen gelden buiten de compound, doet niet eraan af dat de Staat wel
effective controlover de gedragingen van Dutchbat op de compound had. Daarop stuiten de klachten van onderdeel 3 af.
effective controlhad over de door Mustafić c.s. aan Dutchbat – en daarmee aan de Staat – verweten gedragingen. Bij deze stand van zaken kon het hof op grond van de toerekeningsregel van art. 7 DARIO, die op dit geval van toepassing is – mede in het licht van hetgeen is bepaald in de toerekeningsregel van art. 8 DARS – tot het oordeel komen dat naar regels van internationaal recht het verweten optreden van Dutchbat aan de Staat kan worden toegerekend.
in the course of their work or in connection with workhebben veroorzaakt. Toerekening aan de Staat volgt volgens het hof tevens uit het voormelde beginsel van
effective control.
De klachten die de onderdelen 5-9 richten tegen de beoordeling van het verweten optreden van Dutchbat aan de hand van de rechtsbeginselen die besloten liggen in art. 2 en 3 EVRM en art. 6 en 7 IVBPR (respectievelijk het recht op leven en het verbod op onmenselijke behandeling), kunnen dan ook niet tot cassatie leiden.
Dit betoog faalt.
Agreement on the status of the United Nations Protection Force in Bosnia and Herzegovina(zie rov. 2.6 van het tussenarrest). Een en ander brengt mee dat de Staat bevoegd was om door middel van Dutchbat op de compound rechtsmacht in de zin van art. 1 EVRM uit te oefenen.
4.Beslissing
6 september 2013.