ECLI:NL:HR:2012:BX0331
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidsincident in cassatie betreffende vordering door curator in buitenlands faillissement na conservatoir vreemdelingenbeslag
In deze zaak gaat het om een bevoegdheidsincident dat is ontstaan in het kader van een vordering die door de curator van Baltic Shipping Company (BSC) is ingesteld tegen Ingosstrakh Insurance Company. De curator, Andrey Yur'evich EN'KOV, heeft in het faillissement van BSC, dat door een Russische rechter is uitgesproken, een vordering ingesteld tot betaling van US$ 392.000,--. Deze vordering betreft claims uit hoofde van verzekeringen die BSC bij Ingosstrakh had afgesloten. De curator heeft conservatoir vreemdelingenbeslag gelegd onder een bank in Nederland, waarna Ingosstrakh zich op het standpunt heeft gesteld dat de Nederlandse rechter onbevoegd is om kennis te nemen van de vordering, op basis van een jurisdictieclausule die verwijst naar de rechtbank in Moskou.
De rechtbank 's-Gravenhage heeft de incidentele vordering van Ingosstrakh afgewezen, maar het gerechtshof heeft dit vonnis vernietigd en de Nederlandse rechter onbevoegd verklaard. Het hof oordeelde dat de curator zich niet kon beroepen op de Nederlandse rechtsmacht, omdat er een bindend forumkeuzebeding was dat de Russische rechter aanwijst. De curator heeft cassatie ingesteld tegen deze beslissing.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het forumkeuzebeding geldig is en dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft. De Hoge Raad heeft de klachten van de curator verworpen en geoordeeld dat de curator in de kosten van het geding in cassatie wordt veroordeeld. Dit arrest bevestigt de geldigheid van forumkeuzebedingen en de mogelijkheid om rechtsmacht uit te sluiten in internationale geschillen.