ECLI:NL:HR:2013:BY6759
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Zorgplicht van adviseur bij geldleningsovereenkomst en onrechtmatige daad
In deze zaak gaat het om de vraag of een adviseur, die eerder als bemiddelaar heeft opgetreden, ook zorgplicht heeft ten opzichte van een cliënt bij de totstandkoming van een geldleningsovereenkomst. De eiseres, die in 2005 een bedrag van € 200.000,-- heeft geleend aan een vennootschap vertegenwoordigd door de verweerder, stelt dat de verweerder onrechtmatig heeft gehandeld door haar niet te informeren over de risico's van de lening. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en het arrest van het gerechtshof, waar de eiseres haar vordering had ingesteld. De rechtbank had de vordering toegewezen, maar het hof had deze afgewezen, stellende dat de verweerder niet als adviseur optrad tijdens de leningsovereenkomst. De Hoge Raad oordeelt dat de verweerder, gezien zijn eerdere rol als adviseur, een zorgplicht had om de eiseres te wijzen op de risico's van de lening. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling. Tevens wordt de verweerder veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.