ECLI:NL:HR:1998:ZD7279
Hoge Raad
- Cassatie
- H. Hermans
- A. Bleichrodt
- C. Corstens
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van cassatieberoep tegen beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 maart 1998 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een cassatieberoep tegen een beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De zaak betreft een verzoeker, geboren in 1945 en woonachtig op Aruba, die ten tijde van de bestreden beschikking gedetineerd was in het Korrektie Instituut Aruba. Het Hof had de Procureur-Generaal verzocht om aanvullend bewijsmateriaal en garanties van de Amerikaanse autoriteiten te verkrijgen, met een deadline voor het indienen van deze stukken.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het cassatieberoep niet ontvankelijk is, omdat noch de Cassatieregeling voor de Nederlandse Antillen en Aruba, noch enige andere wetsbepaling de mogelijkheid biedt om tegen een dergelijke beschikking in cassatie te gaan. De Hoge Raad benadrukt dat het openstellen van een cassatieberoep tegen deze beschikkingen buiten de rechtsvormende taak van de rechter valt en aan de wetgever moet worden overgelaten.
De advocaat van de verzoeker, mr. D.G. Kock, had middelen van cassatie voorgesteld, maar de Hoge Raad heeft deze buiten behandeling gelaten voor zover deze betrekking hadden op een andere beschikking van het Hof, omdat er geen bewijs was dat daartegen beroep in cassatie was ingesteld. De conclusie van de Advocaat-Generaal, Van Dorst, was dat de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard moest worden in zijn cassatieberoep. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep.