ECLI:NL:HR:2011:BT7545

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/02391
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur en ontruimingsvordering: Kwalificatie gehuurde als ongebouwd onroerend goed

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een ontruimingsvordering in het kader van huurrecht. De eisers, [Eiser 1] en [Eiser 2], wonende te [woonplaats], hebben cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit arrest volgde op een vonnis van de kantonrechter te 's-Gravenhage van 17 januari 2008. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraken en concludeert dat de klachten van de eisers niet tot cassatie kunnen leiden. De raadsheren hebben vastgesteld dat de kwalificatie van het gehuurde door het hof als ongebouwd onroerend goed correct is. De Gemeente Den Haag, als verweerder in cassatie, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt eveneens tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Het arrest is op 14 oktober 2011 openbaar uitgesproken door de voorzitter F.B. Bakels.

Uitspraak

14 oktober 2011
Eerste Kamer
10/02391
DV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
2. [Eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
GEMEENTE DEN HAAG,
zetelende te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.E.M.G. Peletier.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 695821/07-20943 van de kanton-rechter te 's-Gravenhage van 17 januari 2008;
b. het arrest in de zaak 105.007.740/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 19 januari 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 14 oktober 2011.