ECLI:NL:HR:2011:BQ0405
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Tijdige uitnodiging voor onderzoek ter zitting in hoger beroep bij belastingaanslag
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2002. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de opgelegde aanslag en de daarbij behorende boete. De Inspecteur had de aanslag verminderd, maar de boete bleef gehandhaafd. De Rechtbank te Haarlem verklaarde het beroep gegrond voor wat betreft de boete, maar handhaafde de aanslag. Hierop volgde hoger beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank bevestigde. Belanghebbende stelde cassatie in tegen de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad oordeelt dat de uitnodiging voor het onderzoek ter zitting in het hoger beroep niet tijdig is verzonden. De uitnodiging was op 24 november 2009 verzonden, terwijl het onderzoek ter zitting op 15 december 2009 plaatsvond. De Hoge Raad stelt vast dat de uitnodiging niet op tijd is ontvangen, waardoor belanghebbende niet in staat was om zich adequaat voor te bereiden op de zitting. Dit is in strijd met artikel 8:56 van de Algemene wet bestuursrecht, dat vereist dat partijen ten minste drie weken voor de zitting worden uitgenodigd.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staat gelast om het griffierecht van € 110 aan belanghebbende te vergoeden. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, dit zal door het verwijzingshof worden beoordeeld.