ECLI:NL:HR:2012:BW5531
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen een beschikking in strafzaken
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De beschikking betreft een klaagschrift ingediend door de klager, die zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland was. De klager heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. C. Wendenburg, advocaat te Maastricht. De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het beroep in cassatie.
De Hoge Raad heeft op 15 mei 2012 geoordeeld dat er geen mogelijkheid bestaat om tegen de onderhavige beschikking cassatieberoep in te stellen, noch op basis van de Rijkswet cassatierechtspraak voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, noch op basis van enige andere wetsbepaling. Artikel 10, eerste lid, van deze Rijkswet stelt dat partijen in strafzaken geen beroep in cassatie kunnen instellen tegen beschikkingen. Dit betekent dat de klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het ingestelde beroep.
De Hoge Raad heeft verder geoordeeld dat het betoog van de klager, dat gericht was op het doorbreken van het cassatieverbod, niet kan worden gehonoreerd. Het openstellen van beroep in cassatie valt buiten de rechtsvormende taak van de rechter en is voorbehouden aan de wetgever. De Hoge Raad heeft uiteindelijk de klager niet-ontvankelijk verklaard in het beroep, en deze beslissing is genomen in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting.