Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring het volgende overwogen:
"De raadsman heeft ten aanzien van feit 1 aangevoerd dat eerst aan het bestanddeel 'kennelijk jonger dan achttien jaar' als bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht is voldaan, wanneer de afgebeelde persoon op de afbeeldingen er daadwerkelijk jonger dan achttien jaar uitziet. Daarbij is niet van belang of die persoon in werkelijkheid jonger dan achttien jaar oud is. Nu door rechercheur [verbalisant 1] steeds niet beoordeeld kon worden of de persoon op de afbeeldingen de leeftijd van 18 jaar, kennelijk al dan niet had bereikt, dient verdachte te worden vrijgesproken van feit 1.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Uit de door het hof gebezigde bewijsmiddelen blijkt dat de meisjes in kwestie ten tijde van het vervaardigen van de afbeeldingen jonger dan 18 jaar waren. Verdachte was op de hoogte van de leeftijd van de meisjes, omdat hij altijd een legitimatiebewijs bij de inschrijving vroeg.
Voorts heeft verdachte ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat de werving van de fotomodellen vooraf gericht was op 16- en 17-jarigen. De belangrijkste leeftijd waar hij naar op zoek was waren meisjes van 16 jaar. Verdachte heeft voorts verklaard dat het een enkele keer voorgekomen is dat er teddyberen werden gebruikt en meisjes met korte rokjes en staartjes te zien waren. Er was sprake van een verkleedpartij, aldus verdachte. Op een vraag of het dan de bedoeling was dat de meisjes jonger leken, heeft verdachte geantwoord dat hij deze meisjes niet jonger hoefde te maken, want ze waren al jong.
Gelet op het vorenstaande is naar het oordeel van het hof voldoende vast komen te staan dat de meisjes steeds (kennelijk) jonger dan 18 jaar waren ten tijde van het vervaardigen van de afbeeldingen en dat ook verdachte zich daarvan bewust was.
Anders dan de raadsman is het hof van oordeel dat in ieder geval meisjes waarvan vaststaat dat ze jonger zijn dan 18 jaar onder de reikwijdte van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht vallen. Voor een omkering van deze redenering, zoals door de raadsman bepleit, is naar het oordeel van het hof geen steun te vinden in het recht. Dat zou immers betekenen dat personen jonger dan 18 jaar buiten de reikwijdte van deze strafbaarstelling zouden kunnen vallen, als zij op de foto 'volwassen' zouden zijn afgebeeld.
Dat kan naar het oordeel van het hof evident niet de bedoeling van de wetgever zijn geweest. Opneming van het woord 'kennelijk' in dat artikel is slechts ingegeven door de gedachte dat ook personen van wie de exacte leeftijd niet kan worden vastgesteld, moeten worden beschermd. Dat betekent ook dat personen die (mogelijk) al achttien zijn, maar die worden afgebeeld als jonger dan 18 jaar, onder de reikwijdte van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht vallen.
Het verweer wordt mitsdien verworpen."