ECLI:NL:HR:2011:BU1991
Hoge Raad
- Cassatie
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag inkomstenbelasting en participatie in film-CV
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 11 november 2010, betreffende een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2000. De Inspecteur had deze navorderingsaanslag opgelegd, welke na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. De Rechtbank te Haarlem verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraak van de Inspecteur. De Inspecteur ging in hoger beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde en het beroep ongegrond verklaarde. Belanghebbende stelde hiertegen beroep in cassatie in.
Het Hof oordeelde dat de film-CV's geen onderneming dreven en dat belanghebbende geen winst uit onderneming genoot. Het Hof baseerde dit oordeel op het vermoeden dat, afgezien van de fiscale faciliteiten, van de activiteiten van de film-CV's in redelijkheid geen positief resultaat kon worden verwacht. Belanghebbende had de taak om dit vermoeden te ontzenuwen, maar het Hof oordeelde dat hij daarin niet geslaagd was. Belanghebbende stelde dat er geen sprake was van kasrondjes, maar het Hof verwierp deze stelling en concludeerde dat belanghebbende volledig op de hoogte was van de feitelijke gang van zaken en de afspraken tussen de betrokken vennootschappen.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof op juiste wijze had geoordeeld en dat de middelen van belanghebbende falen. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, zonder termen voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de raadsheer A.R. Leemreis als voorzitter, en de raadsheren J.A.C.A. Overgaauw en M.A. Fierstra, en openbaar uitgesproken op 28 oktober 2011.