ECLI:NL:HR:2011:BQ2488

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01636
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onttrekking aan het verkeer van inbeslaggenomen voorwerpen in een strafzaak met betrekking tot kinderporno

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was beschuldigd van het in bezit hebben van kinderporno op verschillende gegevensdragers in de periode van 1 januari 2006 tot en met 28 maart 2007 te Eindhoven. Het Hof had de verdachte schuldig bevonden en de onttrekking aan het verkeer bevolen van diverse inbeslaggenomen voorwerpen, waaronder computers, foto's, videobanden, cd-roms, dvd's en diskettes. De verdachte had in hoger beroep erkend dat hij kinderporno had gedownload en op DVD had gezet.

De Advocaat-Generaal Knigge had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen voor zover het Hof de onttrekking aan het verkeer had bevolen van de inbeslaggenomen voorwerpen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de voorwerpen als een gezamenlijkheid had opgevat, die in strijd was met de wet en het algemeen belang. Dit oordeel werd niet als onjuist of onbegrijpelijk beschouwd.

De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, waarmee de beslissing van het Hof in stand bleef. De uitspraak benadrukt de ernst van het bezit van kinderporno en de noodzaak van onttrekking aan het verkeer van dergelijke voorwerpen, gezien de impact op de samenleving en de betrokken slachtoffers.

Uitspraak

12 juli 2011
Strafkamer
nr. 10/01636
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 10 juni 2009, nummer 20/000536-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1950, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.Y. Taekema, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, doch alleen voor zover het Hof daarin de onttrekking aan het verkeer heeft bevolen van inbeslaggenomen voorwerpen, te dien aanzien tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Bewezenverklaring en bewijsvoering
2.1. Het Hof heeft - voor zover in cassatie van belang - ten laste van de verdachte onder 1 bewezenverklaard dat:
"hij in de periode van 01 januari 2006 tot en met 28 maart 2007 te Eindhoven meermalen een gegevensdrager, te weten onder andere:
- DVD 1: Fragment 1: ik zie twee naakte jongens op een bed. Ik zie dat een van de jongens de geschatte leeftijd heeft van 8 tot 12 jaren oud en dat de andere jongen de geschatte leeftijd heeft van 12 tot 16 jaren oud. Ik zie dat de jongens elkaar oraal bevredigen en dat de oudere jongen zijn vinger in de anus van de andere jongen steekt. Vervolgens zie ik dat de jongere jongen, ogenschijnlijk glijmiddel op de penis van de oudere jongen smeert en dat deze jongen vervolgens de jongere jongen met zijn penis anaal penetreert. Ik zie dat de seksuele handelingen, de orale bevrediging en het anaal penetreren duidelijk in beeld worden gebracht;
- DVD 1: Fragment 3: Ik zie twee naakte jongens, buiten, op een deken liggen. Ik zie dat een jongen de geschatte leeftijd heeft van 8 tot 12 jaren oud. Ik zie dat de andere jongen de geschatte leeftijd heeft van 10 tot 14 jaren oud. Ik zie dat de jongens elkaar oraal bevredigen, ik zie dat ze elkaars penis in de mond nemen. Vervolgens zie ik dat de jongens verschillende 'standjes' aannemen waarbij de oudere jongen de jongere anaal penetreert. Het penetreren wordt in close up in beeld gebracht;
- DVD 2: Fragment 2: [bestandsnaam]. lk zie een volwassen man met ontbloot onderlichaam. Ik zie dat de man voor een soort tafel staat. Ik zie voor de man het naakte onderlichaam van een meisje in de geschatte leeftijd van 1 tot 3 jaren oud. Ik zie dat de man zijn stijve penis tegen de vagina van het meisje duwt. Ik zie dat de man ondertussen masturbeert. Ik zie dat het kind op een opengemaakte luier ligt. Vervolgens zie ik dat de man op een stoel zit en dat hij het meisje op zijn schoot heeft. Ik zie dat zowel de penis van de man als de vagina van het meisje duidelijk in beeld worden gebracht. Ik zie dat de man een handje van het kind pakt en dat hij met dit handje over zijn stijve penis wrijft. Ik zie dat de man met zijn andere hand, met zijn vinger, tussen de schaamlipjes van het kind wrijft. Ik zie dat de man zich vervolgens weer zelf begint af te trekken en dat hij met een vinger in de vagina van het meisje gaat. Ik zie dat de man het meisje vervolgens wat optilt en dat hij zijn stijve penis tussen de schaamlipjes van het meisje duwt. Ik zie dat de man zich blijft aftrekken, dat hij klaarkomt en dat hij zijn sperma tussen de schaamlipjes van het meisje spuit;
- DVD 2: Fragment 3a: [bestandsnaam]. Ik zie een naakte jongen in de geschatte leeftijd van 6 tot 8 jaren oud. Ik zie dat de jongen op een bed ligt en dat zijn handen achter de rug zijn vastgebonden, dan wel zijn gekneveld. Ik zie dat dit ook geldt voor de voeten van de jongen en dat de handen en de voeten vervolgens aan elkaar zijn vastgebonden. Ik zie vervolgens dat er een volwassen man in beeld komt. Ik zie dat de man zijn stijve penis uit zijn broek haalt. Ik zie dat de man de jongen op ruwe wijze in een positie brengt. Ik zie dat de man het hoofd van de jongen vastpakt en dat de penis van de man in de mond van de jongen wordt gebracht;
bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, in bezit heeft gehad."
2.2. Met betrekking tot deze bewezenverklaring heeft het Hof het volgende overwogen:
"Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, (...) ten laste gelegde heeft begaan op grond van het navolgende;
- ten aanzien van feit 1: de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, het proces-verbaal van bevindingen van 8 april 2007, en het proces-verbaal van bevindingen van 3 juni 2007."
2.3. De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep houdt onder meer in:
"Het klopt dat ik in de periode van 1 januari 2006 tot en met 28 maart 2007 te Eindhoven kinderporno op verscheidene gegevensdragers in mijn bezit heb gehad. Ik heb kinderporno gedownload en vervolgens van mijn computer afgehaald en op DVD gezet."
3. Beoordeling van het middel
3.1. Het middel komt op tegen 's Hofs beslissing tot onttrekking aan het verkeer van 2 computers, 14 foto's, 42 videobanden, 28 cd-roms, 9 dvd's en 98 diskettes.
3.2. Het Hof heeft de onttrekking aan het verkeer bevolen van 2 computers, 14 foto's, 42 videobanden, 28 cd-roms, 9 dvd's en 98 diskettes. Het Hof heeft dienaangaande overwogen dat het gaat om inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen met betrekking tot welke het onder 1 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan en dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
3.3. Kennelijk heeft het Hof de voorwerpen ten aanzien waarvan het de onttrekking aan het verkeer heeft bevolen, opgevat als een gezamenlijkheid van voorwerpen met betrekking tot welke het onder 1 bewezenverklaarde feit is begaan, welke gezamenlijkheid van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Dat oordeel getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is, ook zonder nadere motivering, niet onbegrijpelijk.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren W.M.E. Thomassen en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 12 juli 2011.