Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van het geding
2.De vaststaande feiten
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
grieven 1 tot en met 12en gedeeltelijk
grief 13, die alle zijn gericht tegen (de overwegingen die hebben geleid tot) het oordeel van de rechtbank dat [appellant] niet aan zijn zorgplicht jegens [geïntimeerde] heeft voldaan en gehouden is de daaruit voortvloeiende schade aan haar te vergoeden falen, dan wel zijn in het licht van de (deels afwijkende) beoordelingmaatstaf van het hof niet langer meer relevant.
grief 13voor het overige richt [appellant] zich tegen het oordeel van de rechtbank dat het bedrag aan hoofdsom van € 174.133, inclusief contractuele rente per 31 december 2006, toewijsbaar is. Volgens [appellant] is de overeengekomen rente pas verschuldigd vanaf april 2007 in plaats van 31 december 2006, omdat [naam makelaarskantoor] de maandelijks verschuldigde betalingen tot en met maart 2007 heeft voldaan. Het hof stelt vast dat in de in de conclusie van antwoord onder 7 opgenomen tabel inderdaad drie betalingen zijn vermeld die in 2007 zouden zijn gedaan, maar de genoemde producties waar onder 7 naar wordt verwezen, ondersteunen - zoals [geïntimeerde] terecht heeft aangevoerd - deze tabel niet. Uit deze producties (bankafschriften) volgt juist dat uitsluitend in 2005 en 2006 betalingen zijn verricht. In de brief van 9 januari 2007 (productie 8 bij conclusie van antwoord) heeft [appellant] overigens de per 31 december 2006 bestaande restschuld van € 174.133,59 erkend. De rechtbank heeft dit bedrag dan ook terecht toewijsbaar geacht. Verder heeft de rechtbank volgens [appellant] ten onrechte de wettelijke rente toewijsbaar geacht vanaf 1 mei 2007, omdat hij vanaf die datum in verzuim zou zijn. Dit is volgens hem niet het geval. Het hof stelt vast dat [appellant] bij dit onderdeel van de grief uitgaat van verzuim door de niet-nakoming van een overeenkomst. [appellant] is echter schadeplichtig op grond van onrechtmatige daad. Niet in geschil is dat de verbintenis tot schadevergoeding in elk geval op 1 mei 2007 bestond en niet terstond is nagekomen. [appellant] was in elk geval vanaf die datum dus in verzuim (artikel 6:83 b BW). De wettelijke rente is dus ook vanaf die datum verschuldigd. Grief 13 faalt ook voor het overige.
5.Slotsom
€ 1.188,00
€ 2.632,00(1 punt x tarief V)