ECLI:NL:HR:2011:BU3685
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vennootschapsbelasting en gemiste huurinkomsten
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X1 B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 januari 2010, betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2001. De belanghebbende, X1 B.V., had een aanslag in de vennootschapsbelasting ontvangen die na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. De Rechtbank te Breda verklaarde het beroep ongegrond, waarna het Hof de uitspraak van de Rechtbank bevestigde. Belanghebbende stelde beroep in cassatie in, waarbij het beroepschrift aan het arrest was gehecht. De Minister van Financiën diende een verweerschrift in, en de zaak werd toegelicht door mr. F.J.H.M. Berndsen, advocaat te Breda.
De Hoge Raad oordeelt dat het een ondernemer vrijstaat zijn onderneming uit te oefenen met alle door hem nuttig geachte vermogensbestanddelen. De belastbare winst wordt bepaald door het werkelijke resultaat en niet door wat de vennootschap met andere vermogensbestanddelen had kunnen behalen. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staat veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende.
De Hoge Raad concludeert dat het Hof onjuist heeft geoordeeld over de onttrekking van voordelen aan de vennootschap en dat de belastingheffing over de huurinkomsten uit de woning op grond van het belastingverdrag met Frankrijk niet correct is behandeld. De zaak wordt terugverwezen voor een nieuwe beoordeling.