ECLI:NL:HR:2012:BW5531

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/01402 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen een beschikking in strafzaken

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De beschikking betreft een klaagschrift ingediend door de klager, die zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland was. De klager heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. C. Wendenburg, advocaat te Maastricht. De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het beroep in cassatie.

De Hoge Raad heeft op 15 mei 2012 geoordeeld dat er geen mogelijkheid bestaat om tegen de onderhavige beschikking cassatieberoep in te stellen, noch op basis van de Rijkswet cassatierechtspraak voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, noch op basis van enige andere wetsbepaling. Artikel 10, eerste lid, van deze Rijkswet stelt dat partijen in strafzaken geen beroep in cassatie kunnen instellen tegen beschikkingen. Dit betekent dat de klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het ingestelde beroep.

De Hoge Raad heeft verder geoordeeld dat het betoog van de klager, dat gericht was op het doorbreken van het cassatieverbod, niet kan worden gehonoreerd. Het openstellen van beroep in cassatie valt buiten de rechtsvormende taak van de rechter en is voorbehouden aan de wetgever. De Hoge Raad heeft uiteindelijk de klager niet-ontvankelijk verklaard in het beroep, en deze beslissing is genomen in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

15 mei 2012
Strafkamer
nr. S 11/01402 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 25 januari 2011, nummer HAR 217/2010, op een klaagschrift ingediend door:
[Klager], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. C. Wendenburg, advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het beroep in cassatie.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
2.1. Art. 10, eerste lid, Rijkswet cassatierechtspraak voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba luidt:
"Partijen kunnen in strafzaken geen beroep in cassatie instellen tegen beschikkingen."
2.2. Nu noch ingevolge deze Rijkswet noch ingevolge enige andere wetsbepaling tegen een beschikking als de onderhavige cassatieberoep op de Hoge Raad openstaat, moet de betrokkene niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde beroep.
2.3. Aan het in de schriftuur vervatte betoog, dat ertoe strekt "het hier geldende cassatieverbod te doorbreken", moet worden voorbijgegaan omdat het openstellen van beroep in cassatie buiten de rechtsvormende taak van de rechter valt en daarom aan de wetgever moet worden overgelaten (vgl. HR 31 maart 1998, LJN ZD7279).
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de klager niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 mei 2012.